Relatie stalklimaat en berengeur onderschat

Een groep wetenschappers wilde bevestigen dat het gebruik van inuline door het voer in de laatste twee weken voor de slacht berengeur tempert. Bij toeval zagen ze daarbij dat het effect van stalklimaat nog veel groter is.

Ilona Lesscher‘Inuline remt de groei van skatolvormende bacteriën in de dikke darm’, zegt Pieter Knap van varkensfokkerijorganisatie PIC. ‘Dat was bekend, maar het gecombineerde effect van inuline, genetica en houderij op het hele varken was nog nooit onderzocht. Tot voor kort was berengeur ook geen issue; nu wel.’
Knap onderzocht samen met on-derzoekers van het Spaanse instituut IRTA de samenhang tussen de diverse factoren. Eind februari presenteerde hij de resultaten tijdens een themadag over stoppen met castreren.
In het algemeen hebben vleesvarkens van nu meer mager vlees en minder vet dan twintig jaar geleden. De waarden aan skatol en androstenon - twee stoffen verantwoordelijk voor berengeur - in het dier liggen daardoor al fors lager dan toen.
Knap en zijn medeonderzoekers voerden hun onderzoek uit in Spanje. Twee keer met een interval van vier maanden. Zij vonden dat het skatolniveau in de varkens over de hele linie lager komt te liggen wanneer in de laatste twee weken van de mestperiode 7 procent inuline aan het voer wordt toegevoegd. Daarbij worden hoge skatolwaardes sterker verlaagd dan de lagere waardes.
De onderzoekers vonden echter ook dat varkens met een lage aanleg voor skatol niet per definitie laag scoren op de hoeveelheid skatol in hun lichaam. En er zijn ook dieren met een hoge aanleg die niet stinken. ‘Door het gebruik van inuline laten dieren hun genetische aanleg voor berengeur anders zien. Continu blijven checken op berengeur aan de slachtlijn blijft een voorwaarde’, aldus Knap.
Met inuline verrijkt voer verbetert de voederconversie een klein beetje. Op het aandeel mager vlees, vetpercentage en groei heeft inuline geen invloed.
Knap: ‘Netto merkt de boer er niets van, afgezien van de kosten van de inuline zelf.’ Inuline verstrekken aan beren (geslacht op 113 kilo) in de laatste twee weken van de mestperiode kostte in deze proef 1,5 cent per kilo levend gewicht.
Tijdens de eerste onderzoeksronde in Spanje lag de buitentemperatuur aanmerkelijk hoger dan tijdens de tweede ronde. De ventilatie werkte daardoor anders. Bij de tweede groep was de stallucht significant ‘schoner’. Die bevatte minder kooldioxide, methaan en ammoniak.

Mest op de vloer

Knap concludeert dat de samenhang tussen stalklimaat en berengeur wordt onderschat. ‘Hoge ammoniak- en methaanniveaus duiden op veel mest op de vloer. Als varkens het warm hebben, gaan ze daarin liggen.’
Skatol wordt met mest uitgescheiden en kan door de huid heen weer in het spekvet worden opgenomen. ‘Wij denken dat het daarom zaak is om de vloeren schoon te houden. Er is dan minder gelegenheid om skatol via de huid op te nemen.’
Knap vervolgt: ‘Sturen op berengeur kan dus met stalklimaat, gebruik van inuline en genetica. Inuline door het voer werkt altijd. In het bijzonder wanneer het stalklimaat slecht is of de varkens genetisch hoog scoren voor berengeur.’

Bekijk meer over:

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer