Versnelde afname melkveebedrijven onwaarschijnlijk

Voor de definitie van ‘melkveebedrijven’ hanteert het CBS een andere omschrijving. Om die titel te verdienen, moet een bedrijf meer dan twee derde van haar activiteiten in dienst stellen van de melkveetak. Telt het CBS met deze definitie opnieuw, dan komt ze over 2014 op 16.811 bedrijven. Dat betekent dat bijna 10 procent van de melkveehouders dus zijn of haar melkvee ‘erbij’ doet.
Deze groep houdt gemiddeld gezien vaak kleinere hoeveelheden melkvee. Opvallend genoeg groeit de groep kleine bedrijven, met één tot twintig melkkoeien, de laatste jaren ook weer (zie tabel).Een echte verklaring hiervoor is door het CBS en adviseurs nog niet gevonden.
Wie deze cijfers bestudeert, valt nog iets op. Waar gemiddeld jaarlijks een paar procent van de melkveehouders stopte, was dat de laatste twee jaar niet meer zo. Het aantal bedrijven stabiliseerde in de laatste jaren nagenoeg.

Geleidelijk afname

Met het wegvallen van het melkquotum wordt vaak gespeculeerd op een versnelde afname van het aantal melkveebedrijven. De laatste cijfers wijzen daar niet op (zie tabel).
Pierre Berntsen, directeur Agrarische Bedrijven bij ABN Amro, verwacht niet dat een snellere afname vanaf dit jaar wel het beeld gaat bepalen. Hij stelt dat de gemiddelde daling jarenlang op 2 tot 3 procent lag en naar zijn inzicht zal die lijn de komende jaren doorzetten.
‘Er zijn drie argumenten voor een geleidelijke en geen versnelde afvloeiing van het aantal melkveebedrijven’, zegt Berntsen. ‘Het rendement in de melkveehouderij is gemiddeld toereikend, de verwachting voor de middellange termijn is goed en er is redelijk wat interesse van potentiële opvolgers. Alle drie factoren zijn in andere agrarische branches relatief minder gunstig.’
Henk van Dijk, bedrijfsadviseur bij Flynth, deelt de mening van Berntsen. Hij vindt het ook begrijpelijk dat het aantal bedrijven de laatste jaren is gestabiliseerd.
‘De rendementen waren goed en om de opbrengst van quotumverkopen te verzilveren, hoefde je niet meer te verkopen. Dat ging tot vier jaar geleden om forse bedragen, maar de laatste jaren niet meer echt. Mensen die de komende tijd willen verkopen, hebben denk ik deels gespeculeerd op een verdere stijging van de grondprijzen.’
Ook Van Dijk verwacht dat de daling van het aantal bedrijven de komende jaren wel weer gemiddeld op 2 à 3 cent uitkomt. ‘Zo’n 60 procent van de melkveebedrijven kent een opvolger. De rest vloeit langzaamaan af de komende jaren. De opvolging blijft veelal via de familielijn lopen, verwacht ik. Met hier een daar een andere constructie waarbij broers en zussen van de opvolger een aandeel in het bedrijf krijgen op papier.’
Overname en exploitatie van melkveebedrijven door externe investeerders ziet de bedrijfsadviseur er niet veel van komen in Nederland. ‘Het rendement is te laag als je een bedrijf tegen de vrije waarde overneemt.’
Een verandering na afschaffing van het quotum die Van Dijk wel verwacht, is een gemiddelde productiestijging per koe. Volgens de adviseur is het vanaf 1 april zaak om zo weinig mogelijk dieren nodig te hebben om bijvoorbeeld 1 miljoen kilo melk te produceren.
‘Dat betekent dus geen onnodig jongvee aanhouden en veel liters per koe leveren. Hoe beter je daarin slaagt, des te minder mest je extra hoeft af te voeren.’

Neer krachtvoer voeren

Volgens de bedrijfsadviseur is een hogere melkproductie per koe jarenlang gestagneerd door het quotum. Nu die rem wegvalt, verwacht hij dus op veel bedrijven een duidelijke stijging, deels gerealiseerd door het voeren van extra krachtvoer.
‘Het lijkt mij reëel dat veel Nederlandse melkveehouders straks meer krachtvoer gaan voeren. In België lag het aandeel krachtvoer per koe hoger dan bij ons, terwijl de Belgen jarenlang het nationale quotum niet eens vol kregen. Daarom denk ik dat hier nog wel wat ruimte is.’
Meer kilo’s melk per koe leveren uit ruwvoer is volgens Van Dijk minder eenvoudig, en niet beslist goedkoper. ‘Opslag, inkuilen en uitkuilen van ruwvoer kosten ook tijd en geld. Soms meer dan het simpele voeren van droog krachtvoer.’
De verwachte productiestijging komt echter geleidelijk, verwacht de adviseur. ‘Er komen nu relatief veel vaarzen aan de melk door de grote koppels jongvee die in veel stallen klaarstaan. Die jonge koeien produceren nog niet direct op hun top. De echte stijging van de gemiddelde melkproductie per koe denk ik daarom over een jaar of twee terug te zien in de statistieken.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    11° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 4°
    30 %
Meer weer