Boerenapostel strijdt voor grond

Pater Gerlacus van den Elsen wordt wel ‘boerenapostel’ genoemd omdat hij rond 1900 de samenwerking van boeren in boerenbonden en coöperaties stimuleerde. Hier liggen de wortels van ZLTO, Rabobank en Agrifirm. Ook vandaag de dag zijn er ‘boerenapostels’: Frans van der Hoff en Jan van der Hulst. Zij noemen zichzelf ‘priester-arbeider’. Vandaag in deel twee van een tweeluik: Jan van der Hulst.

Ton DuffhuesVan der Hulst is geboren in 1940 in het nog nieuwe peeldorp De Rips op een klein traditioneel boerenbedrijf. Zoals in veel Brabantse boerengezinnen gebruikelijk is, bezoekt hij na de lagere school het seminarie om later priester te worden. Hij maakt zijn opleiding af in de tijd dat het rijke roomse leven van binnenuit en van buitenaf verandert.
Veel priesterstudenten en reeds gewijde priesters treden uit. In de stroom van vernieuwingen kiest Van der Hulst zijn eigen pad; hij blijft priester, maar besluit wel om zich te richten op de diaconie, op de daadwerkelijke sociale en geestelijke ondersteuning van de minderbedeelde arbeiders en boeren. De muren van de traditionele kerk zijn hem te benauwend en hij trekt de wijde wereld in.

Chili

Rond 1970 gaat Van der Hulst naar Chili. In dit Zuid-Amerikaanse land sluit hij zich aan bij een eerder uit Chili verdreven groep priesters die zich verenigd hebben in de Calama-groep. Het politieke en sociaal-religieuze klimaat in Chili is gunstig voor de missie die deze priesters hebben. Zij willen samen met leken bouwen aan een rechtvaardige wereld. Hun uitgangspunt is dat zij alleen van betekenis kunnen zijn voor arbeiders of boeren door met hen te werken in de fabrieken of de mijnen, of op het veld.
Van der Hulst werkt met arbeiders in een kopermijn en probeert van daaruit de sociale gemeenschap te versterken en een vakbeweging op te bouwen. ‘De solidariteit met de mensen en sociale gerechtigheid staan voorop en niet de kerk als institutie’, zegt hij. In 1973 raken deze priesters in conflict met het kolonelsregime en Van der Hulst vlucht naar Nederland. Vervolgens is hij vanuit dezelfde grondhouding gaan werken in Peru, Venezuela, Nederland en de laatste tien jaar op de Filipijnen.
Met in zijn rugzak dertig jaar ervaring met arbeiders komt Van der Hulst in 2006 terecht bij kleine boeren in Centraal-Luzon, een van de zeventien regio’s van de Filipijnen. Die ervaring komt hem goed van pas bij de strijd die de kleine boeren hier voeren om hun grond te behouden of zelfs terug te vorderen.
Wat was het geval? Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn landloze boerenfamilies naar dit onherbergzame gebied getrokken en met veel zwoegen en doorzetten hebben zij stukjes land ontgonnen en kleine bedrijfjes opgezet. In 2006 gebeurt wat velen allang vreesden; een clan van elitaire families uit de regio krijgt het via het provinciebestuur voor elkaar dat een groot deel van dit gebied wordt aangewezen als economische zone. Land dat eerst nauwelijks waarde heeft voor die elite, wordt nu als economisch object aantrekkelijk.
Een probleem: de boeren moeten weg. Hun aanspraken op eigendom of gebruik worden betwist. Via gerechtelijke procedures en treiterende advocaten wordt hun het land ontnomen. ‘De boeren waren niet georganiseerd. Daarom stonden ons drie dingen te doen: de boeren organiseren, hun een betere toegang geven tot informatie en hun leren tegenwicht te bieden en op te komen voor hun rechten.’
Volgens Van der Hulst is de strijd die de Filipijnse boeren moeten leveren van een andere orde dan de strijd die Nederlandse boeren moeten voeren. Hij vertelt over intimidatie en geweld en over de Justice and Peace Action Group waar hij deel van uitmaakt. Zijn status als priester vindt hij onbelangrijk. Veel belangrijker is naar zijn idee een sociale kerkgemeenschap die solidair is en opkomt voor de kleine boeren. Het opbouwen van zo’n gemeenschap is echter niet voldoende, vindt hij.
Wat erbij hoort, is actievoeren tegen een mijnbedrijf dat licenties wil kopen. Of lokaal met de boeren aan de slag gaan om hun bestaanszekerheid te versterken door de rijstteelt te verbeteren. Of samen met de lokale bevolking gezondheidsprogramma’s opbouwen.

Buffels én mobieltjes

Van der Hulst is op een leeftijd om achterover te leunen. Toch gaat hij binnenkort weer naar zijn boeren op de Filipijnen. ‘Ze werken nog met buffels op het veld en hebben tegelijkertijd een mobieltje in de hand.’ Aan die boeren is hij verknocht en hij bewondert hun overlevingsdrang en hun sentimentele band met hun voorouders en de grond.
Van der Hoff en Van der Hulst hebben beiden een kleine bijdrage gehad vanuit het Sociaal Fonds van ZLTO voor hun werk met de boeren in respectievelijk Mexico en de Filipijnen. Via een ZLTO-lid en tevens familielid zijn de twee aanvragen ingediend. De boeren in Mexico kunnen met de bijdrage nieuwe koffieplanten kopen als vervanging van zieke planten. De boeren op de Filipijnen zijn geholpen met de aanschaf van nieuw zaaigoed voor de teelt van rijst.
Heeft u als ZLTO-lid een familielid die ergens op de wereld betrokken is bij een project of activiteit dat direct ten goede komt aan de boerenbevolking aldaar, dan kunt u een aanvraag indienen bij de beheercommissie van het Sociaal Fonds. Dat geldt ook voor een ZLTO-afdeling die een bijzonder ontwikkelingsproject wil ondersteunen.
Voorwaarden voor toekenning zijn: agrarisch karakter, directe contacten en een vergelijkbare bijdrage via familie, vrienden of afdeling. Eén A4’tje met goede informatie volstaat.
Meer informatie over het Sociaal Fonds is op te vragen via bestuurssecretariaat@zlto.nl.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 4°
    70 %
Meer weer