‘Uienteler moet meer ondernemer zijn’

De uienhandel en zaadbedrijven willen samen met de primaire sector de kansen pakken voor de Nederlandse uienteelt. Gijsbrecht Gunter van Frugi Venta constateert juist bij telers vaak een passieve houding.

Haijo DoddeDe uienteelt in Nederland biedt legio kansen en uitdagingen, is de boodschap van Gunter, voorzitter van het Comité Uienhandel bij Frugi Venta.
‘Als handel willen we investeren in kwaliteitsonderzoek en de ontwikkeling van nieuwe markten. Maar als we als uiensector de wereldtop willen bereiken, moeten we dat samen doen. Juist als het gaat om ketensamenwerking merken we bij telers veelal een passieve houding. Ook missen we een telerscollectief om samen plannen te maken.’
Gunter deed zijn constatering deze week tijdens een bijeenkomst van Uienhandel.com in Swifterbant. In een zaal met telers en handelaren prikkelde hij de telers door te stellen dat zij te weinig ondernemer zijn.
‘Telers zien de uienteelt nog te veel als een nevenactiviteit en willen vooral een eerlijke prijs. Als dat niet lukt, zoeken ze vaak de oorzaak bij de overheid of bij hun ketenpartners.’ Ondernemers kijken volgens Gunter meer naar de lange termijn, zoeken voortdurend naar marktkansen en geven de uienteelt de ruimte die het gewas verdient in het bouwplan.
Uientelers moeten hun invloed op de ontwikkeling van de sector niet onderschatten, vindt hij. ‘Voor de teelt van de beste kwaliteit uien is een goede perceelskeuze met bijbehorend ras essentieel. Uit de verschillen tussen de hoogste en laagste uiennoteringen blijkt dat de beste kwaliteit vaak wordt beloond.’
Gunter rekent voor dat een teler met 10 hectare uien 10.000 tot 30.000 euro extra kan verdienen als hij altijd gaat voor de hoogste notering.
Op de mondiale uienmarkt neemt Nederland nog steeds een vooraanstaande positie in. ‘Absoluut groeit onze export richting 1 miljoen ton uien of meer’, geeft de marktkenner aan. ‘Maar relatief is sprake van krimp. Op de totale exportmarkt zakt ons aandeel tot minder dan 20 procent. Tien jaar geleden was dat nog ruim 25 procent.’
Wereldwijd stijgt de consumptie van uien. Verder is er meer ruimte voor het kwaliteitssegment en voor nicheproducten. ‘Maar de kansen zijn ook bedreigingen. Het is de vraag hoe lang wij koploper blijven op de wereldmarkt met de teelt van een bulkproduct.’

Concurrentiepositie

Voor de concurrentiepositie van Nederland hamert Gunter op de zoektocht naar nieuwe afzetmogelijkheden. ‘We exporteren naar zo’n honderd landen, maar meer bestemmingen zijn wenselijk om risico’s te spreiden. Dat blijkt maar weer nu Rusland wegvalt als afnemer.’
Gelukkig is er dit jaar al ruim 65.000 ton uien naar bestemmingen verkocht die nieuw in de markt zijn, geeft hij aan. ‘Vaak betreft het afzet dat zelf is aangeboord door exporteurs, soms ook met behulp van Frugi Venta en de overheid.’
Tot slot vindt Gunter dat de Nederlandse uiensector zowel in de teelt als in de verwerking het laatste decennium te veel geïnvesteerd heeft in kwantiteit en te weinig in kwaliteit. Daar is volgens hem een slag te maken. ‘Alleen met de beste kwaliteit kunnen we onze status op de wereldmarkt handhaven.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer