LTO wil akkoord seizoenswerk

LTO Nederland wil met vakbonden tot definitieve afspraken komen over een regeling voor seizoenswerk voor de land- en tuinbouw in het kader van de Wet werk en zekerheid (WWZ). Volgens de organisatie is het nu tijd om knopen door te hakken.

De afgelopen maanden heeft LTO, samen met samen met Plantum en Anthos, intensief overlegd met de werknemersorganisaties. Onderwerp van gesprek was met name de ketenbepaling in de WWZ. Die regelt de onderbreking van periodes waarin werk kan worden verricht zonder dat een vast arbeidscontract ontstaat.
Bedrijven die jaarlijks gebruikmaken van dezelfde seizoenswerkers, krijgen als gevolg van de nieuwe regels te maken met ontslagvergoedingen. Deze transitievergoeding kan bedrijven met tijdelijk werk, met name in de tuinbouw, veel geld gaan kosten.
Daar is overigens wel wat aan te doen. Binnen een sector mogen werkgevers- en werknemersorganisaties afwijkende afspraken maken en die ter goedkeuring aan minister Lodewijk Asscher (SZW) voorleggen. De land- en tuinbouw wil daar gebruik van maken. Daarom probeert LTO met de vakbonden tot een voorstel te komen waar Asscher zijn handtekening onder kan zetten.
De bewindsman staat daarvoor open, bevestigde hij eind vorige week nog eens in een brief aan de Tweede Kamer. 'Ik ga ervan uit dat cao-partijen op constructieve wijze het gesprek aangaan over de manier waarop tot voldoende flexibiliteit voor werkgevers en voldoende zekerheid voor werknemers kan worden gekomen.'

Drie dienstverbanden

Wat LTO betreft wordt seizoenswerk voortaan gedefinieerd als maximaal drie dienstverbanden in een periode van ten hoogste negen maanden met daarna een onderbreking van ten minste drie maanden. Die laatste termijn sluit aan bij de verschillende piekperiodes en werkzaamheden in de diverse agrarische sectoren.
Werknemers met seizoenscontracten van negen maanden of langer kunnen, bij ongewijzigde bedrijfsvoering en goed functioneren, na drie contracten aanspraak maken op een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. De loonbetaling wordt gespreid over een periode van twaalf maanden.
De werknemer dient zelf het initiatief te nemen voor zo'n verzoek. Voor werkgevers is er dan wel de voorwaarde dat met de Belastingdienst een afspraak wordt gemaakt om deze contracten onder de lage wachtgeldpremie te laten vallen.
Over het verloop van de onderhandelingen met CNV en FNV is LTO positief. Alle partijen hebben stappen gezet om elkaar tegemoet te komen. Deze week bracht LTO een persbericht uit met de conclusie dat het nu tijd is om met een akkoord naar Asscher te gaan.
De vakbonden erkennen dat er geen grote hindernissen meer zijn, maar aarzelen toch nog om zich achter een gezamenlijk onderhandelingsresultaat te stellen. Wat LTO betreft moet dat nu wel gebeuren.
Als de minister instemt met afspraken voor de agrarische sector, moet de regeling vervolgens worden vastgelegd in een cao. LTO stelt voor om deze onder te brengen in de CAO Colland. Die regelt afspraken van sociale partners voor de hele land- en tuinbouw en loopt nog tot 2019.

Bekijk meer over:

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
Meer weer