Doorbraak AM-resistentie in Duitsland

Uitselectie

Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is het beter om te spreken over uitselectie van een nieuwe populatie (virulentiegroep) dan van een doorbraak. ‘Er is waarschijnlijk geen sprake van een mutatie’, aldus de NVWA. Een nieuwe populatie kan zorgen voor opbrengstderving bij zetmeel- en consumptieaardappelen.
‘De grootste risico’s op verspreiding naar Nederland is er bij telers die aan beide kanten van de grens zetmeel- en/of consumptieaardappelen telen met lage resistenties. Veel vatbaardere consumptierassen zijn bij aardappelmoeheid een belangrijke bedreiging’, zegt Dirk Jan Beuling, aardappelteler in Eerste Exloërmond en lid van LTO-vakgroep Akkerbouw.
De akkerbouwer kan de risico’s nog moeilijk inschatten. ‘De resistentiedoorbraak is officieel in Nederland nog niet geconstateerd. Dat wil niet zeggen dat het er niet is. Het kan al mee de grens zijn overgenomen. Bij een teelt van 1-op-4 zetmeelaardappelen en gebruik van granulaat is er, voor zover nu bekend, voldoende afbraak om te kunnen blijven telen.’
De LTO-werkgroep en Stichting TBM roepen telers dringend op hoogresistente rassen te telen. Het risico voor een ontwikkeling van een nieuwe virulentiepopulatie is dan het kleinst. ‘Bij zetmeelaardappelen zijn er meer mogelijkheden om hoogresistente rassen te telen dan bij consumptieaardappelen. Met consumptieaardappelen is de AM-situatie moeilijker te beheersen’, zegt Beuling.
Gezien de huidige prijzen is de verleiding groot om andere rassen met een lagere resistentie te telen. LTO en Stichting TBM vinden dat begrijpelijk. Zij wijzen erop dat de risico’s op het verspreiden van aardappelmoeheid groot zijn. Het idee dat zo’n uitstapje nog wel een keer kan worden gepermitteerd omdat de populatie laag is, kan voor het perceel en de omgeving grote negatieve gevolgen hebben.
De LTO-werkgroep en de stichting roepen telers op om per kavel zelf de stand van zaken voor AM met vrijwillig bodemonderzoek te laten analyseren. ‘Met een vrijwillige AM-onderzoek kunnen telers de ontwikkeling op perceel goed volgen en dat is altijd verstandig. Je bent beter op de hoogte van de eigen situatie en kunt alert reageren’, stelt Beuling.
Goed teeltmanagement is belangrijk om een terugval naar hoge besmettingsniveaus in het zetmeelaardappelgebied te voorkomen. Volgens deskundigen is het management in Nederland sterker dan bij onze oosterburen. Er is nog een verschil: in Duitsland telen ze voor de vlokkenindustrie vaker minder hoogresistente rassen.
Woordvoerder Lex Benden van de NVWA: ‘Het proces van uitselectie gaat sneller indien de besmettingsdruk hoger is. In Nederland worden veel hoogresistente rassen geteeld, waardoor de besmettingsdruk lager is en ook het tempo van uitselectie naar verwachting lager is dan in Duitsland, waar akkerbouwers meer vatbare rassen telen.’

Tarragrond

Een belangrijk aandachtspunt is volgens de NVWA, LTO en Stichting TBM het slepen met tarragrond. Het advies is om tarragrond terug te brengen naar het perceel waar de grond vandaan komt. Op die manier is te voorkomen dat mogelijk agressieve AM-populaties zich van perceel naar perceel verspreiden.
Bij tarragrond gaat het om behoorlijke hoeveelheden. In theorie brengen telers de tarragrond terug naar het perceel van herkomst. In de praktijk constateert de NVWA dat daar slordig mee wordt omgegaan. ‘De uitdaging is om de verspreiding zo lang mogelijk te vertragen. Dit vraagt om een aanpak waarbij verspreiding tussen percelen wordt tegengegaan’, benadrukt de NVWA.
Beuling is het daarmee eens. ‘Zorgvuldig omgaan met tarragrond was al belangrijk en is nu nog belangrijker.’ Terugbrengen naar het perceel waar de grond vandaan komt, is volgens hem makkelijker gezegd dan gedaan. Tussen theorie en praktijk zit verschil. ‘Denk bijvoorbeeld aan de tarra uit een volgereden bewaarplaats met zetmeelaardappelen van verschillende percelen.’
Een optie is om de tarragrond te inunderen in een container gedurende een teeltseizoen, voordat de grond wordt gestort op het perceel. ‘Het is een mogelijkheid. Of het gaat gebeuren, weet ik niet. Belangrijk is dat een maatregel makkelijk is uit te voeren. Telers kunnen een gat graven, met plastic bekleden, volgooien met tarragrond en het volpompen met water.’
Wat kunnen Nederlandse telers nog meer doen om het risico te beperken? ‘Sla alleen aardappelen op een perceel op waar de aardappelen zijn geteeld’, is het advies van de NVWA.

Bekijk meer over:

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    16° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer