Varkensmarkt stabiliseert

Ilona Lesscher‘De prijs bevindt zich op zo’n laag niveau, nog lager is bijna niet mogelijk’, zegt Cees Oostrom, voorzitter van de Adviescommissie Varkenshandel en Export van Vee&Logistiek. Het Duitse ISN spreekt van ‘Ramschpreise’.
Het lage prijsniveau geldt voor heel Europa. Door het koude weer in juni viel de vraag naar barbequevlees tegen, terwijl dat normaliter een impuls geeft aan de prijs. Daarbij komt dat in Spanje en Denemarken in het bijzonder vlees dat uit de private opslag komt, de markt drukt.
Specifiek voor de Nederlandse prijsvorming noemt Oostrom het effect van de herkomstetikettering. Sinds april krijgen Nederlandse varkens die in Duitsland worden geslacht, Nederland als herkomststempel.
Het zonnige weer vorige week zorgde ervoor dat de vraag naar varkensvlees fors aanhaalde. Tegelijkertijd daalden de slachtgewichten doordat de hoge temperaturen de groei van de varkens remde. ‘Dat zou een kleine plus rechtvaardigen, maar dat zat er bij de slachterijen blijkbaar niet in’, aldus Oostrom.
De verwachtingen voor komende weken zijn iets positiever. Bij de slachterijen staan de vakanties voor de deur en wordt er traditioneel minder geslacht. Daarnaast ijlt het effect van de lagere groei van afgelopen weken na en is de verwachting dat het voorspelde barbecueweer zijn effect zal hebben.

Biggen moeizaam

De afzet van biggen verloopt moeizaam. Met name in het oosten van Nederland verloopt de handel stroef. Oostrom heeft zelf klanten die geen nieuwe biggen opzetten omdat hun kelders volzitten, maar hoort dat ook van collega-handelaren.
De biggenprijs schommelt tussen de 27 en 32 euro en moet voor een renderende bedrijfsvoering minimaal 10 euro hoger zijn. De biggenhandel loopt in de maanden maart tot en met september traditioneel stroef. Het feit dat Denen biggen leveren die beter beantwoorden aan wat Duitse mesters vragen, speelt de Nederlandse biggenafzet extra parten.
Duitse mesters willen graag zwaardere biggen dan Nederlandse vermeerderaars gemiddeld leveren. Door per zeugenplaats te werken met 4 tot 4,5 biggenplekken, kan daarop worden ingespeeld. Daarnaast maken de Denen scherpere keuzes. ‘Een big die na 8 tot 10 weken niet het goede gewicht heeft, is gewoon geen goede groeier’, aldus Oostrom. In Denemarken wordt wel tot 10 procent niet opgelegd voor de mesterij.