Razende drukte rond gebiedscollectieven

Staatssecretaris Sharon Dijksma stak tijdens de landelijke dag voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer de nieuwe gebiedscollectieven een hart onder de riem. Ze staat pal achter die nieuwe gebiedsaanpak. Ook was er bijval van de provincies. ‘Hopelijk gaat deze coöperatieve manier van werken echt zoden aan de dijk zetten’, sprak algemeen directeur Gerard Beukema van het Interprovinciaal Overleg (IPO) als wens uit. De natuur moet profiteren.

Dagvoorzitter Pieter Hellinga gaf bij de start van de ANV-dag op 22 april in Lunteren aan dat de gebiedscollectieven, maar ook de overheid moeten doorbijten om het nieuwe stelsel op
1 januari klaar te hebben staan. ‘De stelselherziening is ingrijpend. Er blijven onzekerheden, maar laten die geen belemmering zijn voor de voortgang’, stelde hij. ‘We moeten samen de schouders onder het nieuwe stelsel zetten, zodat we kunnen laten zien dat agrarisch natuurbeheer meerwaarde heeft.’

Geen werk overdoen

Daar draait het om. Het agrarisch en particulier beheer moet met natuurresultaten komen. Vooral met weidevogels en
akkervogels, maar ook met landschap en biodiversiteit. Dat betere resultaat moet ontstaan, door alleen nog in kern-
gebieden subsidie te geven voor beheer. De collectieven gaan hier boeren benaderen om mee te doen. ‘Jullie moeten resultaten bereiken’, beklemtoonde Gerard Beukema. ‘Maar dan moeten de provincies tijdig hun werk doen en goed over-leggen. Samen doen’, antwoordde Alex Datema direct. Hij vertolkte in het debat de opvatting van de gebiedscollectieven.
Hij noemde als voorbeeld de beoordeling van de gebiedsofferte, het aanbod dat elk collectief aan de provincie heeft gedaan om het beheer in een gebied te verzorgen. De Dienst RVO gaat die offertes beoordelen. ‘Ga nou niet het werk overdoen, dat wij al hebben gedaan. Beoordeel het samen met ons.
En kijk niet naar de details, want dat is onze verantwoordelijkheid’, betoogde Alex Datema, die de provincies ook maande om haast te maken met een besluit over die offerte.

Gemiste kans vergroening

Zo kwamen er meer stekeligheden naar voren. Dat zijn er nog best veel. Neem de problematiek van de voorfinanciering.
Gebiedscollectieven maken kosten, moeten medewerkers
inhuren, maar krijgen pas na één tot twee jaar geld. De overheid moet alvast met geld op de proppen komen, was de klacht. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ook de wijze waarop Nederland de vergroening in de akkerbouw heeft geregeld kreeg de nodige kritiek. Zowel de nieuwe gebieds-collectieven als de provincies vinden het een gemiste kans.
Alex Datema had er weinig goede woorden voor over.
Akkerbouwers kunnen aan de vergroening voldoen als ze op
5 procent van hun land vanggewassen telen die stikstof binden zoals veldbonen, luzerne en klaver. Ze krijgen dan de Brusselse vergroeningspremie van ca. 120 euro per ha voor al hun hectares land naast een hectarepremie van 270 euro per ha. Aanvankelijk was het de bedoeling dat akkerbouwers voor 5 procent van hun land natuurlijke akkerranden moesten aanleggen om aan die vergroening te voldoen, maar die voorwaarde verdween onder druk van de landbouworganisaties van tafel.

Datema zette grote vraagtekens bij het effect voor de natuur en de biodiversiteit bij de nu gekozen aanpak. Veel liever had hij gezien, dat bij de vergroening was gekozen voor een gerichte aanpak in combinatie met agrarisch natuurbeheer. “Eeuwig zonde dat dat niet is gebeurd.” Hij pleitte ervoor om dat alsnog te doen. Gerard Beukema was het met hem eens. Alleen gaat dat volgens hem niet meer lukken in de periode waarvoor die vergroening geldt. Pas vanaf 2020, als een nieuwe ronde voor Brussels landbouwbeleid ingaat, zou het kunnen.

De problematiek brengt een verschil in agrarische kring aan het licht. Aan de ene kant een akkerbouw, die zo renderend mogelijk wil opereren. Aan de andere kant is er dezelfde landbouw die koerst naar een zo optimaal mogelijk agrarisch natuurbeheer, die past bij een duurzame sector.

Twee losse flodders

Dat verschil vloeit voort uit het feit dat vergroening en beheer elk uit een aparte financiële pot worden betaald, elk met hun eigen regels. Het is uiterst moeilijk om die twee aan elkaar te knopen. In dat verband sprak Datema over ‘twee losse flodders’, die langs elkaar heen werken. In het belang van de natuur zou het in zijn visie juist goed zijn als ze samengevoegd werden om een optimaal resultaat te halen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer