Ruwvoer winnen naar behoefte

Niet de hoogste productie, maar de behoefte van de veestapel moet centraal staan bij ruwvoerwinning. Dat bepleit Frank Verhoeven van adviesbureau Boerenverstand. ‘Grond heb je om precies die kwaliteit voer te telen die je vee nodig heeft.’

Sjoerd Hofstee‘Koeien hebben behoefte aan energie, eiwit en structuur. Dat kun je nog onderverdelen in snelle en trage energie en eiwit. Hoe groot de behoefte is van de veestapel, weten de meeste veehouders wel aan het voerhek. Maar ze vertalen dat niet tot nauwelijks naar de voederwinning’, zegt Verhoeven.
‘Dat betekent dat achteraf alles gecompenseerd wordt met voeraankopen. Maar in het quotumloze tijdperk is goed voer van eigen land misschien wel de belangrijkste beperkende factor voor de melkproductie.’

Voerwinningsplan

Verhoeven stelt dat de huidige verplichte bemestingsplannen blijkbaar niet aansluiten bij de praktijk. Hij adviseert melkveehouders het om te draaien en het bemestingsplan te zien als een voerwinningsplan.
‘Je kunt in de winter prima uitrekenen wat de behoefte aan voer is het komende seizoen. Die behoefte zoveel mogelijk van het eigen land halen, is vaak grotendeels mogelijk. Nu stellen veel melkveehouders dat ze qua ruwvoerwinning overgeleverd zijn aan de weergoden. Ik vind dat iets te gemakkelijk.’
De adviseur doelt erop dat veel melkveehouders hun percelen allemaal gelijktijdig en op eenzelfde manier bemesten. Diversiteit in het te winnen ruwvoer ligt daarmee niet voor de hand.
‘Bemest je veel snelle stikstof en maai je vroeg, dan kuil je vooral veel en onbestendig eiwit. Dat is deels heel goed bruikbaar, maar koeien hebben behoefte aan meer dan alleen dat. En dat kan het eigen land ook leveren.’
Verhoeven adviseert percelen minder te bemesten, later te maaien en bewust niet te kneuzen. Het product zal eer structuur bevatten, trager door de pens gaan en zo een goede pensmat vormen.
‘Daarnaast kun je met zonnig weer heel goed suikerrijke kuilen winnen. Ook hier kun je in het rantsoen voor de koeien veel voordeel van hebben. Deze suikerrijke kuil moet je goed droog laten worden en bij voorkeur in balen inkuilen. Zo voorkom je beter de broeiverliezen.’

Kneuzen vaak onnodig

Verhoeven denkt dat veel melkveehouders bij de bemesting en voederwinning vaak uit gewoonte handelen. Beter is het om te werken aan het doel: zoveel mogelijk passend ruwvoer winnen.
‘Een mooi voorbeeld daarvan is het maaien met een kneuzer, bij veel melkveehouders standaard. Dat wordt als modern gezien en gezegd wordt ‘dat moet toch?’ Maar waarom moet dat? Wat je ermee creëert is kapotte celwanden en een sneller ruwvoer. Terwijl de meeste rantsoenen juist te snel zijn.’
Het zijn allemaal keuzemomenten, wil Verhoeven maar zeggen. Differentiëren in bemesting van percelen, wel of niet hakselen, wel of niet de kneuzer inzetten bij het grasmaaien, snijmaïs grover hakselen om zo meer celwanden en een rustiger product in de pens te creëren.
Hetzelfde geldt voor de manier van inkuilen. Grote kuilbulten, of kleinere smallere bulten, lasagnekuilen of ronde balen. ‘Dat voor de passende keuze soms een investering in een extra rijplaat of sleufsilo nodig is, kan vaak goed uit. Als je kunt besparen op aankoop van tonnen soja door je eigen gewonnen eiwit beter te benutten, is dat een goede investering.’
Een ander voorbeeldje is het maken van hooi. ‘Toen wij openlijk hooi maken begonnen te adviseren, werden we voor ouderwets versleten. Maar hooi is niets anders dan suikerrijke trage energie. Dat kan heel goed passen in een melkveerantsoen. Nu zie je vaak dat melkveehouders een dergelijk product aankopen omdat het totale rantsoen te snel is. Dat lijkt mij zonde van het geld, wanneer je eigen grond het ook prima kan leveren.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer