Primeur Case IH en Steyr op relatiedag

De nieuwe Puma en Steyr CVT-trekkers hebben nu op alle Tier 4B modellen als optie het nieuwe HMC II (Headland Management Control System) wendakkermanagement systeem leverbaar.
Het verschil tussen de nieuwe HMC II met de voorgaande versie HMC I is dat de nieuwe uitvoering meer mogelijkheden heeft en met het touchscreen beeldscherm eenvoudiger is te bedienen. In standaarduitvoering zijn de trekkers nog met HMC I uitgerust.
NextSwath is een onderdeel van precisiefarming waarbij de trekker bij het naderen van de wendakker automatisch uitzoekt welke volgende dichtstbij gelegen werkgang het gemakkelijkst is op te pakken.

Minder werkdruk

Het systeem vermindert de werkdruk van de bestuurder. Vooral bij grotere werkbreedtes voorkomt het overlap of het overslaan van stroken. Het is leverbaar op XCN 2050 terminals en FM-1000 Plus met Autopilot en is via een app te installeren.
Met ingang van april heeft Case IH/Steyr het gps-netwerk voor de Benelux verbeterd. Hierbij werkt de fabrikant in een combinatie van bestaande RTK-basisstations (vaste referentiemasten) in combinatie met gsm-signalen. Naar verwachting werk dit Advanced Farming System (AFS) in de loop van 2016 voor heel Europa.
Met de CNH-simkaart is de gebruiker niet afhankelijk van een bepaalde provider. Deze is zo geprogrammeerd dat hij steeds het signaal van de sterkste operator oppakt. Met dit nieuwe systeem blijft de nauwkeurigheid van 2,5 centimeter ook op grotere afstand van de RTK-mast gewaarborgd. Het CNH-netwerk heeft basisstations op elke 30 tot 40 kilometer.
In navolging van de Quadtrac van Case IH worden nu de drie zwaarste Magnums leverbaar als Rowtrac. De Quadtrac is als basis een Case IH Steiger kniktrekker op vier even grote wielen, maar de Quadtrac is sinds 1997 als optie leverbaar op rupsen.
Gezien het succes van deze formule gaat Case IH dat nu ook toepassen op drie Magnums. Op de modellen 310, 340 en 380, trekkers met respectievelijk 311, 340 en 379 pk.
In tegenstelling tot de Quadtrac, die op vier rupsen of tracks is geplaatst, krijgt de Magnum Rowtrac enkel tracks op de achteras. De tracks zijn gebaseerd op de techniek van de Quadtrac. Ze zijn niet vergelijkbaar met tracks die met wielen zijn uit te wisselen.
Voor deze tracks is de eindaandrijving van de trekker aangepast. Als Rowtrac blijft hij dezelfde maximumsnelheid houden als wanneer hij met wielen was uitgerust.

Eindaandrijving

Met verwisselbare tracks is de rijsnelheid met zo’n 40 procent te verlagen omdat het aandrijfwiel in de tracks kleiner is dan het originele wiel. Door deze aanpassing van de eindaandrijving is het ook niet mogelijk om tracks op de vooras te monteren.
De tracks op de achteras zijn onafhankelijk van elkaar pendelend gemonteerd en blijven zo optimaal bodemvolgend. Voordeel van dit systeem is de lagere bodemdruk per vierkante centimeter en meer trekkracht.
Nadeel is dat de bestuurder op de wendakker wat minder wendbaar is in vergelijking met een wieltrekker. Het gebruik van tracks komt vooral tot zijn recht bij het werken in het veld. Voor veel transportwerk zijn ze minder geschikt.
De rupsen zijn leverbaar in de twee breedtes: 610 en 762 millimeter. In rupsuitvoering blijft het differentieelslot bruikbaar. De Magnum Rowtracs 310 en 340 zijn naar keuze leverbaar met een full powershift of met een CVT, bij Case IH CVX genoemd. De Rowtrac 380 is enkel als CVX leverbaar.