Helderheid over regels voor biofilters

Bekende voorbeelden zijn de biofilters, in de vorm van gestapelde plastic IBC-bakken die voorzien zijn van organisch materiaal, de Phytobac die is ontwikkeld door Bayer CropScience en de Heliosec die op de markt wordt gebracht door Syngenta.
Yvonne Gooijer van CLM noemt het een belangrijke verduidelijking dat de overheid het zuiveringssys-teem inclusief buffertanks en leidingen ziet als één procesinstallatie. Voor de verschillende onderdelen van het systeem gelden daarmee geen afzonderlijke eisen of normen. Gooijer is als projectleider betrokken bij het Programma Schoon Water voor Brabant.

Zonder lekbak

De regelgeving gaat ervan uit dat het risico op vervuiling van de bodem minimaal is. Daarom zijn voor het bouwen of opzetten van een zuiveringssysteem geen bodembeschermende maatregelen nodig. Het betekent dat onder de filters en bakken zelf en ook onder de buffertanks geen lekbakken of andere voorzieningen voor opvang van lekvocht aangebracht hoeven worden.
Ook is het niet nodig om bij de aanleg van een biofilter of vergelijkbaar systeem een bodemonderzoek uit te voeren. ‘Dat is bij wasplaatsen een eis om via een analyse van de bodem een nulmeting te maken’, zegt Gooijer. ‘Op basis daarvan is het effect van de activiteit op de bodemkwaliteit te bepalen. Voor zuiveringssystemen is dat niet aan de orde.’
Voor de biofilter en Phytobac, waarbij micro-organismen in organisch materiaal het water zuiveren, geldt dat het gebruikte substraat niet of pas na tien jaar vervangen hoeft te worden. Bij vervanging is afvoer van het substraat niet noodzakelijk, uitrijden kan ook op het eigen land. Voorwaarde is wel dat het uit te rijden materiaal goed en minimaal een jaar gecomposteerd is.
‘Bij deze systemen is het van belang dat het substraat regelmatig omgezet en aangevuld wordt. De micro-organismen die zorgen voor de omzetting van de gewasbeschermingsmiddelen hebben zuurstof nodig en voedsel om goed te presteren’, legt Gooijer uit.
Aansluitend op de besluitvorming rond de zuiveringssystemen heeft het ministerie van I&M bepaald dat de regels voor wasplaatsen niet veranderen. Belangrijkste eis aan een wasplaats is een vloeistofdichte vloer en een keuring één keer per zes jaar door een erkend bedrijf.
Vanuit de regelgeving zijn geen belemmeringen om wasplaatsen met zuiveringssystemen ook te laten gebruiken door andere ondernemers. Het is daarmee mogelijk om de voorzieningen in een samenwerkingsverband aan te leggen. Volgens CLM juicht het ministerie van I&M deze ontwikkeling toe om investeringen eerder rendabel te maken.

Terughoudend

Het signaal om meer duidelijkheid te geven over de regels voor zuiveringssystemen was naast het Brabantse waterproject ook afkomstig vanuit de praktijk. Dat bleek vorige week nog tijdens een startbijeenkomst voor twee projecten om de emissie vanaf erf en land te beperken.
LTO-beleidsmedewerker Jaap van Wenum zei daar dat telers en loonwerkers tot nu toe terughoudend zijn om te investeren in zuiveringssystemen, terwijl de meerwaarde voor emissiebeperking wel aangetoond is. ‘Ze zijn bang dat ze hun geld uitgeven aan een installatie die binnen de kortste keren niets meer waard is omdat de regels toch weer anders zijn dan gedacht.’
Yvonne Gooijer van CLM benadrukt dat de trend moet zijn dat er meer wasplaatsen en zuiveringssys-temen bijkomen op de landbouwbedrijven, om emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar water te verminderen. ‘Deze landelijke regels die nu door I&M zijn afgekondigd, zullen daar ongetwijfeld aan bijdragen.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    11° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 4°
    30 %
Meer weer