Dijksma voert tweeslachtig beleid

Kleinschalige boeren moeten de wereld voeden, zegt staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken. Tegelijkertijd gaan er overheidssubsidies richting schaalvergroting.

Marc van der SterrenIn Venray debatteren boeren en burgers drie avonden over de intensieve veehouderij. Over het Nederlandse bedrijfsleven dat denkt de wereld te moeten voeden en inzet op grootschalige productie. In Utrecht horen we intussen ‘Kleinschalige boeren hebben de sleutel in handen voor een betere toekomst.’ Niet een milieuactivist zei dat, maar Dijksma bij de conferentie The Future of Farming and Food Security in Africa.
In het buitenland mag onze staatssecretaris zich minister van Landbouw noemen. Wellicht denkt ze voor een internationaal gezelschap ook een tegengestelde boodschap te mogen verkondigen. Ze oogstte applaus voor haar toespraak over kleinschaligheid, terwijl in Nederland juist wordt ingezet op grootschaligheid en overproductie die ten koste gaan van kleine boeren in Afrika.
Slechts 40 procent van ons pluimveevlees komt tegen stuntaanbiedingen in de Nederlandse supermarktschappen terecht. De rest levert nog veel minder op; dat wordt gedumpt in landen als Ghana en Mali. De kleinschalige boeren waar Dijksma het over heeft, hoeven daar geen vleeskippen te houden.
Het is onze boeren niet aan te rekenen. Het is overheidsbeleid. Mededingingsautoriteit ACM heeft bepaald dat een Kip van Morgen, die iets trager groeit, de vrije marktwerking schaadt. De fusie tussen Ahold en Delhaize lijkt soepel te verlopen. Als tuinders samen een verkooporganisatie beginnen, mogen ze een inval van de ACM verwachten.
De eindverantwoordelijke voor dit beleid vertelt intussen over kleinschalige boeren die ‘als hardwerkende mannen en vrouwen het hart en de ziel vormen van een voedselketen die ons allen verbindt’.
Ja, Dijksma heeft het over Afrika. In Grubbenvorst gaat de bouw van een varkensstal elf boeren overbodig maken. Want een gemiddelde vleesvarkenshouder heeft in Nederland 3.000 dieren, het Nieuw Gemengd Bedrijf gaat er bijna 34.000 huisvesten. De vergunningen zijn bijna rond om met 1,2 miljoen vleeskuikens ook veertien pluimveehouders overbodig te maken.

Economisch belang

Voorstanders van grootschalige veehouderij, maar ook van grootschalige glastuinbouw, benadrukken het belang van de agrarische sector voor de Nederlandse economie en prijzen de positie die Nederland inneemt als grootste agrarisch exporteur ter wereld, na de VS.
Het enige dat zo’n ‘megastal’ nog brengt, is vrees. Vrees voor landschapsvervuiling, volle wegen en gevaar voor de volksgezondheid. Een overheid die bepaalt dat alles onder de wettelijke normen valt, neemt die vrees niet weg.
Slechts enkele grote bedrijven profiteren van het beleid van Dijksma. Ze heeft gelijk als ze zegt dat we boeren nodig hebben om de economie op het platteland in stand te houden. Dat doen de kleinschalige boeren met hun nicheproducten en boerderijwinkels. Niet de stallen die bulkladingen vee, veevoer en mest over de plattelandswegen sturen.
Maar ook de staatssecretaris heeft het niet meer in de hand. Het zijn immers internationale ontwikkelingen die worden aangestuurd door trans-Atlantische handelsverdragen.
Misschien hoopt Dijksma als ‘minister’ het platteland in Afrika nog te sparen. Als ons platteland is opgeofferd op het altaar van de vrije wereldmarkt, kunnen we naar Afrika voor een bloeiend platteland.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 4°
    70 %
Meer weer