Zelden positieve marge na peenteelt

Volgens Erik Arts van Countus lukt het maar weinig peentelers om een opbrengstprijs te realiseren die hoger is dan de kostprijs.

Haijo DoddeMeestal is de kostprijs van peen hoger of gelijk aan de gerealiseerde opbrengst, concludeert de ondernemersadviseur. ‘Er blijft in de peenteelt maar zelden genoeg marge over voor een ondernemersvergoeding.’
Arts baseert zijn conclusies over de ongunstige saldo’s voor peen op de boekhoudgegevens van peentelers die Countus in de loop van jaren verzamelde. Verder zette het accountantskantoor de werkelijke opbrengstprijzen die dertig tot veertig peentelers realiseerden over een periode van acht jaar op een rij.
Tijdens de themadag Peen van Landbouwbeurs Noord- en Centraal-Nederland (LNCN) in Emmeloord verzorgde Arts deze week een inleiding over de financiële opbrengst die nodig is voor een rendabele peenteelt. Hij stelde daarbij als centrale vraag of de opbrengstprijs van peen bepaald wordt door de kostprijs.
Countus berekent de kostprijs voor winterpeen op 6,8 tot 8,2 cent per kilo voor levering afland en op 13,3 tot 14,7 cent per kilo voor bewaarpeen (zie tabel). Bij aflandpeen worden de totale kosten globaal gelijk verdeeld over de toegerekende kosten, de bewerkingskosten en de algemene kosten. Bij bewaarpeen bepalen de bewaarkosten de helft van de kostprijs.
De extra kosten voor bewaring zijn volgens Countus ongeveer 7 cent per kilo, ekening houdend met enig bewaarverlies. Voor de bewaarkosten is het verschil tussen eigen bewaring en loonkoelen relatief beperkt. Countus rekent voor eigen bewaring 32,50 euro per kist en voor loonkoelen 5 euro per kist extra. Voordeel van het laten koelen door derden is dat de peenteler veel minder hoeft te investeren.
De kostprijs bij verschillende opbrengsten laat zien dat het een substantieel verschil maakt of een peenteler 70 ton oogst of bijvoorbeeld 85 ton. ‘De opbrengst is een belangrijke factor bij de kostprijsberekening. Hetzelfde geldt ook voor de productkwaliteit: een paar procent extra uitval doet de kostprijs snel stijgen en kan funest zijn voor het rendement’, legt Arts uit.

Eind van het seizoen

Uit de gemiddelde beursnoteringen voor peen van de afgelopen vijftien jaar blijkt dat de marktprijs voor peen aan het eind van het seizoen vaak oploopt. Aan de hand van een grafiek laat Arts zien dat tijdens de oogst de notering gemiddeld start op een niveau van 7,5 cent per kilo. Dat loopt geleidelijk op tot rond 14 of 15 cent per kilo rond de jaarwisseling.
Daarna blijft de notering stabiel, om vanaf half april door te stijgen tot gemiddeld zo’n 20 euro voor de laatste peen van de oude oogst.
‘De prijs kan aan het eind van het seizoen gerust oplopen tot 35 cent’, verklaart Arts. ‘Maar het komt ook voor dat de laatste peen weggaat voor slechts 2 cent.’ Hij verwijst daarmee onder meer naar het afzetseizoen 2013-2014. ‘Juist als de marktprijzen hoog zijn, zien we dat maar weinig telers daarvan profiteren. Andersom blijkt bij een slechte prijsvorming vaak dat nog veel telers peen in hun bewaring hebben.’

Gerealiseerde prijzen

Aanvullend op de beursnoteringen onderzocht Countus van dertig tot veertig peentelers welke prijzen zij in de maanden januari tot en met juni werkelijk ontvingen voor hun bewaarpeen. Dit onderzoek is uitgevoerd in de periode van 1999 tot en met 2007. Per maand berekende Countus over deze periode de gemiddeld gerealiseerde prijzen.
De resultaten daarvan laten zien dat de variatie aanmerkelijk kleiner is dan de beursnoteringen wellicht doen vermoeden. Zowel in januari als in juni was de gemiddeld werkelijke opbrengstprijs 12,9 cent per kilo. Tussendoor was de variatie 11,8 cent tot 13,3 cent.
‘Deze berekening betreft gewogen gemiddelden. Het laat zien dat de jaren met hoge prijzen laat in het seizoen weer worden gecompenseerd door de jaren met een slechte prijsvorming.’
Overigens karakteriseert Arts de peenmarkt als vrij grillig. ‘Vaak blijken januari of mei achteraf de beste maanden te zijn. Dat heeft alles te maken met de weersomstandigheden en het feit dat de laatste peen nog gerooid wordt in april. Dus wel of geen vorst is bepalend voor de markt.’
Die grilligheid van de peenteelt vertaalt zich ook voor een deel in het areaal. ‘Akkerbouwers zullen gemakkelijker afscheid nemen van peen in hun bouwplan dan bijvoorbeeld van aardappelen of uien. Peen telen ze vaak enkele jaren, en afhankelijk van het succes van de teelt blijven ze daarmee doorgaan. Maar als er veel kwaliteitsproblemen zijn of het rendement valt constant tegen, dan kan het areaal zomaar flink teruglopen.’
De slotconclusie van Arts is dat de opbrengstprijs ook voor peen niet bepaald wordt door de kostprijs. ‘Helaas niet. Een vaste marge bovenop de kostprijs, dat zou het mooiste zijn.’
Verder constateert hij dat peentelers over het algemeen betrekkelijk weinig weten over hun eigen kostprijs. ‘Meer inzicht in de werkelijke kosten helpt bij het bepalen van de eigen positie en ondersteunt beslissingen om de teelt wel of niet uit te breiden. Verder is het altijd goed om te weten hoeveel verdiend is en wat zou moeten veranderen om een betere marge te realiseren.’
Voor het lopende seizoen zegt Arts dat de markt voor fijne peen redelijk verloopt. ‘Voor grove peen is het een lastig jaar.’ Een positieve ontwikkeling noemt hij de huidige contractprijzen die afnemers afland bieden voor de komende oogst. ‘Met prijzen van 8 tot 10 cent per kilo moet het lukken om afland rendabel op contract te telen.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer