CO2-handel tegen bodemdaling

De FMF wil met het project 'Valuta voor Veen' de benodigde maatregelen in veen(weide)gebieden financieren door de gereduceerde en vastgelegde CO2 te verhandelen via een regionale CO2-markt. Een ton gereduceerde en/of vastgelegde CO2-uitstoot door het tegengaan van veenoxidatie is hiermee geld waard.
Boeren die met hoger grondwaterpeil minder CO2 uitstoten, kunnen hiervoor compensatie krijgen. De regionale koolstofbank kan buiten Friesland ook in andere veenweidegebieden worden uitgerold, stelt de FMF.
'Het lijkt me goed om de kansen te onderzoeken', reageert Van der Grift, vanuit LTO Noord bestuurlijk betrokken bij het Utrechtse veenweidegebied.
'De CO2-handel kunnen we benutten. Het maakt een sterkere financiering mogelijk van maatregelen tegen bodemdaling, met behoud van het opbrengend vermogen en draagkracht. Wel moeten we ons realiseren dat de veenweiden in Friesland niet een-op-een te vergelijken zijn met de westelijke veenweiden. Hier geldt al een hoger waterpeil.'
Het is vooral bodemdaling, en niet zozeer CO2, waar de discussie in het Groene Hart om draait.
'Er liggen kansen in de breedte als we de CO2-reductie te gelde kunnen maken. Het kan dienen als een financieel smeermiddel voor bodemdaling, dus ik denk dat een onderzoek zeker de moeite waard is.'

Studie

Uit een studie naar de haalbaarheid van het vernatten van veengebieden en het verhandelen van hierdoor behaalde emissiereducties uit 2014 blijkt dat het Valuta voor Veen-concept kansrijk is, zowel in een landbouw- als natuurscenario.
Het landbouwscenario is door Natuur en Milieufederatie Groningen en adviesbureau IMSA Amsterdam uitgewerkt op een landbouwareaal van 50 hectare rondom Zegveld. Hier is studie gedaan naar verhoging van het waterpeil in combinatie met onderwaterdrainage en veeteelt.
Dit scenario toont aan dat de opbrengsten vanuit de koolstofmarkt in potentie voldoende zijn om de benodigde investeringen binnen zeven tot twaalf jaar terug te verdienen, mits het waterpeil voldoende wordt verhoogd. Bijkomend voordeel in dit scenario is dat landbouwkundig gebruik van de gronden mogelijk blijft en bodemdaling wordt vertraagd.