Vergroening melkvee lastig

Nieuws 07 maa 2015 om 12:00uur

Melkveebedrijven met veel bouwland moeten ook aan de vergroeningseisen voldoen. De rol van tijdelijk grasland dat ook als teelt in het bouwplan mee kan, is opvallend.

Arno de SnooDe regels van het Europees landbouwbeleid zijn duidelijk: een melkveebedrijf met minder dan 75 procent grasland moet aan gewasdiversificatie doen en ecologische aandachts-gebieden (EA) aanleggen.
Bedrijven die meer dan 75 procent grasland hebben en minder dan 30 hectare bouwland zijn vrijgesteld van deze eisen.
Voor grote bedrijven kan gelden dat ze meer dan 75 procent maar ook meer dan 30 hectare bouwland hebben. Dan moet er op het bouwland ook aan gewasdiversificatie en ecologische aandachtsgebieden gedaan worden.
Naar schatting zijn er in Nederland enkele honderden veehouderijbedrijven die niet aan de 75 procent-eis voldoen. ‘Dat kunnen bijvoorbeeld gemengde bedrijven zijn of melkveehouders die veel maïs telen’, zegt Jeanet Brandsma, bestuurslid van de LTO-vakgroep Melkveehouderij.

Gewasdiversificatie

Bedrijven met minder dan 10 hectare bouwland zijn vrijgesteld van gewasdiversificatie. Heeft een ondernemer tussen de 10 en 30 hectare, dan moeten er minimaal twee akkerbouwgewassen geteeld worden, waarvan het grootste gewas niet meer dan 75 procent van het areaal beslaat.
Bedrijven met meer dan 30 hectare moeten minimaal drie gewassen telen, waarbij het grootste gewas maximaal 75 procent van het areaal akkerbouw beslaat. Twee gewassen samen mogen maximaal 95 procent van het areaal beslaan.
‘Voor veehouders kan dit betekenen dat ze bijvoorbeeld een hoek met een derde gewas moeten zaaien om de minimaal 5 procent van het derde gewas in te vullen’, zegt Klaas Johan Osinga, beleidsspecialist GLB van LTO Nederland. ‘Een andere mogelijkheid is om door grondruil te proberen boven de 75 procent grasland uit te komen met minder dan 30 hectare bouwland.’

Grasland

Onder grasland wordt zowel blijvend als tijdelijk grasland verstaan. Opvallend is daarbij wel dat tijdelijk grasland als aparte teelt mag worden gerekend. ‘Een ondernemer kan dus tijdelijk grasland meetellen als een van de gewassen die voor gewasdiversificatie geteeld moeten worden’, zegt Osinga.
LTO geeft het advies aan ondernemers om snel met de invulling van perceelsregistratie te beginnen. ‘Dan weten boeren waar ze aan toe zijn en of ze eventueel nog met land of teelt moeten schuiven’, zegt Osinga.