Nieuwe leden voor DeltaMilk

René LuijmesHet gaat om tien tot twintig melkveehouders uit het Groene Hart: Alblasserwaard, Vijfheerenlanden of Utrecht-West. Zij leveren of gaan leveren aan zuivelfabriek de Graafstroom in Bleskensgraaf. Volgens Sterk gaat het per melkveebedrijf naar schatting om gemiddeld 8 ton melk.
De voorzitter wil niet zeggen van welke melkverwerkende ondernemingen de veehouders afkomstig zijn. Wel wil hij kwijt dat het van minimaal drie tot vier verschillende zuivelondernemingen is.
DeltaMilk hanteert een gematigd aannamebeleid, om haar bestaande leden ook de kans te geven te groeien met hun bedrijf. ‘In de toekomst valt er (flink) meer melk te verwachten.’ Sterk vindt het nu nog te vroeg om te kunnen zeggen of er sinds het verdwijnen van het quotum al meer melk wordt geleverd.
De leden besloten eind november vorig jaar tijdens de algemene ledenvergadering om nieuwe leden toe te laten. Dit aannamebeleid van nieuwe leden/leveranciers ging vanaf 1 januari dit jaar in.

Inkopen

De nieuwe leden moeten zich inkopen in de coöperatie. ‘5 cent per liter melk’, geeft Sterk aan. Daarvan komt 2 cent op naam te staan. ‘Dus niet in de dode hand.’ De nieuwe leden brengen 3 cent in via een achtergestelde lening.
Melkveehouders die lid willen worden en melk willen leveren, moeten minimaal 400.000 kilo melk per jaar produceren. Daarnaast is weidegang vereist. En grondgebondenheid voor nieuwe bedrijven, zoals dat sectoraal is afgesproken. Melkveehouders ondertekenen in een weidegangverklaring dat zij minimaal 120 dagen per jaar en dan minimaal zes uur hun koeien weiden.
Verder moeten nieuwe leden kwaliteitsmelk leveren. Dus moeten ze kwaliteitsoverzichten van de afgelopen twee jaar overleggen. Een andere eis is dat de uitstraling van het melkveebedrijf van het nieuwe lid op orde moet zijn. Dit gebeurt aan de hand van een visuele beoordeling. Verder geldt deelname aan het Duurzaamheids- en dierenwelzijnsprogramma.
De Graafstroom - die circa 400 miljoen liter verwerkt - weigert melk van nieuwe bedrijven die niet passen binnen een verantwoorde ontwikkeling van de Nederlandse melkveehouderij.
De zuivelfabriek accepteert dus geen veehouders die geen of nauwelijks grond hebben voor de eigen veestapel, dichte stallen hebben of geen weidegang toepassen en ook geen of onvoldoende voedergewassen uit de nabije omgeving betrekken.