In Nederland zo'n 150.000 hectare geschikt voor KAD

Zo'n 60 à 65 procent van het Nederlandse landbouwareaal van 1,9 miljoen hectare heeft behoefte aan drainage. Ruim de helft hiervan is naar verwachting geschikt voor klimaatadaptieve drainage (KAD).
Of KAD een geschikt ontwateringsmiddel is, hangt af van de bodem en de hydrologie ter plekke. Factoren die bij de geschiktheid een rol spelen, zijn onder andere de aanwezigheid van klei ter hoogte van de drainagebuizen, keileem in de ondiepe ondergrond, verstopping van drainage door ijzerneerslag of een te gering drooglegging.
Als de behoefte aan en de geschiktheid voor KAD wordt gecombineerd, springt een aantal gebieden in Nederland eruit: de IJselmeerpolders, de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden, de kustgebieden in Friesland en Groningen, delen van het Rivierengebied en de beekdalen in de zandgebieden. Ook in diepe droogmakerijen biedt KAD kansen voor oplossingen.
Bij deze gebieden gaat het om een areaal van ongeveer 500.000 hectare, overeenkomend met 25 à 30 procent van het landbouwkundig areaal. Factoren die de geschiktheid negatief kunnen beïnvloeden, zullen het areaal naar verwachting reduceren naar zo'n 100.000 à 200.000 hectare waarvoor KAD geschikt is.
Uit berekeningen blijkt dat met KAD eenmaal per jaar tijdens piekafvoer 7 millimeter per dag wordt vastgehouden en dat ten minste één beregeningsbeurt van 30 millimeter is uit te sparen. Dat biedt voordelen voor landbouw en waterbeheerder.
Door KAD heeft de waterbeheerder 170 euro minder kosten per hectare, blijkt uit een kosten-batenanalyse. Of KAD rendabel is voor de landbouw, is vooral afhankelijk van de sector. Bij vollegrondsgroente zou het gaan om een voordeel van 264 euro per hectare, bij akkerbouw 69 euro en bij melkveehouderij 15 euro.