Overeenkomst over PAS Zeeland

Nieuws 06 jun 2015 om 12:00uur

Zeeland - ZLTO heeft met provincie Zeeland overeenstemming bereikt over de ontwikkelingsruimte voor bedrijven bij Natura 2000-gebieden. Die ruimte is geregeld in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De deal houdt in dat de beperkte ruimte die er is zo eerlijk mogelijk wordt verdeeld.

Peter van HouwelingIn de PAS zijn alle Natura 2000-gebieden opgenomen waarbinnen ten minste één stikstofgevoelig leefgebied is, waar overbelasting door stikstof kan optreden. Als de landelijke PAS-regels gehanteerd zouden worden, is er in delen van Zeeland nauwelijks ontwikkelingsruimte voor veehouderij.
Knelpunten liggen vooral rond de Natura 2000-gebieden Grevelingen, de Kop van Schouwen, de Manteling van Walcheren, de Oosterschelde en rond het Zwin en de aangrenzende Kievittepolder.
Volgens de landelijke regels kan een bedrijf maximaal 3 mol groeien in zes jaar. Maar rond die gebieden is de ontwikkelingsruimte zo klein dat er weinig overblijft als één bedrijf de ruimte van 3 mol benut.
Daarom hebben ZLTO en de provincie afgesproken dat bedrijven daar maximaal 1,5 mol ontwikkelingsruimte krijgen. Dat biedt mogelijkheden voor meer bedrijven om zich te ontwikkelen. ‘Onze inschatting is dat de meeste bedrijven in die gebieden hiermee mee uit de voeten kunnen’, zegt Herman Litjens van ZLTO.
De Westerschelde is het enige andere Natura 2000-gebied waar op één locatie toekomstige uitbreidingen die meer stikstofuitstoot opleveren op stikstof getoetst moeten worden. Bij de rest van de Westerschelde hoeft dat niet. De uitstoot van stikstof is daar zo laag dat de provincie de norm van 3 mol handhaaft.
Ook is overeengekomen dat de provincie voor bedrijven zonder vergunning voor de Natuurbeschermingswet het hoogste gebruik als uitgangspunt neemt in 2012, 2013 of 2014.
De PAS wordt 1 juli in heel Nederland van kracht. Provincie Zeeland en ZLTO evalueren de overeenkomst na een jaar. Als dan blijkt dat er voldoende ruimte is omdat bij bedrijven weinig drang is om uit te breiden, wordt de norm mogelijk weer op 3 mol per bedrijf gesteld.
Litjens spreekt van ‘een goede overeenkomst, gezien de omstandigheden’. ‘Het is goed om de beperkte ontwikkelingsruimte zo eerlijk mogelijk te verdelen.’
Overigens kunnen bedrijven die bij uitbreiding de norm van 1 mol niet overschrijden, volstaan met een melding. ZLTO wil nog wel dat er voorwaarden aan deze meldingen worden gesteld om te voorkomen dat de ontwikkelingsruimte snel volloopt. Hierover vindt nog overleg plaats tussen Rijksoverheid en provincies.