Landbouw sterker maken met kavelruil

Meehelpen aan het voortbestaan van agrarische bedrijven; dat is in essentie de taak van Stichting Kavelruil Zuid-Holland. ‘We zijn met elkaar bezig om de landbouw een goede plek te geven in deze drukke provincie’, stelt voorzitter Arie Bassa.

Henriët Dijk‘Eigenlijk kun je iedere tien jaar wel met een stofkam door gebieden heen’, vult Rutger de Groot aan. Hij is uitvoerend secretaris en projectleider bij de stichting. ‘Naast de agrarische ontwikkelingen spelen er meer zaken een rol in het landelijk gebied. Denk aan dorpsuitbreiding of de aanleg van wegen of natuur.’
De stichting bestaat uit vier bestuursleden die zijn benoemd door LTO Noord en één bestuurslid namens de natuurorganisaties. Adviesbureau Optifield voert namens de stichting het werk in het veld uit. ‘Zij hebben de kennis en middelen in huis’, zegt Bassa.
De aanleiding voor de oprichting, betere verkaveling en versterking van de agrarische structuur, speelt nog altijd. ‘De kracht en zwakte van de stichting is dat het om vrijwillige kavelruil gaat’, weet de voorzitter.
De gunfactor weeft daar als rode draad doorheen. ‘Als je van een 6 naar een 8 gaat, dan vind ik dat al een hele verbetering’, stelt De Groot. ‘Streef je van een 6 een 10 na, dan wordt het altijd een teleurstelling. Je moet concessies doen. Gun de ander ook wat en andersom.’
Bassa ziet het zo: ‘Focus op je eigen verbetering en niet op die van de buurman. De grond ligt er, daar moet je het mee doen. De een wordt er misschien 20 procent beter van en de ander 25 procent. Als er niets gebeurt, mis je zelf ook die 20 procent.’
Enkele jaren terug heeft de stichting de verkavelingsbehoefte in beeld gebracht. ‘Daarvoor hebben we de gebruikerskaart bij Dienst Regelingen opgevraagd, waarbij de gebruikers anoniem waren gemaakt’, vertelt De Groot.
‘Daar hebben wij een berekeningsslag op gemaakt. Hoe groot is de huiskavel van een bedrijf en hoeveel veldkavels zijn er? Wat is de afstand tot een veldkavel?’, zegt de secretaris.
Uit die quickscan kwam naar voren dat de verkaveling in een groot gedeelte van Zuid-Holland matig is. ‘Daarna zijn we bij de betreffende LTO Noord-afdelingen langsgegaan met de vraag: ‘Klopt dit?’. De kennis van de besturen is ingevoegd. De inventarisatie ging verder aan de keukentafels bij boeren’, vertelt De Groot.
Uit dit onderzoek vloeien diverse opdrachten voor de stichting. Die komen van LTO Noord-afdelingen, gemeenten en provincie Zuid-Holland. Die laatste heeft bijvoorbeeld grond nodig voor de verbreding van de N207 tussen Alphen aan den Rijn en Leimuiden.
‘De provincie was begonnen met grondverwerving, maar veel boeren wilden vervangende grond en zagen ruilkansen’, zegt De Groot. ‘Je kunt mensen die grond inleveren een betere kavel bieden. Het scheelt de provincie geld, want straks hoeven ze een insteekweg niet aan te leggen.’
Bassa vult aan: ‘De stichting werkt over het algemeen in gebieden van een paar 1.000 hectare. Kavelruil tussen twee à drie boeren kan via een makelaar. Als het ingewikkelder of langdurig wordt, dan haakt de makelaar af.’

Snel terugverdiend

De financiering van de projecten komt voor circa 75 procent via bijdragen van de provincie. ‘Die samenwerking is goed’, vindt de voorzitter. ‘Een kavelruil kost de boer eigenlijk weinig. Zaken als bemiddeling, kadastrale overschrijving en notariskosten worden voor het grootste deel door de provincie betaald. Voor de boer is de investering vaak snel terugverdiend.’
Al staat het landbouwbelang voorop, de stichting gaat voor een win-winsituatie voor alle betrokken partijen. ‘Dat is noodzaak, want in negen van de tien gevallen spelen er andere belangen’, weet Bassa. ‘De stichting heeft een belangrijke rol als bruggenbouwer tussen boeren, maar ook tussen de landbouw en andere organisaties.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer