Een andere aanpak bij het melkvee

De invoering van fosfaatrechten is helemaal niet nodig. Instellen van een A- en B-quotum voor melk onder toezicht van een NZO-loket is een betere aanpak.

Henk KoskampStaatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken is in de eerste plaats een politicus die op een handige manier draagvlak zoekt voor haar beleid. Zij daagt het bedrijfsleven uit om zelf oplossingen aan te dragen voor haar maatregelen. Daar is op zich niets mis mee, om met voldoende draagvlak de nodige maatregelen te treffen.
Ten aanzien van de invoering van fosfaatrechten heeft Dijksma LTO Nederland, NZO en NAJK erbij gehaald. Wat NZO bij het fosfaatverhaal doet, is een verrassing. Maar het staat mooi dat zij deze partij er wel bij wilde hebben.
NZO is de club van alle zuivelverwerkende bedrijven. Royal FrieslandCampina (RFC) is daarbij een grote speler, omdat zij ongeveer 80 procent van de melk verwerkt. Jarenlang is de melk van ons bedrijf door RFC of door haar rechtsvoorgangers verwerkt. NZO is dan voor mij RFC.
Persoonlijk vind ik dat juist RFC medeverantwoordelijk is voor de ontstane situatie omtrent fosfaat. Bij leden van NZO was vanaf 1984 tot april 2015 bekend wat de hoeveelheid aangevoerde melk was. Dat was op 1 of 2 procent na te berekenen. Vanaf 1 april 2015 was het afwachten hoeveel er bij de leden werd opgehaald.
RFC heeft altijd gezegd dat zij in staat is alle melk af te nemen en te verwerken. Zij had zich daarop voorbereid met een ambitieus sanerings- en ontwikkelingsplan ten aanzien van de verwerkingslocaties. Het instellen van een A- en B-quotum was niet aan de orde.
De gevolgen zijn bekend: het instellen van een melkveefosfaatquotum waarvan de rechten naar verwachting verhandelbaar worden. Het ene quotum (in 1984 ingesteld als tijdelijke maatregel) is verdwenen en het andere komt. De handel daarin is alleen kostprijsverhogend. Bovendien is het luchthandel.
Zowel bij een melkveebedrijf als bij RFC wordt 90 procent van het resultaat bereikt door 80 procent van de omzet. Bij een melkveehouder zijn er altijd wel koeien die het matig doen, ziek zijn of sterven. Bij RFC wordt niet alle melk maximaal tot waarde gebracht.

Voorstel

Mijn voorstel is dat er een A-quotum per bedrijf wordt ingesteld voor 80 procent van de melkplas met een melkprijs van +10 procent per kilo. De overige melk (B-quotum) wordt voor 50 procent van de melkprijs per kilo verwerkt. Het A-quotum wordt berekend aan de hand van het melkquotum van 1 april 2014 en de geleverde melk in de periode van 01 april 2014 tot 1 april 2015 en dat delen door twee.
Het hele quotumverhaal voert een stichting of bureau uit (NZO-loket), die is samengesteld door NZO, evenredig aan het verwerken van de melk. Het A-quotum is lid- en leveradres gebonden en daarom niet verhandelbaar. Als de aanlevering van melk stopt, vervalt het A-quotum bij het NZO-loket. Jaarlijks verdeelt het NZO-loket het bij hun aanwezige A-quotum, met als verdeelsleutel een derde generiek en een derde na omvang A-quotum en een derde gereserveerd voor bijzondere gevallen.
Er zijn veel voordelen, namelijk geen handel en daarom niet kostprijs verhogend, geen beperking in hoeveelheid melk en geen strafkorting. Het systeem is eenvoudig en goedkoop zonder bureaucratie. Fosfaatrechten zijn dan waarschijnlijk minder noodzakelijk.
De grote vraag of NZO bereid is dit op te pakken.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 4°
    70 %
Meer weer