Vrijheid om te ondernemen in Tasmanië

De familie Wolfert vertrok vijftien jaar geleden vanuit Zeeuws-Vlaanderen naar Tasmanië om daar hun akkerbouwgeluk te gaan beproeven. Op 110 hectare telen ze nu meer dan twaalf gewassen. ‘Het blijft hard werken, maar we hebben hier tenminste de vrijheid om te ondernemen.’

Johan Wolfert, zijn vrouw Na-thalie en zoon Yuri zijn elke ochtend druk bezig met sleepslangen, haspels en de cirkelirrigatie op hun 110 hectare land net buiten het dorp Kindred, gelegen in het noorden van Tasmanië. ‘Irrigatie is hier enorm belangrijk willen we wat laten groeien. Klimatologisch zitten we op dezelfde breedtegraad als Barcelona. Het regent gewoonweg te weinig. Dat maakt het telen van gewassen een uitdaging.’
Per jaar valt er rondom Kindred zo’n 700 tot 800 millimeter water. Dat zou voldoende kunnen zijn, als het niet in een tijdsbestek van drie maanden viel, maar gelijkmatig over het jaar verdeeld was. Helaas voor de Wolferts. Afgelopen jaar hadden ze zelfs zo’n droge zomer dat er 200 millimeter te kort aan water viel.
Gelukkig hebben ze achter de boerderij een eigen dam. Hiervandaan wordt het water naar de verschillende irrigatiesystemen gepompt. De dam zorgt ervoor dat de gewassen jaarrond voldoende water hebben om te groeien.
Een andere moeilijkheid is, is dat het land niet vlak is maar heuvelachtig. ‘We hebben onze sprinklers zo afgesteld dat ze bovenaan meer water geven dan beneden’, legt zoon Yuri (25) uit. ‘Op die manier proberen we het water gelijk over de planten te verdelen.’
Toch is de familie na 14,5 jaar nog altijd blij dat ze hun gemengd bedrijf in Zeeuws-Vlaanderen verkocht hebben en de stap gezet hebben naar een akkerbouwbedrijf in Tasmanië. In Zeeuws-Vlaanderen hadden ze een gemengd bedrijf van 62 hectare bestaande uit akkerbouw, fruitteelt en het opmesten van Blonde d’Aquitaines. ‘Het was te klein om van te leven en te groot om op niveau te houden’, zegt Nathalie. ‘Dus we wilden wat anders.’

Frustratie

Ook raakten ze steeds gefrusteerder van de Nederlandse regelgeving. ‘Ik voelde me gebonden. Ik kon niet doen wat ik wilde doen’, zegt Johan Wolfert. ‘Ik begrijp daarom nog steeds niet waarom niet meer mensen de stap wagen. Hier hebben we de vrijheid om te ondernemen zoals wij willen.’
Ze kozen voor Tasmanië, omdat ze het op het vaste land van Australië te warm vonden (45 graden of meer). Ze kochten een bedrijf van 150 hectare in het noorden nabij Devonport en maakten er een intensief akkerbouwbedrijf van. Papaver, pyrethrum, aardappels, groene bonen, broccoli, tarwe, rode bieten en spruiten zitten in het bouwplan, maar ook bloemkool, wortels, prei, ui en boekweit.
‘We telen waar vraag naar is’, zegt Johan Wolfert. ‘Dat doen we in overleg met de fabriek. Rode bieten zijn bijvoorbeeld hier onlangs uitgeroepen tot superfood, dus nu telen we daar meer van.’ Het bouwplan is niet zo vast als in Nederland gebruikelijk is. ‘We houden een ruime rotatie aan, omdat we kwetsbare groenten telen en we moeten oppassen dat we de bodem niet verdichten.’
Ook te vroeg terugkomen met een gewas is een risico, vertelt hij. ‘Het wordt hier in de winter niet koud genoeg om alle ziektekiemen te doen afvriezen. Witrot in uien is daardoor iets waar elke akkerbouwer mee kampt, ook al heb je acht jaar geen uien geteeld.’

Spruiten

De familie is één van de vier spruitentelers op heel Tasmanië. Ze telen elk jaar zo’n 10 hectare, waardoor het een van hun belangrijkste teelten is. Tussen de rijen spruiten door planten ze broccoli. ‘Spruiten zijn te duur om ze de vernieling in te rijden’, zegt Nathalie Wolfert. ‘Het is een risicovol gewas. Het meeste kan fout gaan tijdens de ziekte- en insectenbestrijding. Of je maakt een klapper met een topopbrengst, of je houdt er niets aan over. Er is geen middenweg.’
Afgelopen jaar lag de prijs op 59 eurocent per kilo. ‘Soms kregen we maar 60 tot 70 procent uitbetaald, omdat de kwaliteit minder was’, zegt ze. ‘Het is een mooi gewas, maar je krijgt er ook hoofdpijn van.’ Gemiddeld haalt de familie 30 ton spruiten van een hectare. De kostprijs per hectare is 9.600 euro. ‘Als we er minstens 6.400 euro aan overhouden, dan is het alle moeite waard geweest.’
De gewassen worden meestal afland getransporteerd naar de fabriek, waar ze contracten mee hebben. ‘Er zijn hier twee grote supermarktketens die 80 procent van de markt in handen hebben’, zegt Johan Wolfert. ‘Soms telen we 7 tot 8 procent meer dan gecontracteerd. Als er extra vraag is dan is het de kers op de taart, als dat niet het geval is, heb je een erg dure groenbemester.’

Hard werken

Net zoals in Nederland is het ook hier hard werken om een belegde boterham te verdienen. ‘Het is hier niet makkelijker, maar wij vinden het wel beter’, zegt Johan Wolfert. ‘Kijk alleen al naar ons uitzicht vanaf deze heuveltop. Zittend aan de eettafel kunnen we zo de zee zien. Daarnaast krijg je hier als ondernemer gewoon nog de ruimte om te ondernemen.’
‘We hadden het onszelf gemakkelijker kunnen maken door minder diverse gewassen te verbouwen’, voegt zijn vrouw eraan toe, ‘maar nu spreiden we ons risico. Als het ene niet lukt, dan lukt het andere wel. Papaver en pyrethrum zijn onze verzekering. Spruiten en broccoli zijn speculatief. ‘
‘Daarnaast hebben we het voordeel dat we dit met z’n drieën kunnen doen. Had Yuri geen interesse, dan hadden we zeker voor een minder bewerkelijk bouwplan gekozen.’
Terug naar Nederland gaat de familie alleen nog om kennis en contacten op te doen. ‘Nederland loopt toch voorop als het gaat om teeltkennis’, zegt Johan Wolfert. ‘Al is de markt daar anders. Hier telen we vooral voor de conservenindustrie, dus kleine spruiten. Daar wordt meer geteeld voor de versmarkt en wil men grote spruiten.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer