‘Aan onderzoek is altijd behoefte’

%E2%80%98Aan+onderzoek+is+altijd+behoefte%E2%80%99
© Joost de la Court

De proeven in diverse gewassen, van maïs, gras en soja tot graan, bieten en aardappelen, liggen er letterlijk op de esgronden aan de rand van het dorp. Die eeuwenoude landbouwgronden met hun humusgehalte van 5 tot 6 procent worden onderschat, vindt Emmens.
Het onderzoek dat op zijn bedrijf gebeurt, in samenwerking met DLV Plant, moet de ware potentie van die esgronden blootleggen. En 30 tot 40 procent van de landbouwgrond in Drenthe en Groningen is zand- en esgrond, benadrukt de akkerbouwer en onderzoeker.
De combinatie van gewassen op de proefvelden geeft ook aan dat Op de Es in de breedte actief is, niet alleen voor akkerbouw, maar ook voor veehouderij.

Krappe marges

Dat combineren van akkerbouw- en veehouderijgewassen is cruciaal voor wat hij ziet als zijn opdracht, legt Emmens in de kantine/vergaderruimte uit: de productie op zandgronden milieuverantwoord verhogen.
‘De marges in bemesting worden steeds krapper. Als het zo doorgaat, kunnen veehouders nog maar twee snedes van hun grasland halen. En de norm voor zomergerst ligt al 30 kilo onder de behoefte. Veehouders en akkerbouwers kunnen nog veel winnen als ze nauwer samenwerken. Dat is goed voor het milieu en de portemonnee.’
Dat kan door bijvoorbeeld ‘akkergras’ te telen, zoals hij het noemt. Tweejarig grasland op akkerland met hoge opbrengsten die de akkerbouwer uitruilt tegen bijvoorbeeld aardappelteelt op veehouderijgrond.
Om dat te bereiken moeten boeren nauw worden betrokken bij wat er mogelijk is. De vroeger zo succesvolle wisselwerking tussen onderzoek, voorlichting en praktijk is sinds de privatisering van het praktijkonderzoek echter in het slop geraakt, stelt Emmens vast.
Hij werkt zelf als deeltijd-voorlichter bij DLV Plant. ‘Voorlichting en onderzoek zijn uit elkaar gegroeid.’ Dat vindt hij jammer, omdat uitwisseling van kennis een belangrijk fundament is voor de Nederlandse landbouw. ‘Veel boeren willen het graag terug. En dat doen we hier dus bij Op de Es.’
Daarnaast miste Emmens onderzoek dat specifiek insteekt op de wisselwerking tussen veehouderij en akkerbouw. ‘Samenwerken zijn we hier op de esgronden al heel lang gewend. Dat was in mijn omgeving ook heel gewoon. Maar het wordt door de overheid niet gepromoot, mede omdat het lastig valt te controleren. Die ziet elk bedrijf liever als aparte eenheid.’
In vier jaar tijd wist Emmens met zijn collega’s van DLV in Assen zo’n 600 boeren, die hij participanten noemt, te bereiken om het onderzoeksprogramma van Op de Es financieel te steunen. ‘Deze participanten bepalen ook wat urgent is.’
Voor een jaarlijkse bijdrage van 150 euro de man kunnen ze zelf onderzoeksvoorstellen indienen en beoordelen, en deelnemen aan voorlichtingsbijeenkomsten. Daarnaast vindt specifiek onderzoek plaats voor de agrosector.
Dat de akkerbouwer uit Zeijen tevens voorlichter is, blijkt wel als hij voor het schoolbord in zijn kantine gaat staan. Al snel tekent hij schema’s op het bord en rollen de kengetallen over zeker twintig proeven uit zijn krijtje. Maïsteelt met lichte bewerking, het effect van plantversterkers, een sensor om stikstofmineralisatie in graan te meten, onderzoek naar kopergebrek in graan en aardappelen, rugopbouw in een werkgang, druppel-irrigatie, en zo gaat het nog even door.
Emmens: ‘Het lijkt heel veel, maar ik doe het gelukkig niet alleen. We zijn hier met elf mensen aan het werk. Ik verzorg de coördinatie en voer het veldwerk uit. Maar ik ben ook gewoon boer. Het akkerbouwbedrijf van 130 hectare is mijn inkomen.’

Beetje gek

Dat hij met al die verschillende teelten en toegepaste systemen niet het volle pond van de mogelijke opbrengst haalt, neemt hij op de koop toe. ‘Je krijgt altijd spijt van de dingen die je niet hebt gedaan. En je moet hier ook een beetje gek voor zijn.’
Lag de afgelopen jaren bij Op de Es de nadruk op onderzoek naar akkerbouwgewassen, nu verschuift die meer richting plantaardig onderzoek voor de veehouderij, vertelt Emmens. De teelt van sojabonen bijvoorbeeld, maar ook onderzoek naar maïs en het akkergrasproject, zijn daar voorbeelden van.
Verder kijken de onderzoekers naar het gebruik van rundveemest versus varkensmest. ‘Niet alles wat hier gebeurt is nieuw, wel de omstandigheden en de verhoudingen die we toepassen. Zo proberen we innovatief te zijn en kijken we wat blijft bovendrijven. Het is immers een vernieuwingsbedrijf.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer