Ambitieus Brabants Energieakkoord

Peter van HouwelingVijf partijen waaronder ZLTO presenteerden 20 maart het ambitieuze groene Brabantse plan. Ook het Gelderse plan kwam vorige week naar buiten.
Bedrijfsleven en huishoudens in Brabant leveren allemaal een bijdrage aan de doelen. Tot 2021 gaat de landbouw met biomassa, wind- en zonne-energie in combinatie met energiebesparing 5,1 petajoule (PJ) duurzame energie opwekken.
In totaal staan alle Brabantse partijen voor 27 PJ aan de lat, 14 procent van het totale energiegebruik. De bijdrage van de land- en tuinbouw is veel groter dan het aandeel in het totale energiegebruik. Want de sector is goed voor maar 8 procent van het totale Brabantse energiegebruik.
De sector heeft een concreet plan van aanpak om de doelen te bereiken, legt Ton van Korven uit, die vanuit ZLTO bij het BEA is betrokken. Dat plan rust op vier pijlers.
De eerste is zonne-energie, in combinatie met het saneren van asbestdaken. De ambitie is dat in 2020 de helft van de 12.000 agrarische bedrijven in Brabant is voorzien van zonnepanelen, zo’n 300 hectare dak. Met elkaar leveren die panelen 1,5 PJ duurzame energie.
De tweede pijler is het gebruik van lokale houtige reststromen in biomassaketels met een hoog rendement. ZLTO organiseert dat groepen ondernemers daarmee aan de slag gaan, samen met andere relevante partijen. Er liggen vooral kansen voor stallen van kalveren, varkens of pluimvee.
De inzet is om vooral hout van landschapselementen te gebruiken. Volgens Van Korven is het ‘realistisch’ dat op termijn een kwart van de intensieve veehouderijen niet meer afhankelijk zal zijn van gas.
De derde pijler is wind, ‘sociale wind’ zoals het in BEA heet. Dat betekent dat de energie uit een windmolenparkje in agrarisch gebied ook afnemers in de omgeving heeft, bijvoorbeeld via een energiecoöperatie. ZLTO ondersteunt ondernemers die een samenwerking zoeken tussen producent en afnemer van energie.
Energiebesparing is de vierde pijler. De inzet is een jaarlijkse besparing met 2 procent.
‘Wij zijn ambitieus en concreet’, zegt Van Korven. Hij noemt de doelen realistisch. ‘Mits de provincie beleidsruimte geeft en financiële regelingen die de transitie mogelijk maken.’ Hij adviseert leden om na te gaan wat er mogelijk is op hun eigen bedrijf. ‘Leden kunnen uiteraard altijd bij ZLTO terecht met vragen.’