‘Ik ben meer ondernemer dan boer’

‘Vanochtend was het anders’, weet eigenaar Peter Franken (45). ‘Buiten leek het één wit tapijt van kippen. Ze komen graag buiten en dat kunnen ze bij ons 365 dagen per jaar.’
Franken houdt Freiland-kippen, het Duitse equivalent van de vrije-uitloopkippen. De dieren hebben de beschikking over twintig voetbalvelden frisgroen gras. Een van de weinige risico’s die de hennen lopen, is ten prooi vallen aan een roofvogel. ‘Dat gebeurt enkele keren per week’, zegt de ondernemer. ‘De uitval is iets hoger dan in de volièrestal.’

Imago

De Freiland-eieren zijn goed voor de portemonnee van de Limburger. Ze leveren in de handel al snel een extra cent per stuk op. ‘Kippen die buiten lopen, zijn bovendien goed voor het imago van de sector’, vindt Franken. ‘Voor veel pluimveehouders is deze stal niet te realiseren, want je hebt veel grond nodig. Ik had de mogelijkheid om van mijn buurman 5 hectare te kopen.’
In de twee naastgelegen stallen in Veulen houdt de familie Franken nog 70.000 volièrekippen. In totaliteit leggen alle hennen gezamenlijk 80.000 eieren per week, dus een slordige 30 miljoen eieren per jaar. Allemaal voor de Duitse markt.
‘Elke dag is een medewerker vier tot vijf uur bezig met het sorteren van de eieren. Die komen allemaal per lopende band richting het pakstation’, laat Franken zien.
De Freiland-stal heeft de ondernemer eind 2013 in korte tijd kunnen bouwen. ‘De vergunning was snel rond, mede omdat de stal emissiearm is gebouwd. Provincie Limburg biedt volop ruimte voor de ontwikkeling van de veehouderij.’
De kippenmest wordt al in de stal terug gedroogd, zodat deze kan worden afgezet kan bij de Biomassacentrale Moerdijk. Daar wordt pluimveemest verbrand en omgezet in groene stroom. Franken heeft in 2007 een tienjarig contract afgesloten. ‘Het geeft een goed gevoel dat de mest goed wordt gebruikt wordt. Daarnaast is de afzet stabiel. Elke week gaat een vracht weg.’
Zo’n 6 kilometer verderop in Ysselsteyn is de vader van de ondernemer in 1968 begonnen met melkvee en vleesvarkens. ‘Hij kon in de deze regio relatief goedkoop een afgeschreven bedrijf kopen.’ In 1987 hebben vader en zoon een zeugenbedrijf bijgekocht.
‘Tot mijn veertiende had ik weinig interesse in het bedrijf. Vervolgens ben ik na de havo naar de mas gegaan. Ik heb sindsdien vooral interesse in de intensieve tak en heb daarom de varkens onder mijn hoede genomen. Ik ben geen rundveeman’, vertelt Franken.
In 1998 is het pluimveebedrijf in Veulen aangekocht en is het melkvee afgestoten. Het zeugenbedrijf is in 2009 verkocht. Wat overblijft van de varkenstak zijn zesduizend mestvarkens. ‘Die worden allemaal afgezet op de Duitse markt.’
Franken worstelt even met de vraag waarom hij geen rundveeman is. ‘Mijn vader werkt nog steeds mee op het bedrijf en zit het liefst op de trekker. Hij is een echt buitenmens, terwijl ik bijna altijd in de stal te vinden ben. Ik houd van de grootschaligheid van intensief. Ik vind het leuk om met personeel te werken. Toen ik jong was, was er weinig te verdienen met rundvee, terwijl de varkenshouderij in de jaren tachtig gouden tijden beleefden’, antwoordt hij.
‘Ik voel me meer ondernemer dan boer. Hoge verliezen en hoge winsten, daar kan ik wel mee omgaan. Al hebben we niet te klagen. Het rendement van pluimvee is de afgelopen tien jaar redelijk. De varkenshouderij is soms wat moeilijker, maar er blijft altijd wel een plusje over.’

Gezinsbedrijf

De familie Franken is op dit moment een groot gezinsbedrijf. Peters vrouw Wendy doet de administratie en werkt daarnaast buitenshuis. Van de drie kinderen werkt de oudste (Rozan, 14 jaar) in het weekend mee in het bedrijf om een centje bij te verdienen.
Behoefte aan verdere schaalvergroting heeft Franken niet. Op 2 kilometer afstand is de grens met Noord-Brabant, waar de intensieve veehouderij onder grote politieke en maatschappelijke druk opereert. Daarnaast vindt in de hele regio een groot onderzoek plaats naar de relatie tussen de veehouderij en de volksgezondheid.
‘De maatschappij gaat meer en meer bepalen wat wel en wat niet mag. We zullen als veehouders rekening moeten houden met onze omgeving’, vindt de agrarisch ondernemer.
‘Zelf doe ik dat door netjes te werken. We hebben luchtwassers achter de varkensstallen en de ventilatiesystemen zijn zo gebouwd dat omwonenden weinig last van stof ondervinden. Ook hebben we beplanting rondom de gebouwen. En natuurlijk kunnen mensen uit de buurt de kippen buiten zien lopen.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 1°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / -1°
    20 %
Meer weer