‘Sommigen lopen voorop, anderen zetten de hakken in het zand’

Sijas Akkerman, hoofd Voedsel bij stichting Natuur & Milieu, bevestigt dat zijn organisatie de agrarische sector daarop aanspreekt. Maar tegelijkertijd stelt hij vast dat boeren en tuinders werken aan duurzaamheid. ‘Het is een divers beeld. Ze zetten stappen in verduurzaming van de productie. Aan de andere kant zijn ze in de agrarische sector soms toch enigszins blind voor wensen van de samenleving.’
Bij bestuurders in de land- en tuinbouw doet zich volgens Akkerman een vergelijkbaar beeld voor. ‘Sommigen lopen voorop, anderen zetten de hakken in het zand.’
Natuur & Milieu begrijpt de zorgen over verduurzamingsmaatregelen die de kostprijs opdrijven, terwijl het maar de vraag is of de verkoopprijs dat goedmaakt. ‘Daarom willen wij helpen om de consument zover te krijgen dat die de duurzamere producten gaat kopen. Daar zetten we ook onze achterban voor in.’
De verhouding tussen Natuur & Milieu en de agrarische sector is de afgelopen jaren wezenlijk veranderd, stelt Akkerman vast. ‘Zes jaar geleden begon ik bij Natuur & Milieu. Juist in die tijd brachten we het boekje ‘De mythes van de landbouw’ uit en openden we een website voor anonieme meldingen over misstanden in de sector. Dat was een volstrekt confronterende aanval.’

Polarisatie voorbij

Die sterke polarisatie is verleden tijd. ‘Nu willen we samen met de sector aan oplossingen werken. Want de doelen zijn hetzelfde. De verschillen van mening zitten vaak in het tempo waarin die gerealiseerd moeten worden.’
Als voorbeeld noemt Akkerman de zuiveringsplicht voor de glastuinbouw. ‘De sector wil daar uitstel voor, terwijl zij al jaren weet dat ze er dan in 2016 aan moet voldoen. Hoeveel tijd heb je nodig? De kosten zijn 10.000 euro voor een groot bedrijf, dat is goed te doen. De koplopers in de sector hebben het al allemaal, die lozen geen afvalwater meer. Ik word af en toe moe van bestuurders die telkens weer pleiten voor uitstel.’
Akkerman hekelt het feit dat achterblijvers nog te vaak de vooruitgang in de agrarische sector tegenhouden. Hij vindt dat LTO Nederland daarin moet durven kiezen, ook als dat in het nadeel is van een deel van de leden.
Natuur & Milieu beoordeelt LTO Nederland overigens als een aanvaardbare partner. ‘Zeker op projectniveau. We doen samen projecten, bijvoorbeeld om te komen tot duurzamere stallen of om ondernemers te helpen een marktaandeel te verwerven voor duurzamere producten. Op bestuurlijk niveau zitten we ook samen aan tafel, bijvoorbeeld eerder dit jaar over de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) voor de melkveehouderij. We zitten daar in verschillende posities en komen elkaar dan wel eens tegen. Maar we respecteren elkaar.’

Boter bij de vis

Akkerman verwacht dan wel dat bestuurders over hun eigen schaduw heen durven te stappen. ‘Wij zijn niet meer uit op de confrontatie, maar we rekenen wel op boter bij de vis. Je kunt bijvoorbeeld niet LTO-portefeuillehouder Duurzaam ondernemen zijn en je tegelijk verzetten tegen fosfaatrechten, omdat je de boeren in Brabant de ruimte wilt geven om verder uit te breiden. Duurzaamheid betekent dat er grenzen zijn. Durf te staan voor maatregelen, ook al doen die wellicht pijn voor 10 tot 20 procent van de bedrijven.’
Een andere organisatie die druk zet op de land- en tuinbouw is Greenpeace. Met name gewasbescherming en genetische manipulatie zijn onderwerpen waarvoor de milieuorganisatie streeft naar verbetering.
Boeren en tuinders hoeven niet bang te zijn dat ze binnenkort actievoerders van Greenpeace met spandoeken op hun erf aantreffen. De milieuorganisatie speelt het spel liever via de band en richt zich op de retail en de overheid; daar waar ze het meeste effect kunnen bereiken. Zo voerden actievoerders onlangs nog campagne in tuincentra tegen residuen op planten en bloemen. En dus niet bij tuinders zelf.
Kees Kodde, Greenpeace-programmaleider Landbouw, is dan ook redelijk mild in zijn oordeel over Nederlandse boeren en tuinders. Hij ziet hen meer als ‘slachtoffer’ van ontwikkelingen waar ze zelf als individuele ondernemer niet echt veel grip op hebben. ‘De schaalvergroting in de agrarische sector is een gevolg van de globalisering. Wij zien ook wel dat het lastig is voor boeren en tuinders om op een andere manier het hoofd boven water te houden.’
Die opschaling van de agrarische bedrijven is een tendens die dominant wordt, constateert Kodde. Daarom moet de samenleving eisen blijven stellen op het gebied van milieu en dierenwelzijn. Daarnaast put zijn organisatie hoop uit een andere trend, die van kleinschalige agrarische productie dicht bij de consument. ‘Mensen willen weer echt eten in plaats van de standaard hap uit de supermarkt.’
Greenpeace richt haar campagnes liever op de schakels verderop in de keten. Tuincentra zijn er verantwoordelijk voor hun klanten schonere planten aan te bieden. Die krijgen daarom bezoek van actievoerders. De retail moet er volgens Kodde in het algemeen voor zorgen dat producenten een fatsoenlijke prijs krijgen voor hun producten waarin de meerkosten voor verduurzaming zijn meegenomen. ‘De retail geeft tot nu toe niet thuis. Ze hebben hier in Nederland weinig belangstelling voor duurzaamheid.’

Sleutel bij retail en overheid

Gevolg is wel dat de hier wel duurzaam tot stand gekomen producten vaak naar het buitenland gaan en dat de duurzame markt zich hier te weinig ontwikkelt, aldus Kodde. ‘Daarom richten we onze campagnes op de retail en ook op de overheid; daar ligt de sleutel tot verandering.’
Supermarkten en voedingsbedrijven kunnen consumentengedrag bijsturen, is zijn overtuiging. ‘Via marketing hebben ze indertijd half Nederland aan de duurdere Senseo-koffie gekregen. Dan kunnen ze dat ook met de verduurzaming.’

Lees ook

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Weer

Meer weer