Wat moet ik doen met bloeiende akkerdistels?

Voor de boeren en tuinders in Zeeland staan de rechten en plichten van grondgebruikers en -eigenaren beschreven in de Zeeuwse Distelverordening 2010. In deze verordening worden gebruikers, eigenaren, erfpachters of vruchtgebruikers van gronden verplicht op eigen grond, voor zover dit landbouwgrond betreft of een strook van 30 meter daaraan grenzend, te voorkomen dat akkerdistels of akkermelkdistels tot bloei komen.
Het tijdig aanpakken van dit jaarlijks terugkerende probleem is goed voor u en uw buren.
De beste methode om de akkerdistel klein te krijgen is de planten een aantal jaren na elkaar te maaien en zo uit te putten. De betreffende gemeente ziet toe op naleving van de verordening.
In Noord-Brabant is de distelverordening afgeschaft en ligt de bal voor aanpak bij de betreffende gemeente.
Ongeacht in welke provincie u woont is er een handig stappenplan te volgen wanneer u bloeiende akkerdistels of akkermelkdistels signaleert:
1. Reageer meteen en informeer de eigenaar van de grond. Spreek een maaidatum af en wijs hem of haar op de distelverordening.
2. Informeer uw gemeente over de gemaakte afspraak. Voeg ook een foto van de situatie toe.
3. Komt de eigenaar zijn of haar afspraken niet na, neem dan per mail contact op met uw gemeente met het verzoek om te handhaven in lijn met de distelverordening.
4. Mocht de gemeente niet of onvoldoende in actie komen, neem dan contact op met uw ZLTO-afdelingsbestuur.
5. In de provincie Zeeland kunt u dit ook melden bij Ko de Regt van ZLTO.