Steeds vrijere markt maar vele regels beperken ondernemerschap

Die twee zaken wringen. Want waar houdt investeren in produceren op en begint de zorg voor het milieu, de natuur en de biodiversiteit? Een vraag waar jaarlijks tienduizenden mensen zich mee bezighouden en talloze rapporten over worden geschreven. Op nationaal niveau en op Europees niveau.
Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw worden boeren gestimuleerd om te produceren. Er komen interventieprijzen, tariefmuren en exportsubsidies. Boeren krijgen betaald om te produceren.
In de jaren zeventig wordt er vanuit het Europees Landbouwbeleid (GLB) meer aandacht geschonken aan de professionaliteit van de agrarische sector. Maar het aanbod van voedsel door de Europese boeren begint de vraag te overschrijden. De pakhuizen lopen vol.
Er komen productiebeperkende maatregelen voor de boeren. De aandacht voor het milieu neemt toe en boeren en tuinders gaan dit voelen. Het wordt het begin van een lange en moeizame weg om de land- en tuinbouw duurzamer en groener te maken.

Duidelijk doel

De Europese Commissie had destijds een duidelijk doel voor ogen: boeren moesten meer voor de markt gaan produceren. De tariefmuren moesten worden afgebroken en de interventiemaatregelen moesten worden afgeschaft.
Dat proces is vandaag de dag zo goed als voltooid. Exportsubsidies zijn op nul gezet. De interventieprijzen zijn er nog wel, maar die worden alleen ingezet in geval van grote prijsdalingen als gevolg van een crisis op de markt.
Het melkquotum is in april van dit jaar verdwenen en dat zal met het bietenquotum in 2017 ook gebeuren. Kortom, de handelsbeperkingen voor de export zijn weg en de agrarische sector kan aan de bak om aan de toenemende vraag van voedsel te voldoen.
Maar zo eenvoudig blijkt het niet. Want, zo zegt de Europese Commissie, landbouw gaat niet alleen over voedsel. Het gaat ook over dorpsgemeenschappen en de mensen die daar wonen, over platteland en de kostbare natuurlijke rijkdommen daarvan. In de Europese Unie zorgen landbouwers voor de leefbaarheid van het platteland. Zonder landbouw zouden veel dorpen en kleine steden wegkwijnen.
Om die leefbaarheid te behouden, moeten boeren en tuinders ook zorg dragen voor milieu, omgeving, klimaat en dierenwelzijn.
Waar de marktregels werden afgeschaft, komen er nu steeds meer regels om het milieu te beschermen, dierenwelzijn te verbeteren en biodiversiteit te bevorderen.

Gouden driehoek

Die regeldruk is, van alle Europese landen, in Nederland nog wel het meest voelbaar. Nederlandse boeren en tuinders zijn nu eenmaal gericht op groei. De gouden driehoek van wetenschap, bedrijfsleven en overheid heeft daaraan bijgedragen.
Sinds de milieuregelgeving in de jaren tachtig van de vorige eeuw opkwam, zijn er veel wetten en voorschriften bijgekomen. Ga in gedachten maar eens op het boerenerf staan en wijs willekeurig iets aan.
Wat je ook aanwijst, bij bijna alles horen wel regels en voorschriften. Voor de trekker geldt vanaf 1 juli 2015 een T-rijbewijs, voor het weiland zijn er regels voor scheuren, langs de slootkanten zijn spuitvrije zones, op het erf moet afspoeling worden voorkomen en ga zo maar door.
Zo’n 90 procent van de regels komt ondertussen vanuit Brussel, zo schatten deskundigen in de Europese landbouw. Daar worden de kaders gesteld en Nederland vult dit deels zelf in.
Bij de regelgeving spelen maatschappelijke organisaties tegenwoordig ook een rol. Staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken heeft de gouden driehoek van wetenschap, bedrijfsleven en overheid veranderd in een ‘diamant’, waarbij de vierde punt de maatschappelijke organisaties zijn.
De landbouw heeft als de belangrijkste ‘bewoner en bewerker’ van het platteland met veel wetten te maken op het gebied van natuur, ammoniak, omgeving, licht, geur, gewasbescherming, water en ga zo maar door. Het zijn zo veel regels geworden dat verschillende wetgevingen en afspraken elkaar in de weg zitten.
Het wordt steeds ingewikkelder, verzuchten boeren. Accountantskantoren en adviseurs zijn dagen zoet met het uitrekenen van bemestingsplannen, mestafzet, vergroeningsmaatregelen, et cetera.
De gemaakte regels zijn vaak generieke regels. Die gelden dus voor grote groepen bedrijven. Omdat geen enkel agrarisch bedrijf hetzelfde is, moeten er vaak uitzonderingen komen. Die uitzonderingen conflicteren vaak met andere afspraken of wetten. Of de uitzonderingen worden ingezet om conflicterende regels te vermijden.
Recent voorbeeld is de teelt van afrikaantjes na gras. In de huidige regels is het toegestaan om grasland te scheuren in juni of juli om daarna afrikaantjes te telen. Bollentelers willen de afrikaantjes telen als grondontsmetting, maar de melkveehouder die het grasland verhuurt, kan dat land dan niet meer opgeven als grasland voor zijn derogatie.
Volgens Dijksma kan dit niet veranderen. Reden: de afspraken over de derogatie met Brussel zijn zo op het scherpst van de snede, dat er geen ruimte meer is voor aanpassingen. De milieuregels reguleren de productie. Voor boeren is daarom één ding zeker: investeren in productie betekent investeren in milieu en biodiversiteit. Dat lijkt de enige manier om meer regels te voorkomen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    9° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer