PAS moet zich in praktijk gaan bewijzen

Boeren krijgen vanaf 1 juli te maken met de PAS als toetsingskader voor hun uitbreidings- of verbouwingsplannen. De PAS kan ondernemers flink veel geld schelen, maar moet zich in de praktijk nog wel bewijzen.

‘Het was een verdraaid ingewikkeld verhaal, maar ik ben blij dat het eindelijk van start kan.’ Zo typeert LTO-bestuurder Siem Jan Schenk de totstandkoming van de PAS. Al in 2005 begon het zoeken naar een goede aanpak van het stikstofprobleem. In 2009 werd besloten dat dat de PAS moest worden.
Op 1 juli van dit jaar wordt de PAS dan ook echt ingevoerd. ‘De reden dat het zo lang heeft geduurd, komt door de enorme juridische complexiteit van de PAS’, zegt Schenk. ‘Het ging erom dat er een systeem zou komen dat zou borgen dat de kwaliteit van de natuur op geen enkele manier achteruit zou gaan als gevolg van uitbreidingen in de veehouderij. Dat is met de PAS gerealiseerd.’
Voor LTO was het doorslaggevend dat de PAS rechtszekerheid verschaft voor bestaande bedrijfssituaties.

Emissie

De agrarische sector zal ook de gevolgen van de PAS voelen. De landbouw moet extra maatregelen nemen om de ammoniakemissie te verminderen. Deze houden in dat er bijvoorbeeld strengere stalemissie-eisen komen.
Daardoor verdient de landbouw ook weer ontwikkelruimte die exclusief voor de boerenbedrijven is bestemd.
Dat de PAS start, betekent nog niet dat alle vragen zijn beantwoord. ‘Er blijven nog belangrijke vragen open’, stelt Schenk. ‘Zo moet in de praktijk blijken of de PAS juridisch houdbaar is.’ Of dat het geval is moet blijken als vergunningen die zijn verleend op basis van de PAS door de Raad van State worden getoetst.

Lastenverlichting

‘De invoering van de PAS betekent voor individuele ondernemers een grote lastenverlichting’, zegt Schenk. ‘Bedrijven die willen uitbreiden, moeten nu nog individuele beoordelingen en onderzoeken laten maken om aan te tonen dat hun plannen niet nadelig zijn voor de natuur. De PAS maakt dat overbodig. Dat scheelt de sector tientallen miljoenen euro’s.’
Bij plannen voor bedrijfsuitbreiding moet een beroep worden gedaan op de ontwikkelruimte die per Natura 2000-gebied is berekend. Over het algemeen verwachten provincies en LTO dat er landelijk voldoende ontwikkelruimte zal zijn. Daarbij wordt gekeken naar de verschillende scenario’s voor zaken als economische groei en toename van de melkveestapel. Maar voor afzonderlijke gebieden en bedrijven hoeft dat niet zo te zijn.
‘Er moeten dus regels komen voor het eerlijk toekennen van ruimte aan bedrijven die dat echt nodig hebben en dat ook gaan benutten’, zegt Schenk.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 4°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer