Kritisch Faunabeheer schiet zichzelf in de voet met raapverbod

Gijs van den Brink, het nieuwe bestuurslid van SBNL, is een warm pleitbezorger voor weidevogels en de kievit in het bijzonder. Van hem moet het eierrapen in ere worden hersteld ten gunste van de weidevogels. Hij wil Vanellus vanellus-liefhebbers inzetten in het onderwijs. Hij maakt zich ook sterk voor een museum voor de kievit en hij wil aan de praat met Kritisch Faunabeheer, de grootste belager van de eierzoekers.

Seizoensgevoel

Ze houden hem zo bezig, dat hij er zijn seizoensgevoel automatisch op afstemt. ‘Als de weidevogels het voorjaar aankondigen, moet ik naar de polder. Ik raak van slag als ik geen ei heb gezien. Dan is het voor mij geen voorjaar’, klinkt het enthousiast. Dit jaar was het op 23 maart raak, precies om kwart over drie zag hij het eerste ei. Hij noteert steeds precies waar, wanneer en hoe laat. En hij maakt er thuis een gedicht bij, dat dit jaar als titel kreeg: ‘Blij met een ei’ (zie kader).
Het zoeken wordt met het jaar lastiger, want de weidevogelstand vermindert. ‘Vroeger bij ons thuis in de Putter Polder zaten zoveel weidevogels. Die terugloop gaat me aan het hart. Je hebt een binding met die vogels. Ik ben een echte liefhebber geworden. Doordat je de aantallen achteruit ziet gaan, ben je je nog meer bewust van de noodzaak om ze te beschermen.’

Geen kwaad woord
Dat de intensivering van de landbouw met steeds grotere machines een belangrijke oorzaak is, staat buiten kijf. Maar geen kwaad woord over de boeren van Gijs van den Brink. ‘Boeren zijn de beste beschermers van de weidevogels. Bij boeren vind je een open oor en een goed hart voor het leven van de weidevogel. Ze verlenen graag medewerking voor bescherming. Aan de andere kant realiseren zij zich dat de intensivering nadelig is voor de weidevogels. Dat is een spanningsveld, maar ik ken geen enkele boer die weidevogels er bewust uitmaait,’ geeft hij aan. Andere oorzaken zijn de toenemende bedreiging van de vogels en eieren door de vos, kraai en hermelijn en veranderingen bij het grondwaterpeil.

Rapen vergroot kansen

Daar komt in de visie van Gijs van den Brink nog een nieuwe oorzaak bij, het verbod op eieren rapen in Friesland, afgedwongen door Kritisch Faunabeheer. ‘Dat is een tik voor de weidevogels. Kritisch Faunabeheer schiet zichzelf in de voet’, kritiseert het SBNL-bestuurslid. ’Op het moment dat rapen verboden wordt, zie je dat de betrokkenheid van veel eierzoekers vermindert. Dat hebben we bij Vanellus vanellus ook gezien. Minder betrokkenheid betekent minder bescherming: dat hebben ze bij Kritisch Faunabeheer niet begrepen. Ik wil ze uitnodigen om maar eens met me mee te gaan de polder in. Dan kan ik het ze laten zien, wat kieviten zijn en hoe we ze beschermen. Ze weten kennelijk niet dat een kievit wel vijf of zes keer een nest kan maken. Het is prima dat je het eerste legsel meeneemt, want het tweede is veel kansrijker voor de vogels.’ Op maïsland zouden naar zijn opvatting Vanellus vanellus-liefhebbers gewoon eieren mee kunnen nemen, zolang er op dat maïsland gewerkt wordt (tot begin mei). ‘De vogel legt heus wel weer nieuwe eieren’, legt hij uit eraan toevoegend dat het ook mogelijk is om tijdens de werkzaamheden op de akker nesten te verplaatsen en weer terug te leggen. ‘Maar dat is bewerkelijk,’ realiseert hij zich.

10 procent meer weidevogels

Als eierzoekers stoppen, valt er veel kennis en wijsheid weg, maar ook veel bescherming, constateert Gijs van den Brink. Hij keert het om: als het rapen van eieren weer wordt toegestaan neemt de animo toe en ook de bescherming. Hij schat in dat daardoor de weidevogelstand met 10 procent kan toenemen. ‘Dat is niet wetenschappelijk onderzocht, maar als ik terugkijk en ik neem de ervaringen van de laatste vijftien jaar mee, dan zit die 10 procent er zeker in.’ Zijn christelijke geloofsovertuiging stimuleert hem extra om zich in te zetten voor de weidevogels. ‘Die zijn in nood. Zij zijn onderdeel van de schepping, waar we ons verantwoordelijk voor voelen. Het is onze opdracht om te beschermen, ook voor onze kleinkinderen. Ik wil dat ze kunnen genieten van mooie natuur. Daar horen in Nederland weidevogels bij, waarvan de jongen uit kunnen vliegen.’

Echte aandacht

Bij SBNL wil het nieuwe bestuurslid de weidevogels veel nadrukkelijker op de Nederlandse kaart zetten, ‘zodat ze kunnen floreren en zodat iedereen kan genieten van die prachtige vogels. Niet alleen moeten de omstandigheden voor de weidevogels worden verbeterd, maar ook en vooral moeten we zorgen dat mensen in beweging komen.’Geld is een belangrijke factor, maar minstens even belangrijk is voor hem echte aandacht, zodat de weidevogels steun krijgen van gepassioneerde liefhebbers die voor dit bijzondere stukje natuur op de bres gaan staan. Dan komt het geld er ook wel.
‘We moeten mannen en vrouwen met ervaring op het gebied van weidevogelbeheer zien te mobiliseren, zodat ze hun kennis kunnen uitdragen en zodat ze de grote waarde van de weidevogels voor Nederland onder de aandacht brengen’, betoogt Gijs van den Brink. Het zijn de mensen die een klik hebben met de weidevogels, die erdoor gepassioneerd zijn: de eierzoekers/weidevogelbeschermers. Zij kunnen de aandacht voor de kievit, tureluur, grutto en wulp aanwakkeren, is zijn gedachte. Dan komt de zorg voor de weidevogels automatisch op gang. ‘We moeten er ook voor zorgen, dat er weer aanwas komt. Dat jongeren het veld in gaan. We moeten met leskisten naar de basisscholen. De oude rotten van 60-plus moeten in contact komen met de jeugd van 6-plus en hun kennis en passie overdragen. Dan krijgt de weidevogel weer toekomst.’ Bij zijn pleidooi voor meer aandacht past ook een voorstel voor het oprichten van een museum voor de kievit of voor alle weidevogels. Zoiets zet de vogels op een voetstuk: ze zijn écht belangrijk. ‘SBNL probeert als goede doelenstichting geld te genereren uit schenkingen en erfenissen. Daaruit kan ze geld vrij maken voor zo’n museum, voor het mobiliseren van de weidevogelbeschermers en voor de jeugd’’, oppert het bestuurlid.

Krachtenbundeling nodig

Hij maakt zich ook sterk voor krachtenbundeling met verwante organisaties zoals de Bond van Friese Vogelwachters (BFVW). ‘We hebben elkaar nodig. We moeten kijken naar aanverwante organisaties als Landschapsbeheer en de ANV’s om een zo breed mogelijk geheel te maken’, stelt Gijs van den Brink. Daar wil hij ook organisaties bij betrekken die zich tegen het eierrapen keren. ‘We moeten het niet schuwen om met tegenstanders aan tafel te gaan. Ook met Kritisch Faunabeheer. We moeten ze op basis van argumenten proberen te overtuigen dat het verstandig is om samen op te trekken,’ redeneert hij, wetende dat het geen gemakkelijk traject is. ‘Maar als je op voorhand niet gelooft dat je iets kunt bereiken, kun je beter stoppen. Ik denk dat het met kleine stapjes gaat, maar leg de tegenstellingen maar naast elkaar en kijk wat je dan samen kunt doen. In wezen hebben we hetzelfde belang. Dat is het belang van de weidevogel. We mogen het nooit zover laten komen, dat we in Nederland nog maar 1.000 kieviten over hebben.

Tekst: Hans Siemes. Foto: Gijs van den Brink.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer