7 collectieven actief in Utrecht

Nieuws 10 okt 2015 om 12:00uur

Utrecht - Provincie Utrecht heeft afspraken gemaakt met zeven collectieven die natuur in agrarisch gebied gaan beheren. Het draait vooral om weidevogelbeheer, behalve in het oosten van de provincie. Ook water zit in het pakket.

Koen van WijkOp 1 januari 2016 gaat het nieuwe systeem met gebiedscollectieven van start. Aanvankelijk leek het in Utrecht te gaan om drie of vier collectieven, maar uiteindelijk zijn dat er zeven geworden. Begin oktober is aan alle collectieven een subsidiebeschikking verleend. De afspraken gelden voor de komende zes jaar.
Het gaat collectief Oost-Utrecht, collectief Ark & Eemlandschap, collectief Rijn, Vecht en Venen, collectief Lopikerwaard e.o., collectief Alblassenwaard-Vijfheerenlanden, collectief De Hollandse Venen en collectief Rijn & Gouwe Wiericke.
Alleen de eerste vier genoemde collectieven hebben een groot werkgebied in Utrecht. Van de andere drie collectieven ligt het werkgebied slechts voor een klein deel in provincie Utrecht
Door met de collectieven te werken is het mogelijk om natuurbeheer efficiënt te organiseren, gericht op behoud en ontwikkeling van natuurwaarden in het agrarisch gebied, stelt provincie Utrecht. Voorheen waren er contracten met honderden individuele boeren en tuinders. Nieuw is ook dat waterbeheer onderdeel is geworden van het natuurbeheerplan. Hierdoor ontstaat meer samenhang in maatregelen voor schoner water.
De subsidies worden voor de helft gefinancierd vanuit Europese middelen. Provincie en waterschappen betalen de andere helft.

Brugfunctie

‘Het heeft wat langer geduurd dan gedacht, omdat het nieuw is voor alle partijen. Daarom zijn we blij dat het nu rond is’, zegt Art Wolleswinkel, bestuurslid van de Coöperatie Agrarisch Natuurbeheer Utrecht Oost. Omdat hij ook bestuurslid is van LTO Noord De Liniedijk, vervult hij een brugfunctie tussen de twee organisaties in deze regio. ‘Het is belangrijk dat we signalen vanuit LTO kunnen uitwisselen met het collectief en andersom.’ Ook in andere collectieven zijn LTO’ers bestuurlijk actief.
Het collectief Oost-Utrecht zet zich vooral in op landschapsbeheer, niet in weidevogelbeheer. Wolleswinkel: ‘Het gaat onder meer om natte en droge dooradering van het landschap. We proberen wat goed draait zo te houden, zodat investeringen uit het verleden niet voor niets zijn geweest.’
Ook concentreert het collectief inzet en geld daar waar dit het meest effect heeft. ‘We bouwen nu het systeem op met ingehuurde krachten. De bedoeling is dat de overheadkosten omlaaggaan. Dat lijkt te lukken.’