2 procent

Biologisch is hip. In de supermarkt, in restaurants en op festivals is alles onder deze noemer verkrijgbaar: van koffie tot bier en van fruit tot patat. En heet het niet biologisch, dan toch wel eerlijk, puur, duurzaam of bewust. Ik was er daarom van overtuigd dat ook het aantal biologische bedrijven in Nederland groeide en dat bijna iedereen tegenwoordig biologisch eet.
Wat blijkt? Slechts iets meer dan 2 procent van alle landbouwbedrijven in Nederland is biologisch gecertificeerd (Bron: CBS). Had ik vooraf moeten gokken, dan had ik 15 procent gezegd. Dit aanbod vanuit de landbouwsector is in verhouding met de vraag: in 2013 was niet meer dan 2,4 procent van de omzet aan voedingsmiddelen als biologisch aan te merken (Bron: FoodHolland). Dit percentage groeit wel, zij het gestaag.
Ik snap het niet. Waarom steekt de commercie zo veel geld en energie in een nichemarkt van 2 procent? Dat dit puur onder het motto 'goed voor mens, dier en milieu' wordt gedaan, betwijfel ik. Zijn alle producten die zo worden aangemerkt wel echt biologisch? Alles wat in de mode is, kan immers ook op namaakartikelen rekenen.
Mijn man lacht. 'Ooit van Skal gehoord? Twee keer per jaar controleren zij alle biologische boerderijen. De hele administratie kijken ze na op eventuele bonnetjes van kunstmest, afschriften van veevoer en de hoeveelheid verkochte melk. De stal wordt nagelopen, de dieren bekeken. Toevallig verwacht ik morgen een controleur. Als ze iets vinden dat niet deugt, zijn we ons biologische keurmerk kwijt. Dat geldt ook voor producten.'
Biologisch is dus geen loze reclamekreet, wel een kwestie van slimme marketing. Mijn vraag blijft echter hoe het kan dat de mensen buiten de niche nauwelijks worden bereikt. Is dat omdat biologisch nog altijd 40 procent duurder is? Dat zal het meest genoemde argument zijn. Of is het omdat we ons argwanend afvragen of biologisch echt beter is en daarbij het motief van de grote reuzen in twijfel trekken?
Zo zegt vriendin S.: 'In Utrecht opent binnenkort een AH Biologisch. Echt niet dat ik erheen ga, ik geloof niet dat de bedoelingen van deze supermarkt goed zijn.'
Als meer mensen zo denken, wordt de niche nooit een grote markt. Geef het een kans. En anders kom je maar naar deze kleine dwerg.
De Skal-controle zit er weer op, we zijn met vlag en wimpel geslaagd.