Birgitte Kroonen onderzoekt Retengo Plus

Pieter Bertrams van Agrotechnics Nederland BV kan deze herfst bijna niet wachten op de resultaten van het PPO-onderzoek. Hij is benieuwd of de uitkomsten overeenkomen met zijn eigen waarnemingen op het veld van PPO. Hij verwacht vlammende cijfers, zelfs voor rassen met een 8 voor resistentie tegen bladvlekkenziekte. Onderzoeker Kroonen blijft de nuchterheid zelf: ‘Eerst de uitkomsten zien, dan conclusies trekken.’

Tien rassen

Kroonen heeft het schimmelmiddel Retengo Plus van BASF voor de toelating getest op één maïsras. In de proef van Agrotechnics gaat het om tien rassen in vier herhalingen. Daaruit kunnen volgens haar betrouwbare conclusies worden getrokken voor de praktijk. ‘Belangrijk is dat die de komende tijd goed worden gecommuniceerd met de sector’, vindt Bertrams. ‘Alle belanghebbenden moeten het weten.’
Snijmaïs is naast gras het belangrijkste voedergewas voor koeien. Daarvan wordt in Nederland 220.000 hectare verbouwd. De kwaliteit van de grond en de gezondheid van het gewas bepalen de opbrengst. Bladvlekkenziekte kan zomaar 20 tot 50 procent opbrengst kosten. ‘Belangrijk dus dat je een goede afweging van kosten en opbrengsten maakt’, zegt Kroonen.

Ingewikkelder

De PPO-onderzoekster realiseert zich dat de teelt van maïs ingewikkelder is geworden door de krimp van de mestnormen. Daardoor kan de kwaliteit van de bodem teruglopen en gemakkelijk een tekort aan bepaalde voedingsstoffen ontstaan. Het komt volgens haar steeds meer aan op het vakmanschap van de teler.
Flink wat mest, dan kon iedereen wel maïs telen. ‘Dat is aan het veranderen’, zegt Kroonen. Het hangt nu meer af van de teler en van het perceel waar de maïs op staat. ‘Telen wordt maatwerk’, zegt ze. ‘De behoefte aan een sterk ras groeit, vooral omdat als gevolg van minder mest eerder schimmelziekten optreden.’
Het besluit om het gewas te spuiten vraagt volgens Kroonen een goede afweging voor wat betreft de kosten en de invloed op het milieu. Ze waarschuwt voor monocultuur met maïs en vindt dat de teler altijd oog moet hebben voor de bodemgezondheid. De ervaring bij PPO is dat op percelen waar de omstandigheden goed zijn de verschillen per ras kleiner zijn.
Ook in het onderzoek van BASF worden verschillen waargenomen die zeer interessant zijn voor de praktijk. Op verschillende locaties in het land wordt een meeropbrengst gemeten van 5 tot 7 procent terwijl er nauwelijks sprake was van zichtbaar ziek. ‘Het is al meerdere keren voor gekomen dat telers ons spontaan bellen vanwege de verschillen die ze zien.’
Guus Bergmans van BASF Nederland BV heeft het dan onder andere over het verschil in nog aanwezig groen blad en de zichtbaar betere kolfvulling doordat de dode top niet of nauwelijks aanwezig is. Zo gauw er sprake van schimmelaantasting worden de meeropbrengsten nog hoger.

Op tijd

Het beste moment voor de toepassing van Retengo Plus is circa een week voor het verschijnen van de pluim. De maisplant is dan nog buigzaam en ondervindt geen hinder van het doorrijden van de veldspuit. Deze bespuiting kan eventueel prima gecombineerd worden met een aanvullende bladmeststof of een insecticide.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer