Agrarische jongeren kiezen steeds bewuster

Ze zijn doorgaans goed opgeleid en ambitieus, en kijken verder dan alleen naar het ouderlijk bedrijf. Dat beeld doemt op uit het jongste LEI-onderzoek naar bedrijfsopvolgers in de land- en tuinbouw.
De NAJK-leden die voor het onderzoek werden ondervraagd, zijn misschien niet helemaal representatief, duidelijk blijkt dat agrarische jongeren heel bewust kiezen om wel of niet boer of tuinder te worden. Boer of tuinder worden net zoals je ouders is al lang geen automatisme meer.
Bedrijfsovername blijft een ingewikkeld en soms emotioneel proces. Goede communicatie is dan van groot belang. Dat de overdracht van bedrijf en vermogen aan een volgende generatie door ruim een derde van de mannelijke en bijna de helft van de vrouwelijke respondenten in het onderzoek als knelpunt wordt ervaren, maakt dat nog eens extra duidelijk. Uit de interviews ontstaat de indruk dat vooral de opstelling van de ouders daarin erg belangrijk is.
Ondanks de uitdagingen, zoals een lastige financiering, de complexe regelgeving en de beperkingen van het boeren in een vol land, zegt maar liefst 85 procent van de ondervraagden toch de uitdaging aan te willen gaan. Daaruit blijkt wel dat ze ambitieus zijn, anders zou je niet toch over dit soort drempels heenstappen.
Ook de drie agrarische jongeren die op deze pagina aan het woord komen, voldoen aan dit beeld. Ze willen gewoon heel graag boer worden en zijn bereid daar alles voor te doen.
Hoewel ambitieus maken ze gelijk ook duidelijk iets anders in het vak te staan dan hun ouders. Er moet ook ruimte zijn voor sociale activiteiten ernaast. Ze maken daarom bewust tijd voor ontspanning en zijn vaak ook maatschappelijk actief.
Die houding geeft aan dat jonge boeren hebben leren relativeren; dat er meer is dan alleen het boerenleven. Het betekent dat de boer of tuinder van de toekomst zich breder oriënteert en contact zoekt met andere delen van de samenleving. Dat is niet alleen ontspanning, hij of zij steekt er wat van op. Tegelijk kun je zo iets van het mooie van het boerenvak uitdragen, al dan niet uit welbegrepen eigenbelang.