‘Op naar bedrijfsspecifieke derogatie’

Een Flevolandse melkveehouder met 60 hectare en 1,32 miljoen kilo melk per jaar kan met een bedrijfsspecifieke derogatie 1,65 euro per 100 kilo melk besparen ten opzichte van forfaitair werken. Dat blijkt uit de gegevens van de Kringloopwijzer over de laatste drie jaar op zestig bedrijven.

Sjoerd HofsteeJaap Gielen van Countus en Gerard Polinder van De Heus Diervoeders konden vorige week in Swifterbant resultaten presenteren van twee projecten. Het eerste is het project Klaver 4, waarin de teelt van vlinderbloemigen door melkveehouders werd onderzocht. Het tweede gaat om het invullen van de Kringloopwijzer over de jaren 2012, 2013 en 2014 door zestig melkveehouders.
Het laatste is gedaan om de Kringloopwijzer breed te introduceren op melkveebedrijven in Flevoland. Ook wilden ze aantonen dat, vooral op goede gronden, melkveehouders veel meer van het land halen dan forfaitair wordt aangenomen en daarom ook meer zouden mogen bemesten. De fosfaatplaatsingsruimte wordt dan met behulp van de BEP (Bedrijfseigen fosfaatnorm) verruimd.
Gielen en Polinder begeleiden beide een aantal van de studieclubs voor de Kringloopwijzer. Uit de zestig ingevulde Kringloopwijzers komt naar voren dat de fosfaatopbrengst van de bodem 108 kilo fosfaat is in plaats van de 80 waarmee forfaitair wordt gerekend.
Countus rekende dit door. Het adviesbureau ziet dat er op deze basis aanzienlijk meer ruimte komt voor melkveebedrijven.
De eerste besparing zit in besparing op VVO’s (vervangende verwerkingsovereenkomst), omdat er minder mest verwerkt hoeft te worden. Als een VVO 2,50 euro per kilo fosfaat kost, bespaart de melkveehouder uit dit voorbeeld 1.451 euro.
Daarnaast kan er binnen de derogatie van 250 kilo stikstof ook iets meer drijfmest worden aangewend. De gemiddelde stikstof-fosfaatverhouding in de mest bedraagt 2,8 op de deelnemende bedrijven.
Dit betekent dat binnen de derogatie van 250 gemiddeld (250/2.8) 89 kilo fosfaat in de vorm van drijfmest kan worden gegeven. Dit is 9 kilo meer ten opzichte van het forfait, zodat de mestafvoer met 368 ton kan worden verlaagd.

Derogatie 300 kilo

‘Dit voordeel is dus gemiddeld te behalen door deelname aan de Kringloopwijzer’, zegt Gielen. ‘Nog interessanter wordt het als de derogatie bedrijfsspecifiek wordt. Gemiddeld gebaseerd op de jaren 2012-2014 is een derogatie van 300 kilo nodig om de volledige fosfaatonttrekking van 108 kilo in de vorm van dierlijke mest te kunnen bemesten.’
De bedrijfsadviseur rekent voor dat dat een extra besparing van 13.000 euro gemiddeld oplevert, uitgaande van hetzelfde voorbeeldbedrijf van 1,32 miljoen kilo melk op jaarbasis en 60 hectare grond. Door meer gebruik van eigen mest haalt deze veehouder meer eigen voer van het land en bespaart zo ook nog 7.500 euro op voeraankopen.
Opgeteld betekent een overgang van forfaitair naar een Bedrijfseigen Derogatie (BED) een kostenreductie van 29.331 euro naar 7.460 euro. Dat staat gelijk aan 1,65 euro per 100 kilo melk. ‘Daarom moeten we toe naar dit systeem. Ons project bewijst dat het kan’, stelt Gielen.
‘Maar een systeem met bedrijfsspecifieke derogatie kan op z’n snelst in 2018 bij een nieuw Actieprogramma Nitraat worden ingevoerd. Ik heb, mede op basis van deze cijfers, goede hoop dat we Brussel en Den Haag kunnen overtuigen van de nut en noodzaak hiervan.’
Het voordeel dat BEP mogelijk biedt, verhoogt op zichzelf de opbrengst en gezondheid van de grond niet. Ook die elementen zijn essentieel om een hoge efficiëntie van de beschikbare grond te halen.
Bodemgezondheid verdient zeker in Flevoland aandacht. Onderzoeken laten al enkele jaren een daling van de organische stof in de bodem zien en lagere ruw eiwitgehalten in de graskuilen.

Vlinderbloemigen

Op zoek naar antwoorden op deze opbrengstdaling teelden meerdere melkveehouders binnen het project Klaver 4 de laatste twee jaar rode en witte klaver, gerst/erwten en luzerne. Deze vlinderbloemige teelten zijn aantoonbaar positief voor extra stikstof en de opbouw van de bodemconditie en passen ook goed in de wisselteelt met akkerbouwers.
Klaver 4 monitorde vanuit het project vier melkveehouders die in 2013 en 2014 klaver inzaaiden. In vergelijking met de gemiddelde grasopbrengst pakte deze teelt goed uit. De opbrengst in kilo’s droge stof kwam bij deze vier bedrijven gemiddeld op 17.228 per hectare uit, tegen een gemiddelde uit gras van 14.398 kilo.
Het ruw eiwitgehalte bleef met 170 nagenoeg gelijk, de vem’s lagen met 890 gemiddeld bij de klaverpercelen iets lager dan de 939 uit graspercelen. De hogere opbrengsten zijn behaald met een lagere bemesting.
Over de teelt van gerst/erwten en luzerne is Gielen ook positief, maar dit is lastig en het resultaat is wisselend. Vier melkveehouders teelden in 2013 of 2014 gerst/erwten. De hoogste opbrengst kwam uit op 10.697 kilo per hectare en de laagste 6.421. ‘Hevige regenval niet lang voor het oogstmoment was de oorzaak dat het perceel slecht scoorde.‘
Door het liggen van het gewas was de oogst niet optimaal. Zulke risico’s horen bij deze teelt. ‘Het laat zien dat gras telen makkelijker is. Maar gezien de voordelen moeten we deze teelt niet afschrijven’, vindt Gielen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    16° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
Meer weer