Elektrakeuring zorgt voor meer bedrijfszekerheid

Volgens sectormanager plantaardig Willem Snoeker is de keuring een voorbeeld van de enkele jaren geleden ingezette koers bij de verzekeraar. ‘We beoordelen niet alleen de risico’s, maar kijken veel meer hoe we die samen met de klant kunnen verminderen. Als schadeverzekeraar hebben we een ruime kennis en ervaring met branden. Die informatie brengen we in, om zo juist ook iets aan de voorkant te doen. Uiteindelijk is iedereen bij die preventie gebaat.’
In de bloembollen is die keuring al verplicht. Snoeker constateert daar een grote teruggang in het aantal branden. ‘Ongelukken kunnen altijd gebeuren, maar juist in de piekperiode draaien de installaties volop,’ stelt Snoeker. Op zo’n moment liggen er ook veel producten binnen en is de schade zo mogelijk nog groter. Zeker voor de verdere bedrijfsvoering. ‘Wat als al het uitgangsmateriaal verloren gaat? Dan kunnen we daarvoor wel een goede schadevergoeding betalen, maar daarmee alleen is zo’n ondernemer niet geholpen.’

Warmtecamera

Inventarisaties van schadeoorzaken laten zien dat de meeste branden ontstaan door oververhitting in elektrische installaties. Bij de keuring maken de inspecteurs gebruik van een warmtecamera. In meerdere opzichten een belangrijk instrument, weet Snoeker. ‘Daarmee kunnen gebreken visueel worden gemaakt, die anders onzichtbaar zouden zijn gebleven. Een foto van de stoppenkast geeft met groen, geel en rode kleuren perfect weer in welke delen van het bedrijf zich de problemen voordoen.’
Snoeker benadrukt dat de keuring - en de daaruit voortvloeiende aanpassingen op het bedrijf - meer doelen dient dan alleen brandpreventie. Fouten in de elektra kunnen ook leiden tot storingen in de bewaring of verwerking van producten. ‘Op zo’n moment komt de bedrijfscontinuïteit in gevaar, terwijl die alsmaar belangrijker wordt in een steeds veranderende wereld.’
Een open wandcontactdoos, te veel zware stekkers in een verdeeldoos of het ontbreken van de aardlekschakelaar... De elektrakeuring is ook goed om bedrijfsblindheid te voorkomen, heeft Snoeker gemerkt. ‘Vaak gaat het om hele kleine dingen, die zo kunnen worden verholpen. Maar in de waan van de dag blijven die vaak liggen. Nu worden ondernemers daar door de inspecteurs nog eens expliciet op gewezen.’
Volgens Snoeker vraagt de preventieve aanpak vooral nog een omslag van denken bij een deel van de bedrijven. Als het gaat om de kwaliteit van hun geteelde product, wil de ondernemer daar best veel geld voor uittrekken, heeft hij gemerkt. ‘Mede ook omdat daarmee veel sneller een direct verband met de afzet wordt gelegd. Dat geldt ook voor het onderhoud van het machinepark. Onze boodschap is dat de installaties ook aan slijtage onderhevig zijn en dus extra aandacht vragen met controles en onderhoud.’
Zeker naarmate installaties intensiever worden gebruikt is het goed om die eens in de vijf jaar te laten keuren. ‘Maak gebruik van de schade-ervaringen die wij hebben. Die bewijzen echt hun nut,’ stelt Snoeker, die dat illustreert met voorbeelden van enkele leden van de sectorraad van Interpolis. ‘Een akkerbouwer en een bloembollenteler kwamen beiden dingen tegen die ze nooit hadden verwacht. De een heeft zelfs direct al zijn lichtarmaturen vervangen, toen hij de zwartgeblakerde randen aan de plafondplaten zag. Hij schrok daar enorm van. Het had heel slecht kunnen aflopen.’

Risicomanagement

In de bloembollensector en de intensieve veehouderij gaan de eerste bedrijven (na een periode van vijf jaar) alweer op herhaling voor de keuring. En ook dat blijkt zinvol, hoewel de gebreken over het algemeen minder zwaar zijn dan in de eerste ronde, stelt Snoeker. ‘Het is dan meer een kwestie van bijhouden.’
De komende maanden worden de melkveehouderij, akkerbouw en andere open teelten aangeschreven. Het initiatief komt iets meer bij de ondernemers te liggen. Snoeker is ervan overtuigd dat risicomanagement een voorwaarde is voor de bedrijfscontinuïteit. ‘Dat betekent dat wij naast onze oude strategie van risico’s afdekken, ons samen met de ondernemers inzetten om risico’s te beheersen door kennis te delen. Dat is echt geen overbodige luxe in een tijd dat bedrijven steeds afhankelijker zijn van elektra. Bijna alles draait daar op. Een periodieke keuring lijkt me dan niet meer dan logisch.’