‘Overstap naar speenbiggen werkt’

Bij het bedrijf is veel veranderd. De zeugenstapel groeide in twee jaar van 1.200 naar 3.000. En dat is niet het enige. Beltman koos voor een productiesysteem waarbij hij speenbiggen aflevert in plaats van biggen van 25 kilo. Tegelijkertijd schakelde het bedrijf om naar een hogere gezondheidsstatus. Dat ging gepaard met leegdraaien, vier weken leegstand en aanvoer van nieuwe zeugen.
‘We waren al jaren bezig met uitbreidingsplannen en hadden een vergunning om op te schalen van 1.200 naar 1.800 zeugen inclusief gespeende biggen. Onze inzet was om de waarde van het bedrijf naar de toekomst toe op peil te houden’, vertelt Beltman.
‘Voor mij was het de vraag of simpelweg het vergroten van het aantal zeugen daartoe de beste keuze was. Een gesprek met Paul Bens van DLV Advies zette me op het spoor van de productie van speenbiggen’, licht de directeur van Molenaars Fokbedrijf toe.
‘Het opfokken van de gespeende biggen op een andere plek dan op het bedrijf waar ze zijn geboren, heeft voordelen op het gebied van gezondheid. Je voorkomt dat bepaalde infecties op het zeugenbedrijf blijven circuleren.’
Dat komt volgens Beltman zowel de gezondheid van de zeugen als die van de biggen ten goede. ‘Je haalt als het ware de kleuterklas weg van je bedrijf. Dat we snel enthousiast raakten over productie van speenbiggen, komt ook omdat onze zoon daar tijdens een stage in Canada goede ervaringen mee had.’

Verbeteringsslag

Het leek de ondernemer een goed plan om tegelijkertijd een verbeteringsslag te maken voor wat betreft de gezondheidsstatus van de varkens. ‘We hebben ooit problemen gehad met APP en snuffelziekte. Daar wilde ik helemaal vanaf. Kiezen voor een hogere gezondheidsstatus betekende in ons geval dat we de aanwezige varkensstapel geheel zouden moeten vervangen.’
Adviseur Joan Jansen van Flynth begrootte of dat haalbaar zou zijn. ‘Financieel was het een moeilijk verhaal. Je krijgt immers te maken met het leegdraaien van het bedrijf en dus met het tijdelijk stilvallen van de productie. Daar komt bij dat SPF-zeugen in Nederland 30 procent duurder zijn dan gangbare zeugen.’
Uiteindelijk vond Beltman toch een financieel acceptabele oplossing om een omschakeling naar SPF-zeugen te kunnen maken. De sleutel daarvoor lag bij zijn zoon Bart, die inmiddels met een compagnon in Oost-Duitsland een varkensbedrijf was begonnen. ‘Hun bedrijf bleek in staat om ons 150 tot 160 zeugen per week met een hoge gezondheidsstatus voor een redelijke prijs te leveren.’
Voor hij definitief de knoop doorhakte om speenbiggenproducent te worden, ging Beltman op zoek naar afzetmogelijkheden voor de biggen. Die vond hij in het concept Elite Varkens. Dat is een initiatief van enkele ondernemers die samenwerken met het Duitse varkenshandelsbedrijf Evers in Ahlden. Elite Varkens richt zich op het vermarkten van speenbiggen met een hoge gezondheidsstatus in Duitsland.
De interesse om samen te werken groeide snel. Er was echter nog een hobbel te nemen. Elite Varkens werkt met dieren die qua fokkerij uit de PIC-koker komen. ‘Wij hadden Topigs 40 zeugen. Dat is een lijn die die genetisch gezien veel overeenkomsten vertoont met PIC-varkens. Toch hebben we besloten te kiezen voor een zeugenstapel die gebaseerd is op PIC-genetica.’ Deze keuze betekende ook voor Beltmans zoon in Duitsland een omschakeling naar andere varkens.
De daadwerkelijke omschakeling naar een nieuwe zeugenstapel in Markelo begon in de zomer van 2012. Beltman heeft alle data nog exact in zijn hoofd. ‘Op 8 augustus 2012 zijn we gestopt met insemineren. Op 30 november kwamen de laatste biggen ter wereld en op 5 januari 2013 waren alle varkens weg’, vertelt hij.
‘Op 28 januari zijn we begonnen met de aanvoer van drachtige gelten. Dat ging de hele week door. Op 27 februari werden de eerste biggen geboren en op 29 maart zijn de eerste speenbiggen hier opgehaald. Vanaf dat moment hebben we wekelijks biggen geleverd.’

Hectische periode

De ondernemer blikt terug op een hectische periode in zijn bestaan als varkenshouder. ‘We hebben gewerkt volgens een strakke planning. Daardoor konden we de leegstandperiode beperken tot de minimale vier weken die daarvoor staat. De periode zonder opbrengsten hebben we zo kort mogelijk gehouden.’
Naast het vervangen van de zeugenstapel waren er volop bouwactiviteiten op het bedrijf. Daar bemoeide Beltman zich zo min mogelijk mee. ‘Natuurlijk bekeek ik dagelijks de vorderingen van de bouw en dronk ik koffie met de bouwvakkers, maar de daadwerkelijke organisatie en begeleiding van de bouw hebben we uitbesteed aan Rombou. Ik ben een varkensman en geen stallenbouwer.’
In de loop van 2013 groeide de zeugenstapel door naar het huidige aantal van drieduizend. Wekelijks vertrekken er tweeduizend biggen naar Duitsland. Beltman is enthousiast over hoe het nu loopt op het bedrijf.

Nieuwe energie

‘De beslissing om ons te specialiseren in de productie van speenbiggen heeft goed uitgepakt. Ik heb er nieuwe energie van gekregen en het bedrijf loopt lekker’, constateert de ondernemer. ‘Onze afnemer en ook wijzelf zijn tevreden over de kwaliteit van de biggen. Duitsers stellen hoge eisen en willen zo min mogelijk omkijken hebben naar de dieren.’
Ook financieel gezien pakt de overstap naar speenbiggen positief uit. Bedragen noemt Beltman niet. Hij benadrukt dat het goed functioneren van zijn medewerkers veel invloed heeft op de resultaten.
‘We doen het met elkaar en zijn goed op elkaar ingespeeld. Iedere medewerker heeft zijn of haar specialiteiten en daar houden we rekening mee. Dat mensen het hier naar hun zin hebben, blijkt wel uit het feit dat we al vijf keer een 25-jarig dienstjubileum van een medewerker hebben gevierd.’

Bekijk meer over:

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    9° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer