Manning: 'Van bodem weet je nooit genoeg'

Bij bodemverbetering gaan dingen goed en niet goed. Met het praktijknetwerk Bodemverbeteraars proberen akkerbouwers in de Veenkoloniën er meer grip op te krijgen. 'Je weet nooit genoeg van de bodem', zegt Gerard Manning uit Mussel.

Achttien akkerbouwers in de Veenkoloniën doen sinds begin dit jaar mee aan het praktijknetwerk Bodemverbeteraars. Doel is een methode te ontwikkelen om tot een beter bodembeheer te komen, waardoor de opbrengsten op termijn zullen stijgen. Hoofdaanvrager is maatschap Manning uit Mussel.
Elke akkerbouwer kon binnen het project een probleemperceel aanwijzen. Bodemexperts van PPO, Louis Bolk Instituut, Aequator, DLV, HLB, NMI en Boerenverstand hebben de bodem in kaart gebracht en samen met de akkerbouwer naar oplossingen gezocht.
Gerard Manning koos voor een probleemgedeelte van 3 hectare binnen een perceel van 15 hectare. 'Ondanks draineren en egaliseren bleef tijdens natte periodes voorop het perceel te veel water staan. Het gedeelte is allesbepalend voor de rest van het perceel, dat vaak wel bekwaam genoeg is.'

Organische stof

Het Louis Bolk Instituut constateerde dat er te weinig en geen goede organische stof in de bodem zat. 'Als je een monster van het hele perceel neemt, blijkt het organische stofgehalte 6 à 7 procent te zijn. Daar ben ik content mee. Maar het is een gemiddelde. Op de natte plek was het percentage lager en 'leefde' de organische stof niet.'
Onderzoekers van het Louis Bolk Instituut adviseerden compost te gebruiken. 'Dat zou ik zelf nooit hebben gedaan. Bij compost denk je het eerst aan zandkoppen. Daar wil je het organische stofgehalte omhoogbrengen. Bij de natte plekken kitte de grondt dicht. Meer organische stof zorgt daar voor meer volume in de bodem.'
De nattigheid komt onder andere door kwel vanuit een nabijgelegen kanaal. 'Langs het perceel hebben we een 1,5 meter diepe sloot aangelegd. Hier staat tot onze verbazing het hele jaar door water in en niet alleen bij extreem weer.'
Manning is al zo'n vijftien jaar bezig met bodemverbetering. Dat ging vaak samen met het dempen van sloten. 'Het werkt makkelijker, het ontlast je van teeltvrije zones en de netto-oppervlakte is met zo'n 2 hectare toegenomen. Als er vervolgens aardappels verrotten, schiet je er niets mee op. Tot nu toe valt dat mee, maar we hebben nog geen extreme neerslag gehad.'
Bij bodemkwaliteit hoort ook het op peil houden van het organische stofgehalte. 'Afvoer van stro compenseer ik met de teelt van groenbemesters. Eigenlijk zou ik alle stro moeten hakselen, maar veehouders in de buurt willen graag stro hebben en dan is 'nee' zeggen niet altijd een optie.'
In het verleden gebruikte Manning vaak compost. 'Door de bemestingsnormen loop ik daar nu snel mee vast', geeft hij aan. 'Het is ook een financiële kwestie. Je kiest snel een keer voor euro's op de korte termijn. Compost is iets voor de lange termijn.'
Bodemverbetering, zeker bij de inzet van machines en vakbekwaam personeel, is vaak een dure aangelegenheid. Boeren hebben daarom behoefte aan een eenduidige methode om de bodemkwaliteit in beeld te brengen. 'We missen hulpmiddelen om goede dingen op de juiste manier te doen', zegt de akkerbouwer.
Het praktijknetwerk Bodemverbeteraars draagt hieraan bij. Projectbegeleider Dries van Rozen: 'Het praktijknetwerk uit 2013 richtte zich op het verbeteren van het organische stofgehalte van de bodem. Door startproblemen is het praktijknetwerk blijven liggen. In het kader van het Innovatieprogramma Landbouw Veenkoloniën is het later weer opgepakt.'
Het doel van het praktijknetwerk is aangepast, geeft Van Rozen aan. 'We willen een methodiek ontwikkelen waarbij boeren zelf hun grond kunnen analyseren. Er is al veel kennis. Het gaat nu om kennisverspreiding, om een vertaling naar het boerenerf.'
Zes bodemexperts hebben elk drie boeren toegewezen gekregen, vertelt Van Rozen. 'De adviezen van de experts waren goed. Afhankelijk van het bedrijf en de persoon was er wel kwaliteitsverschil. Zo kan een te uitgebreid rapport zijn doel voorbijschieten. Een A4'tje kan voor een boer voldoende zijn.'

Methode ontwikkeld

Op basis van de bedrijfsbezoeken is een generieke methode ontwikkeld waarmee de kwaliteit van Veenkoloniale gronden in kaart is te brengen. 'Deze ontwikkelde methode zal in het vervolg van het Innovatieprogramma Landbouw Veenkoloniën onder alle boeren in het gebied worden uitgerold', zegt Van Rozen.
Gerard Manning (53) en zijn zoon Antony (21) hebben verschillende ideeën om de ervaringen uit het praktijknetwerk op het akkerbouwbedrijf breder in te zetten. De bewustwording is vergroot en ze kijken nu anders naar de grond. Ze letten op meer dingen en aannames zijn veranderd.
'Het bedrijf uitbreiden met 1 hectare grond kost snel 50.000 euro', zegt Gerard Manning. 'Dat geld kun je ook gebruiken voor bodemverbetering. Dat kan per saldo meer geld opleveren. Een investering in grond blijft zijn waarde houden. Een nieuwe machine kan ook belangrijk zijn, maar je weet dat het over tien jaar oud ijzer is.'

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    16° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer