Albert Jan Maat: Blijf vooral doorontwikkelen

Voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland stelt vast dat zowel LTO als Nieuwe Oogst voor grote uitdagingen staat. Hij wijst daarbij met name op de onevenwichtige leeftijdsopbouw binnen agrarisch Nederland.
‘Het merendeel van de boeren en tuinders is ouder dan vijftig jaar. Eén ding is zeker: over tien jaar ziet de agrarische sector en ook LTO er heel anders uit dan nu. Als organisatie moeten we daarop inspelen, maar Nieuwe Oogst zal zich ook tijdig moeten beraden op de ontwikkelingen’, aldus Maat.
‘Doorontwikkelen’ is daarbij volgens de LTO-voorzitter het kernwoord. Hij stelt vast dat er op digitaal gebied nog veel mogelijkheden zijn waar Nieuwe Oogst op in kan spelen.
‘Maar het is wel zaak om bij het ontwikkelen van nieuwe communicatiemiddelen de doelgroep, de Nederlandse boeren en tuinders, nauw te betrekken. Het lijkt me bijvoorbeeld een goed idee om een speciaal Nieuwe Oogst lezerspanel te vormen, bestaande uit ondernemers die allemaal jonger zijn dan 35 jaar. Vraag daarvoor leden van de LTO-organisaties, maar ook één of twee niet-leden en laat nadrukkelijk ook vrouwelijke ondernemers meedoen.’
Zo’n panel kan volgens de LTO-voorzitter nadenken over hoe de situatie in de agrarische sector er over tien jaar uitziet en hoe je daar als medium op in kan spelen. ‘Ga daarover brainstormen samen met ondernemers die er over tien jaar ook nog zijn. Dat zou van moed getuigen.’
Maat sluit niet uit dat de ontwikkeling in de komende jaren leidt naar een situatie waarin de nieuws- en informatievoorziening in de eerste plaats via digitale communicatiemiddelen verloopt. Hij ziet daarin belangrijke voordelen.
‘Het maakt het mogelijk om sneller te acteren. Maar op die manier kun je ook, meer dan nu in de wekelijkse krant, finetunen voor al de verschillende sectoren. Wat nu vaak alleen op hoofdlijnen gebeurt, kan dan veel beter worden uitgewerkt. Dat zou recht doen aan de diversiteit binnen onze organisaties en bij de leden.’
Maat pleit in dat verband voor meer samenwerking tussen Nieuwe Oogst en de LTO-vakgroepen.