‘Graanoogst vrijwel ideaal’

Haijo Dodde‘De akkerbouwers in het zuidwesten moeten volgende week alleen nog een paar late percelen wintertarwe dorsen. Dan zijn we voor half augustus al klaar en kunnen we spreken van een vrijwel ideale graanoogst’, stelt Rien Fieman, manager granen van CZAV.
In het zuidwesten zijn de graantelers tijdens de oogstperiode slechts af en toe uitgeregend. De voorbije week heeft CZAV op dertig vestigingen grote hoeveelheden graan ontvangen. Op de eigen website meldt de coöperatie dat afgelopen maandag de graaninname een absoluut record bereikte van 65.000 ton.
In het midden en zuidoosten van het land is de oogst van wintertarwe na dit weekend vrijwel klaar. Aart den Bakker van Agrifirm Plant schat dat in Noord-Nederland volgende week nog zo’n 40 procent van het areaal op het land staat. ‘Ook bij ons loopt de inname soepel. Voor het derde jaar op rij ervaren wij de logistieke voordelen van het af-erfconcept, waarbij we bij een deel van de bedrijven het graan na de oogst ophalen.’

Geen schot

Voor wintertarwe zijn de opbrengsten met 9 tot 11 ton per hectare bovengemiddeld. De kwaliteit van de ingenomen partijen lijkt goed. ‘De vochtgehaltes waren steeds mooi laag, het hectolitergewicht varieert van hoog in de 70 tot laag in de 80. Verder blijkt uit de valgetallen dat er geen problemen zijn met schot’, zegt Fieman.
Den Bakker voegt daaraan toe dat ook in het werkgebied van Agrifirm de tarwe en gerst gezond binnenkomen. ‘Er zijn nauwelijks aantastingen geweest van fusarium en als gevolg daarvan blijven de gemeten DON-waardes op een laag niveau.’
De zomerstorm van twee weken geleden richtte op de Zeeuwse Eilanden geen schade aan. Fieman: ‘We hebben hier niet of nauwelijks percelen gehad met noemenswaardige legering.’
In het noorden en het midden van het land waren de gevolgen van de zware storm wel duidelijk terug te zien in veel graangewassen. ‘Op sommige percelen lag de helft van het gewas plat’, vertelt Den Bakker. ‘Gelukkig gebeurde dit op een relatief laat moment in het groeiseizoen. De soms massale legering heeft daardoor de afrijping niet bemoeilijkt.’
Volgens Den Bakker is het aan het prachtige weer te danken dat de gelegerde percelen toch goed geoogst kunnen worden. ‘Het graan van deze percelen komt overwegend netjes binnen. Bij kwakkelweer is de kans op schot veel groter.’