Vooral ritnaalden vreten aan aardappel

De meeste schade door vreterij in consumptieaardappelen ontstaat op de zandgronden in Oost-Nederland, gevolgd door de klei in het zuidwesten. Het gaat vooral om ritnaaldschade.

Han ReindsenBij een individuele teler kan ritnaaldschade tot een fors verlies leiden. De uitdaging ligt in het van tevoren identificeren van deze percelen met hoge plaagdruk, blijkt uit onderzoek door Wageningen UR.
Ritnaalden zijn de larven van kniptorren. Deze kevers leggen bij voorkeur hun eitjes in graslandpercelen of andersoortige grasvegetaties. Ritnaaldschade heeft daardoor een directe relatie met grasland of graszaad als voorvrucht.
In het oosten en zuidwesten van Nederland zijn dit typische gewassen waarna akkerbouwers aardappelen telen. Tot vier jaar na het scheuren van het grasland kan schade worden verwacht vanwege het meerjarige larvenstadium, maar de plaagdruk neemt in tijd af.
In het zuidwesten werd het plaaginsect niet altijd aangetroffen, maar de gevonden schade leek op ritnaaldschade. De gangen waren smal ten opzichte van de gangen die meestal door ritnaalden worden veroorzaakt.
Mogelijk zijn kleinere soorten kniptorren verantwoordelijk, denken de onderzoekers. Kniptorren worden in Groot-Brittannië gerelateerd aan schade aan knollen. In 2003 werden de kevers in enkele percelen in het zuidwesten aangetroffen.
Vroege schade door ritnaalden of andere organismen kan leiden tot misvorming van de knol, waardoor de verantwoordelijke dader niet meer is te achterhalen. De oorzaak van gaten in knollen kan een mechanische zijn. Ook onkruid door de knol heen kan tot misvorming leiden.
Problemen met engerlingen komen voor in het oosten (zand) en de slakken in het zuiden (klei), maar dit betrof slechts enkele percelen. Ook deze plagen kunnen incidenteel voor flinke schade zorgen. De rest van de plagen speelde in 2012 en 2013 een marginale rol.
Het aantal monsters waarin drycore is aangetroffen, was beperkt. Drycore wordt vooral gerelateerd aan natte perioden en een late oogst. Omdat in het onderzoek minder monsters van de late oogst in oktober zijn beoordeeld, kan dit invloed hebben op een juiste indruk van de schade.
Het onderzoek geeft niet aan wat in welke mate de oorzaak (ritnaalden of rhizoctonia) voor drycore is. Een verwerker gaf aan dat door toepassing van fungiciden tegen rhizoctonia drycore geen problemen meer gaf. Relevante ritnaaldschade zou volgens deze verwerker beperkt zijn.

Regionale effecten

Onderzoekers van Wageningen UR hebben acht aardappelverwerkers benaderd. Uiteindelijk zijn door vijf bedrijven percelen en aardappelmonsters aangereikt voor beoordeling. Hiermee is een voor Nederland representatief netwerk gevormd om regionale effecten in kaart te brengen.
Het project richt zich op het vaststellen op welke schaal het optreden van vreterij in Nederlandse consumptieaardappelen leidt tot financieel verlies voor de teler. De aanname is dat het probleem toeneemt, maar de werkelijke omvang van de schade is tot nu toe nog onbekend.
In de onderzoeksjaren 2012 en 2013 viel het mee met de schade door vreterij in consumptieaardappelen. Het aantal door de verwerkingsbedrijven aangeleverde adressen met verdachte percelen en beschadigde monsters was beperkt.
Omdat de vraag naar aardappelen in beide jaren groot was, konden vrijwel alle partijen worden afgezet zonder korting of afkeuring.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer