'Voor LTO staat de economische positie van onze leden voorop'

Hoe staat de Nederlandse melkveehouderij ervoor?

'Ons imago is sterk, maar dat schept ook verantwoordelijkheden. Het blijft de uitdaging om de wensen van de maatschappij te verbinden met de markt. Aan de ene kant hebben we de continuïteit van onze bedrijven en aan de andere kant de balans met de omgeving. Gewaardeerd om ons product en geaccepteerd voor de productiewijze is het motto.'

Hoe ziet u de positie van de sector over tien jaar?

'We zijn nu veel bezig met de kortetermijn-politiek door alle regelgeving die op ons afkomt. Als we verder kijken, zien we dat onze positie op de wereldmarkt sterk is. Dat komt ook door de hoge eisen die we aan onze bedrijven en producten stellen.
'Soms is dat lastig te onderbouwen. Er staat tenslotte geen regel op de eindafrekening van de melk waarop wordt weergeven wat onze maatschappelijke inspanningen opleveren. Maar onze export stijgt nog steeds, dus onze keuzes betalen zich terug in de markt.'

Zorgen al die regels voor de melkveehouderij niet juist voor intensivering van de sector?

'De optelsom van regelgeving voor mestverwerking, fosfaatrechten en grondgebondenheid zorgt ervoor dat de melkveehouderij in balans blijft. Het is ook belangrijk voor het behouden van het goede imago van de sector.
'De regelgeving wordt wel ingewikkeld zo, dat moet eenvoudiger. Tegelijkertijd kunnen wij niet zonder. Alleen vrijwilligheid werkt niet als het individuele belang van een melkveehouder niet gelijk oploopt met de algemene doelen van de sector.'

Wat is de rol van uw vakgroep hierin?

'Voor LTO staat de economische positie van onze leden voorop. Maar we stellen ook dat de verbetering van inkomenspositie in balans moet zijn met de maatschappelijke verantwoordelijkheid die we hebben.'

U spreekt vast vaak jonge boeren. Overname is niet eenvoudig. Hoe kijkt u daar tegenaan?

'Melkveebedrijven worden kapitaalintensiever, maar het blijven familiebedrijven. De oplossing ligt niet altijd in schaalvergroting. Zeker omdat productiemiddelen zo duur zijn. Er moet ook balans in een bedrijf zijn.
'Daarbij moet een bedrijf qua structuur en rentabiliteit ook over te nemen zijn. Het geeft aan dat nieuwe financieringsvormen wenselijk zijn. Blijft dat de animo om koeienboer te worden alleen maar lijkt toe te nemen.'

Hoe staat de LTO-vakgroep in de zuivelketen?

'Melkvee is binnen LTO belangrijk. Het is een sterke sector en dat willen we zo houden. Ik vind dat de zuivelketen met afnemers en toeleveranciers zich positief ontwikkelt. Daarin zijn wij als vakgroep een belangrijke gesprekspartner.
'De schakels in de keten sluiten goed op elkaar aan en we maken met elkaar afspraken. Ook over welke maatschappelijke verplichtingen we hebben. Als één schakel daarin niet meegaat, kan dat grote gevolgen hebben voor de gehele keten. Wij kunnen alleen meer produceren en exporteren in een concurrerende omgeving als wij het in de hele keten goed voor elkaar hebben.'

Heeft u nog wel eens tijd om op het eigen bedrijf te werken?

'Het zijn natuurlijk spannende tijden, en dan is het heerlijk om van tijd tot tijd tussen de eigen koeien te werken. Dan besef ik ook weer wat een prachtig beroep wij hebben en dat we dat kunnen uitoefenen in een geweldige omgeving.'