‘Toename gans en bever Delta’

Marjolein van Woerkom‘Het heeft ons verbaasd dat dit plan nu zo op tafel ligt’, zegt Andries Middag, beleidsadviseur bij LTO Noord Regio West. ‘Er wordt al acht jaar over het beheerplan van de Deltawateren gesproken, maar telkens ontbrak de onderbouwing van bepaalde facetten. Nu ontbreekt die onderbouwing nog steeds, maar ligt het plan ineens wel klaar.’
Het gaat LTO Noord voornamelijk om het feit dat er wordt gesteld dat nergens in de Deltawateren gebruik van een geweer wordt toegestaan, noch bij de jacht noch bij het beheer en de schadebestrijding vanwege de voor vogels noodzakelijke rust. Er dient gewaakt te worden voor significante verstoring van doelen, stelt het ontwerpbeheerplan.
Zo wordt afschot in een straal van 500 meter rond een beverburcht niet toegestaan. Rijkswaterstaat stelt dat afschot de bever in gevaar brengt en dat daarmee de gehoopte opkomst van dit dier in de ban wordt gedaan. De bever zou gevoelig zijn voor geluid.
‘Dat wordt dus nergens wetenschappelijk onderbouwd, terwijl die noodzakelijk is om te kunnen spreken van significante verstoring. De bever gedijt juist in gebieden met veel geluid en verstoring’, stelt Middag.
In haar zienswijze stelt LTO Noord dat, nu deze onderbouwing ontbreekt, niet kan worden volgehouden dat het gebruik van een geweer niet kan worden toegelaten.

Drie provincies

De Deltawateren omvatten de drie provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland, van Rotterdam tot aan Zierikzee. De regeling heeft veel effect op de land- en tuinbouw in het gebied dat voornamelijk bestaat uit akkerbouw.
Door het afschot te beperken in en rond de zeven Natura 2000-gebieden die de Deltawateren omvat, vreest de Jagersvereniging een toename van de ganzenpopulatie. In een zienswijze stelt de vereniging dat de beperkte inzet van middelen - rapen en behandelen van eieren - ertoe leidt dat de Delta op korte termijn een toevluchtsoord wordt voor overzomerende ganzen.
Onverkort vasthouden aan een beheer voor ganzen, oftewel het bewust nalaten van de inzet van adequate middelen kan, gelet op de huidige en toekomstige stand van de regelgeving, forse financiële gevolgen hebben voor de provincies die in dit gebied het bevoegd gezag vormen.
In het najaar wordt het ontwerpbeheerplan definitief vastgesteld.