LTO: andere cao dierhouderij

Mike Schellart
Nieuwe cao's zijn geen vanzelfsprekendheid meer, stelt Wim van den Boomen, de nieuwe LTO-bestuurder Sociale Zaken en opvolger van Mans Vulto. Oude verworvenheden op het gebied van arbeidsvoorwaarden staan op de tocht. De tijden, waarin een nieuwe cao automatisch aansloot op de aflopende cao, liggen volgens hem ver achter ons.
'Laat er geen twijfel over bestaan: we hechten nog steeds aan collectieve afspraken over arbeidsvoorwaarden. Dat geeft arbeidsrust, houvast voor de werkgever en voorkomt ongelijkheid tussen werkgevers, maar deze moeten wel passen bij de huidige praktijk op de bedrijven in de dierhouderij.
Van den Boomen wijst daarbij op de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst voor de dierhouderij. Een jaar terug leek deze cao-klus bijna geklaard. Er was een principeakkoord met nieuwe afspraken over modernisering van de arbeidsvoorwaarden. Werkgevers- en werknemersorganisaties waren het eens, alleen handtekeningen ontbraken.

Kink in kabel

Toch kwam er een kink in de kabel. Er dreigden problemen met de algemeenverbindendverklaring. De representativiteit schoot tekort. Ook gingen marktpartijen de cao verschillend gebruiken met als gevolg dat LTO-leden duurder voor arbeid uit zouden zijn dan niet-leden. Het federatiebestuur van LTO Nederland bedankte daarom voor de eer en besloot het principeakkoord niet te tekenen.
LTO heeft nu een oplossing. 'Een minder brede cao voor een aantal sectoren met voldoende representativiteit en vervolgens andere sectoren zien mee te krijgen, die ook het stempel representatief hebben.'
LTO-vakgroep Melkveehouderij, POV en COBK moeten de basis leggen voor zo'n ingeperkte cao. Voor sectoren die onvoldoende representatief zijn, denkt LTO aan het ontwikkelen van een arbeidsvoorwaardenreglement.
Een dergelijke nieuwe overeenkomst is ook nodig omdat vaak wordt gedacht dat de arbeidsvoorwaarden niet meer toegepast hoeven te worden als een cao afloopt. Dit is echter meestal niet zo, omdat sprake is van nawerking van de cao. Die afspraken blijven overeind, ook als in de arbeidsovereenkomst naar de cao wordt verwezen.
Ook moet rekening worden gehouden met het uitgangspunt 'gelijk loon voor gelijk werk', aldus LTO. Als een nieuwe werknemer in dienst treedt in een cao-loze periode, kan hij aanspraak maken op dezelfde functieschaal als de werknemer die al werkzaam is in dezelfde functie. Alleen als het een nieuwe of bijzondere functie gaat, kan hiervan worden afgeweken.
Van den Boom wil de komende maanden spijkers met koppen slaan. 'De veehouderijsectoren weten wat ze willen. Nu gaat het om voldoende 'gebundelde massa' om samen tot nieuwe cao-afspraken te komen. Na een moeizaam proces zien we weer licht aan het einde van de tunnel. Als we ons daarop richten, dan komen we er wel uit.'