‘Rebelse club’ redt boeren Nieuwkoop

Een proces van jarenlang lobbyen, samenwerken met andere partijen in de commissie Beheerplan Natura 2000, onderhandelen, lezen en schriftelijke reacties indienen kwam hiermee afgelopen zomer voor de LTO-werkgroep tot een eind.
‘We kwamen als werkgroep zo’n acht jaar lang wekelijks bij elkaar’, blikt Theo Kemp terug. ‘Gingen voor overleg steeds met vier man naar provincie Zuid-Holland, die dat in eerste instantie een te grote delegatie vond. En ontvingen meerdere malen mensen op onze bedrijven, zoals gedeputeerden, burgemeesters en wethouders.’
Sjaak Voorend vult aan: ‘Lange tijd konden we ons niet vinden in het beheerplan. We bleven maar schriftelijke reacties indienen. Steeds was het antwoord op onze reacties: ‘Nee, alleen de ecologen hebben gelijk.’ Maar wij bleven er bovenop zitten. Met als resultaat een beheerplan waar we mee kunnen leven.’

EHS en Natura 2000

Sinds 2007/2008 worden acht boerenbedrijven in de Meijegraslanden, waaronder de melkveehouders Kemp en Jaco Kastelein, door diverse natuurplannen bedreigd in het voortbestaan. Voor de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) was het plan al om de Meijegraslanden (500 hectare) geheel in te richten als natuur. Daar bovenop kwam in september 2008 de aanwijzing van het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen, waar de Meijegraslanden in liggen. Dit gebied omvat totaal 2.000 hectare.
27 Natura 2000-doelen moesten beschermd worden, met als belangrijkste het stikstofgevoelige veenmosrietland en het blauwgrasland. ‘Niet alleen vanwege de EHS, maar nu ook door Natura 2000 werd gezegd dat de boeren weg moesten’, vertelt Barendregt. ‘Met als reden: de stikstofproblematiek is hier erg groot, maar die is opgelost als de acht boeren uit de Meijegraslanden verdwijnen.’
LTO Noord stapte in de commissie die het beheerplan moest opmaken. Alle betrokkenen in het gebied waren vertegenwoordigd, zoals twee provincies, vijf gemeenten, twee waterschappen, Natuurmonumenten, Nieuwkoopse ondernemers, jagers en rietsnijders. Provincie Zuid-Holland gaf opdracht voor het maken van een beheerplan, maar ook de nationale overheid bemoeide zich ermee. ‘Nederland wilde twintig extra soorten beschermen bovenop de zeven gekwalificeerde soorten die vanuit Brussel waren aangegeven’, blikt Voorend terug. ‘Daarmee werden wij in de hoek gedreven.’
Reden voor de LTO-werkgroep om samenwerking te zoeken. Onder andere met de diverse Nieuwkoopse ondernemersverenigingen, waarmee LTO Noord onder de paraplu van de Kamer van Koophandel samenwerkte. ‘We vormden zo als de vertegenwoordigers van de economie rondom de plassen een strategische alliantie’, zegt Barendregt. ‘We lieten ons niet uit elkaar spelen, we vormden echt een blok.’
Rond 2011 leek de situatie voor het gebied onoplosbaar te worden. Ecologen gaven aan dat er zoveel depositie in de lucht zat, dat in een straal van 50 kilometer geen ontwikkelingen meer mogelijk zouden zijn. ‘Dat zou de landbouw, maar ook industrie en bijvoorbeeld Schiphol op slot zetten’, zegt Kemp.
De politieke druk was hoog. Maar, zoals Kastelein zegt: ‘Hoe groter het probleem, hoe dichterbij de oplossing.’ Die kwam er doordat de strategische alliantie de drie omliggende gemeentes voor zich wist te winnen, wat een flinke druk op de provincie Zuid-Holland gaf. Hierop besloot gedeputeerde Han Weber om samen een uitweg te vinden.
Hij stelde drie werkgroepen in (landbouw, natuur en industrie/recreatie) om oplossingen te zoeken voor de stikstofproblematiek. Jan Heijkoop werd de onafhankelijk voorzitter voor de landbouwwerkgroep, die het ministerie van EZ uitnodigde. Kemp: ‘Toen hoorden we dat het probleem echt niet opgelost zou zijn als de acht boeren zouden vertrekken.’
Wat bleek? De stikstofdepositie uit het gebied was niet voor 40 procent afkomstig uit de landbouw, maar voor 19 procent. ‘Het aandeel vanuit wegverkeer en industrie was veel groter dan provincie Zuid-Holland en ecologen tot dan toe zeiden’, aldus Barendregt. ‘Dat was een eyeopener voor ons.’
Tot dan toe was ook alleen naar stikstof gekeken als boosdoener. Maar vooral het achterstallig onderhoud in het gebied bleek van grote invloed op de kwaliteit van het veenmosrietland. Door herstel van het Nieuwkoopse natuurgebied samen met een langzame daling van stikstof in Nederland bleek dat geen enkele veehouder hoefde te verdwijnen. Kastelein: ‘De schuld was al die tijd te veel bij de boeren gelegd.’
Dit alles opnemen in het beheerplan viel niet mee. Voorend: ‘Wij hebben er tegenstellingen uitgehaald en waterdichte afspraken gemaakt voor de toekomst. Dat kostte ontzettend veel tijd, energie en volharding.’

Resultaat

Samen met de partners in de alliantie heeft de LTO-werkgroep bereikt dat in de regio geen extra stikstofmaatregelen nodig zijn. Met de afspraken in het beheerplan is er ook juridisch draagvlak dat het bestaande gebruik kan worden voortgezet.
Aansprekend resultaat is dat de acht boeren op de Meijegraslanden niet hoeven te wijken. ’80 hectare natuur bleek voldoende om de Natura 2000-doelstellingen te behalen’, zegt Voorend. ’30 hectare voor blauwgrasland en 50 hectare voor een broedbiotoop voor roerdompen. Bedoeling is om dit via het ruilen van grond in te vullen, maar dat duurt nu al drie jaar.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer