Seizoen 2015: jaar van uitersten

Het groeiseizoen 2015 nadert zijn einde. De periode dat het gewonnen ruwvoer volledig wordt aangesproken, maakt zijn opwachting. Tijd om de balans op te maken en de kwaliteit van het ruwvoer te beoordelen. Samen met Mark de Beer van Limagrain en Leo Tjoonk van Agrifirm schetst Nieuwe Oogst zes trends.

1Hoog suikeraandeel zorgt voor VEM-records

De gemiddelde Nederlandse graskuil van de eerste snede leverde na bemonstering bij BLGG een record van 948 VEM op. Ook deze zomer leverde met gemiddeld 916 VEM per kilo droge stof een record op.
Deze hoge energiewaarden gaan gepaard met veel suikers in de kuil. Een pre voor de smakelijkheid. Voordeel daarbij is op veel bedrijven dat de zomerkuilen relatief droog zijn en de voorjaarskuilen vochtig. Dit past goed bij elkaar.
Het hoge suikergehalte komt door het koude, natte voorjaar. De mineralisatie kwam laat op gang, waardoor het eiwitgehalte achterbleef. Dit bood ruimte voor de suikers om zich sterk te ontwikkelen.
‘Het hoge suikergehalte is overheersend positief’, stelt Mark de Beer van Limagrain. ‘De drogestofopbrengst is op veel plekken niet overweldigend, maar je melkt niet van droge stof, maar van KVEM. Dat die hoog is, is daarom mooi meegenomen.’
Leo Tjoonk van Agrifirm deelt die mening, maar waarschuwt dat bufferen in het totale rantsoen op veel bedrijven nodig zal zijn. ‘Ga je er verstandig mee om, dan is de graskuil van 2015 zeer waardevol.’

2Ruw eiwit was dit voorjaar laag, maar topt dit najaar

De energiewaardes van de voorjaars- en zomerkuilen mogen dan hoog zijn, het omgekeerde geldt voor de eiwitwaardes. Ook hier speelde het koude, natte voorjaar met een matige mineralisatie een grote rol. Gemiddeld kwamen de eerste snede graskuilen niet verder dan een ruweiwitgehalte van 163. In de zomer lag dat op 147 gram.
‘Voordeel is dat het beschikbare eiwit door het hoge energieaandeel waarschijnlijk goed wordt benut’, stelt Tjoonk. ‘De graskuilen zijn over het algemeen gezond. Dat is een belangrijke basis.’ Ook valt op dat het ruweiwitgehalte in het najaar juist erg hoog is. De vele regenval stuwt de mineralisatie. Rond 20 september zijn ruweiwitwaarden van 265 in het gras gemeten.

3Muizenschade zorgt voor plaatselijke tekorten

Midden in groeiseizoen 2014 werd in Friesland duidelijk dat muizen grote oppervlakten, voornamelijk grasland, bevolkten. In een zo hoge mate dat ze bijna alle gras wegvraten, inclusief de wortels. Vorig najaar en winter bleek de ramp groot. Honderden bedrijven, vooral in Friesland, kampten met grote schade, soms tot 100 procent verwoesting aan toe. Dit betekende herinzaaien en doorzaaien, dus veel opbrengstderving in 2015.
Honderden melkveehouders in Noord-Nederland oogsten minder gras. Op enkele tientallen bedrijven ging de eerste snede helemaal voorbij. ‘Zij hebben een forse schadepost’, stelt Tjoonk. ‘De impact daarvan is niet te bagatelliseren. Op veel getroffen bedrijven ligt het grasland er inmiddels weer goed bij. De schade blijft aanzienlijk maar het herstellend vermogen blijkt gelukkig op veel plaatsen ook groot.’

4Droogte sloeg vooral in Zuid-Nederland hard toe

Deze zomer trad in het hele land, maar met name in Zuid-Nederland, zo’n droogte op dat het echt vervelende gevolgen had voor de grasgroei. Veel melkveehouders probeerden te redden wat er te redden viel door graspercelen kort af te maaien zodat het gras opnieuw kon uitstoelen.
‘Zij deden daar goed aan’, stelt De Beer. ‘Door de droogte krijgt het gras stress en schiet het vervroegd in de aar. Gebeurt dat, dan kost je dat zomaar 100 VEM per kilo droge stof. Het accepteren van lichtere sneden is in periodes van droogte daarom bijna altijd een goede keuze.’
Tjoonk zag ook veel melkveehouders grasland beregenen. Vooral op droge zandgrond pakte dat in het algemeen goed uit. ‘Beregenen moet je altijd verstandig doen, met bewust watergebruik. Dit jaar pakte het veelal goed uit. Je kunt er de zode mee in leven houden, zodat de grasgroei weer vlot op gang komt na een droogteperiode.’
5Naweeën van de zomerstorm hebben grote impact
Grote impact had de zomerstorm van 25 juli. Takken braken af door de harde wind en dat gold ook voor veel maïsplanten. Meerdere percelen gingen nagenoeg geheel verloren en zijn heringezaaid. Op veel meer percelen echter trad wel schade op, maar dit is maar deels zichtbaar.
‘De impact is op veel plaatsen groter dan velen denken’, stellen Tjoonk en De Bee allebei. Ze adviseren om de getroffen percelen apart in te kuilen, omdat de smaak door schimmels op de geknakte planten minder is. Verder kunnen door de schimmels mycotoxinen zijn gevormd die schadelijk zijn voor het vee. Deze kuil kan in kleine hoeveelheden apart worden bijgevoerd.
Tjoonk: ‘Besluit je alle maïs in één kuil te stoppen, ook met geknakte planten, dan is het zaak om dit in dunne laagjes te doen en de kuil extra aan te rijden. De conservering zal bij gekwetste maïsplanten minder goed verlopen. Daarom moet de lucht er extra goed uit worden gedrukt. Hier is een toplaagbehandeling met een inkuilmiddel een bijkomend advies.’

6De maïs wordt dit jaar laat geoogst

Bij de maïsteelt van dit groeiseizoen valt één ding op: het oogstmoment is veelal later dan in de afgelopen jaren. Door de natte augustusmaand verwacht De Beer veel zetmeel in het gewas. ‘Dat is in beginsel positief, maar brengt ook een gevaar met zich mee. Wie een hoog aandeel maïs in het rantsoen heeft, moet oppassen voor de verzurende werking op pensniveau.’
Nu de maïs zo laat pas rijp is, wordt het risico op lastig oogsten ook groter. De Beer denkt dan ook de trend voor 2016 al te kunnen schetsen: ‘Vroege maïsrassen komen meer in trek.’

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer