De markt op met bio-aardappelrassen

Voor de biologische aardappelteelt zijn inmiddels een aantal robuuste rassen beschikbaar met een goede resistentie tegen phytophthora. Een volgende stap in de ontwikkeling van deze rassen is een succesvolle opname in de markt.

Haijo DoddeCarolus is volgens Leen Janmaat van het Louis Bolk Instituut een voorbeeld van een resistente aardappel die veelbelovend is en ook op de markt een goede ontwikkeling doormaakt. Dit licentieras van Agrico heeft een karakteristieke blanke schil met opvallende rode ogen. De eigenschappen voor de consumptie zijn aantrekkelijk. Carolus is een kruimige tafelaardappel en ook geschikt om frites van te maken.
‘Albert Heijn heeft onlangs besloten om Carolus in het winkelsortiment op te nemen’, geeft Janmaat aan. ‘Dat is precies wat een dergelijk ras nodig heeft voor een volgende stap, om geleidelijk meer volume te kunnen omzetten en om de teelt op te schalen.’
Bij het biologische proefbedrijf Broekemahoeve in Lelystad is een demoperceel aangelegd met hoofdzakelijk aardappelrassen die resistent zijn tegen phytophthora. Bezoekers van de Biologische Velddag kunnen volgende week de verschillende rassen onder praktijkomstandigheden beoordelen.
De rassen die gepoot zijn betreffen, naast Carolus, onder meer Alouette, Bionica, Connect en Vitabella. Hiervan is Alouette ook afkomstig uit het veredelingsprogramma van Agrico. Dit roodschillig ras is resistent tegen phytophthora én weinig gevoelig voor schurft.
Hetzelfde geldt voor Bionica, ook bekend als Niek’s Witte en daarmee vernoemd naar kweker Niek Vos. Bionica is vrij vast kokend en volgens de beschrijving geschikt voor meerdere bereidingen.
Connect heeft een zeer goede veldresistentie tegen phytophthora in het loof en in de knol. Dit ras van handelshuis Den Hartigh heeft een blanke schil en is geelvlezig, de mineralenbehoefte is beperkt.
Vitabella is een vroege aardappel met een vlotte beginontwikkeling van pootgoedbedrijf Plantera. Dit ras is vastkokend en geschikt voor de verse markt en als fritesaardappel.

Sarpo Mira

Verder liggen er op het demoperceel in Lelystad twee nieuwe rassen onder nummer van de handelshuizen Agrico en Meijer en een nieuwe selectie van Niek Vos. De resistente rassen worden in de teelt vergeleken met Agria en Ditta als standaardobjecten. In de demo zijn geen specifieke bestrijdingsmaatregelen uitgevoerd.
Het ras Sarpo Mira van Danespo, dat door McCain gebruikt wordt voor de productie van biologische frites, staat dit jaar niet meer op het demoperceel.
De demo op de Broekemahoeve is onderdeel van het tienjarig project BioImpuls. Binnen dit project spannen het Louis Bolk Instituut, Wageningen UR en diverse aardappelkwekers zich in om phytophthoraresistente aardappelrassen te ontwikkelen voor de biologische sector.
Kweekbedrijven kunnen plantmateriaal van veelbelovende rassen aanleveren voor het demoperceel om de praktijk te laten zien wat beschikbaar is, legt Janmaat uit.
De adviseur is namens het Louis Bolk Instituut naast BioImpuls ook betrokken bij het Europese project Co-Free. De naam verwijst naar het begrip ‘kopervrij’. Internationale onderzoeksinstituten en het bedrijfsleven werken in het project samen aan de ontwikkeling van teelttechnieken en natuurlijke middelen om biologische gewassen als aardappel, appel, druif en tomaat goed te kunnen telen zonder toepassing van koper als bestrijdingsmiddel.
‘Voor aardappel blijkt de teelt van phytophthoraresistente rassen het beste alternatief voor de koperbespuitingen’, zegt Janmaat. ‘Voor het project Co-Free zijn we nu met name betrokken bij het ontwikkelen van strategieën voor marktacceptatie van de betreffende rassen. We volgen acties in de retail voor andere landbouwproducten in omliggende landen en bekijken of dergelijke methoden ook van meerwaarde zijn voor de biologische aardappelrassen.’
Daarvoor wordt onder meer marktonderzoek uitgevoerd. ‘Zeker voor nieuwe aardappelrassen is een goede opname in de markt een grote uitdaging. Bestaande rassen laten zich niet gemakkelijk verdringen.’
Een voorbeeld daarvan is volgens Janmaat het ras Ditta in de Duitse retail. Het is lastig om daar een ander ras voor in de plaats te krijgen.
In het tafelsegment zijn de eisen voor interne en externe kwaliteit van de aardappelrassen hoog. De biologische sector hoeft niet te verwachten dat consumenten concessies doen aan de smaak of andere kwaliteitseigenschappen. In de afzet is het wel of niet resistent zijn van een aardappelras vooralsnog minder relevant.

Twee resistentiegenen

Na de oogst in Lelystad worden ook de opbrengsten van de verschillende rassen bepaald en aanvullend de houdbaarheid van de aardappelen. Janmaat: ‘Het is altijd spannend hoe lang de resistente rassen zich goed houden in de teelt. Bij alle nieuwe rassen is de resistentie tegen phytophthora gebaseerd op minimaal twee resistentiegenen.’
Een stabiele resistentie is van belang om via het Co-Free-project een goede marktpositie te ontwikkelen, verklaart Janmaat. ‘Het is zonde om tijd en energie te steken in de vermarkting van een ras dat binnen de kortste keren toch weer vatbaar blijkt te zijn voor phytophthora. Dat moeten we dus goed monitoren.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer