‘Meer werk, maar mooier’

Elies Lemkes-Straver‘Onze geiten hebben de ruimte om te grazen. We hebben 16 hectare grasklaver en nog eens 25 hectare natuurgebied in gebruik. De lammetjes grazen in het zicht van de carpoolplaats. Dat is ook goed voor ons imago. En we leveren melk aan het trappistenklooster in Berkel-Enschot. De trappisten kunnen de geiten zien lopen.’
Van de Bruggen komt uit een boerenfamilie. ‘Mijn vader had koeien en ik wilde ook koeienboer worden, maar dat kwam er niet van vanwege de melkquota. Ik was melkschepper bij boeren met geiten en die zeiden: ‘Ga geiten melken, daarvoor geldt geen quotum.’ Zo ben ik er eigenlijk ingerold’, vertelt hij.
‘DLV kende een bedrijf in Grijpskerke in Zeeland en daarvan heb ik 60 oude geiten en 60 lammetjes overgenomen. Dat was in 1988. Tegenwoordig moet je met een gangbaar bedrijf wel 1.000 geiten hebben. De geiten kwamen in de koeienstal van mijn vader en we hebben een nieuwe stal neergezet. Tijdelijk mochten we in een deel van de stal wonen. Met 250 geiten kon je de kost verdienen. Onze derde stal hebben we gebouwd nog net voordat we door de herindeling bij Tilburg kwamen. Voor die stal was de vergunning binnen zes weken binnen.’

Biologisch

Anno 2015 huizen er op het biologische bedrijf 600 geiten en 250 lammeren. ‘Elf jaar heb ik gangbaar gedraaid en nu is mijn hele bedrijf biologisch. We gingen van Amalthea naar Bastiaansen en die wilde biologische melk. De overgang was moeilijk voor de geiten: van krachtvoer naar ruwvoer. Dat heeft wel een aantal geiten gekost.’
Het gaat nu goed volgens de ondernemer. ‘We fokken zelf en kopen alleen de bokjes aan. In vergelijking met gangbaar vind ik het prettiger boeren. Het is wel meer werk, maar ook mooier. De geiten gaan naar buiten. Je krijgt meer waardering van de mensen. Eigenlijk fungeren we als uithangbord voor de gangbare sector. 40 procent van het rantsoen is krachtvoer. We investeren veel in ruwvoer en kopen dat bij een boer in België’, vertelt hij.
‘We willen niet te groot worden en een gezinsbedrijf blijven. Tot 800 geiten kun je het met zijn tweeën aan. Drie avonden in de week hebben we melkers.’

Ex-verslaafden

Naast het geitenbedrijf heeft de familie Van de Bruggen een zorgtak. ‘We werken al twaalf jaar met ex-verslaafden via Novafarm. Per dag helpen vijf of zes jongens mee om weer in een werkritme te komen. Ze blijven drie maanden tot een jaar. Eerst was er professionele begeleiding bij, maar door de bezuinigingen is die weggevallen en doen mijn vrouw Ingrid en ik de begeleiding zelf. Dat vergt best wel wat van ons, maar inmiddels hebben we veel ervaring.’
Het ondernemerspaar heeft drie kinderen. ’Myrthe is 20 jaar en volgt een zorgopleiding op het ROC’, vertelt Ingrid van de Bruggen. ‘Lars is 16 jaar en volgt een metaal-/lasopleiding op het ROC en Thom, 18 jaar, studeert bedrijfskunde en management op de HAS. Thom krijgt steeds meer zin in het bedrijf. Hij heeft net acht weken bij een kippenboer gewerkt en dat is goed bevallen. Geiten en koeien kende hij al.’
De oudste zoon heeft ook meegewerkt aan de boer-burgerdag van ZLTO. ‘Het communiceren van een beeld dat klopt met de werkelijkheid is zo belangrijk.’
Samenwerken en samen staan voor je belangen vindt de familie belangrijk, zegt Anton van de Bruggen. ‘Of het nu gaat om je ZLTO-lidmaatschap of om de biologische geitenmelkcoöperatie waar we sinds 2007 lid van zijn.’
De coöperatie telt zo’n veertig leden. ‘In de afgelopen jaren is de melkprijs gestegen. Van het grootste deel wordt kaas gemaakt en er wordt ook melkpoeder geproduceerd. We hebben een boerenbestuur en een ‘open cultuur’. We zitten in een studieclub waar we veel met elkaar bespreken. Als het bij de geiten niet goed gaat, is dat voor iedereen een signaal.’

Boompjesexperiment

Van de Bruggen doet een experiment met boompjes, samen met het Louis Bolk Instituut. ‘Geiten zijn namelijk geen grazers. We hebben 0,5 hectare wilgenplanten gepoot en met prikkeldraad afgerasterd. Maar de geiten zijn daardoorheen gebroken en hebben de boompjes opgegeten. Ze zijn er dol op. Er zit tannine in de bast en in de blaadjes. Dat is, zeg maar, aspirine voor de geiten. Inmiddels hebben we nieuwe boompjes neergezet en de afrastering versterkt.’
Vragend naar de toekomstplannen licht de geitenhouder toe: ‘We hebben pas een carrousel neergezet en we willen een veldschuur ontwikkelen. Kortom, plannen genoeg.’