Drie subsidies voor jonge landbouwers

Hans VerweijEen jonge landbouwer is een landbouwer die op 31 december 2015 nog geen 41 jaar is en die uiterlijk vijf jaar voor de aanvraag voor het eerst met een bedrijf is gestart, dus op of na 15 mei 2010. Mogelijk dat deze datum wordt gewijzigd in 1 januari 2010.
Deelname in een samenwerking wordt ook gezien als start van een bedrijf, mits de jonge landbouwer medezeggenschap heeft. Dit blijkt onder andere uit de inschrijving bij de Kamer van Koophandel waar staat of de jonge landbouwer bevoegd is om de samenwerking te vertegenwoordigen. In de meeste gevallen zal hier dus wel sprake van zijn.
Is de jonge landbouwer in 2013 een maatschap aangegaan, dan kan hij de toeslag alleen nog over de jaren 2015, 2016 en 2017 krijgen.
De nationale reserve in het kader van het GLB is bedoeld voor bedrijven die na 2013 zijn gestart en daardoor geen referentie en geen recht op toegang voor de aanvraag van betalingsrechten hebben. Echter, jonge landbouwers kunnen ook een beroep op de nationale reserve doen. Dit geldt ook voor jonge landbouwers in een samenwerkingsverband. Bij toekenning komt de eventueel op het bedrijf aanwezige referentie te vervallen.
Betalingsrechten die vanuit de nationale reserve worden toegekend, hebben een gemiddelde waarde van alle rechten in Nederland, namelijk een basispremie plus vergroeningspremie van circa 405 euro in 2015 aflopend naar 378 euro in 2019. Daarbovenop komt de toeslag jonge landbouwers.
Bij reguliere toekenning van betalingsrechten geldt voor 2015 een basispremie van 56 euro per hectare. Daarbovenop komt de compensatie van 53,2 procent van de referentie 2014 (brutobedrag toeslagrechten). Het geheel wordt vermeerderd met 45 procent vergroeningspremie. Is de referentie 2014 per subsidiabele hectare 2015 lager dan 420 euro per hectare, dan is toekenning uit de nationale reserve gunstiger.

Jonge Landbouwersregeling

De Jonge Landbouwersregeling geeft de mogelijkheid op subsidie van maximaal 20.000 euro bij investeringen vlak voor of na de overname. Ook hier geldt de leeftijdseis van niet ouder dan 40 jaar op het moment van aanvraag. De eis om binnen drie jaar na eerste vestiging aan te vragen, komt te vervallen. Wordt in een samenwerking geïnvesteerd, dan vindt uitbetaling plaats evenredig aan het percentage eigen vermogen van de jonge landbouwer.
Investeringen die meer bijdragen aan duurzaamheid, komen eerder in aanmerking dan de meer reguliere investeringen. Hiervoor wordt een investeringslijst samengesteld. De regeling wordt in de zomer van 2015 opengesteld.