Kalf beter voeren voor lagere ALVA

Aagje Kramer, die onder de bedrijfsnaam Jongveecoach melkveehouders adviseert over jongveeopfok, weet de oorzaak wel. ‘De meeste veehouders denken amper na over hun opfok- en voerstrategie.’
De Jongveecoach benadrukt daarbij dat een gemiddelde ALVA weinig zegt. ‘Het gaat om de spreiding. Als je het doel echt nastreeft om een ALVA van 24 maanden te bereiken, dan moet ook zeker 80 tot 90 procent van je vaarzen dat halen.’
Bewustwording is waar volgens Kramer de eerste en grootste winst te behalen valt. Dat betekent niet dat ze tegen de inzet op eerder afkalven is. ‘Wie bewust en goed aan de opfok werkt, kan prima eerder insemineren en toch goed ontwikkelde vaarzen fokken. Sterker nog, onderzoek toonde meerdere malen aan dat vaarzen die op een leeftijd van circa 23 maanden afkalven, de beste levensproductie realiseren.’

Groei

Dit is te realiseren door inzet op goede groei. ‘Dat moet in het eerste jaar gebeuren en dan vooral in de eerste maanden. Een rietje eerder inbrengen bij een pink is niet zo moeilijk, maar het gaat erom dat de vaarzen goed ontwikkeld afkalven.’
Kramer adviseert melkveehouders die het gestelde doel nastreven, 160 gram melkpoeder per liter te voeren in plaats van de 125 gram die op de etiketten staat. Ook wijst ze op de kwaliteitsverschillen tussen verschillende eiwitsoorten in melkpoeder.
‘Mager melkpoeder is het duurst, maar ook het beste. Dat stremt in de lebmaag en helpt het kalf. Een jong dier heeft immers nog niet de werking van vier magen ontwikkeld. Wei-eiwitten zijn ook van hoge kwaliteit, maar stremmen niet in de lebmaag. Sommige fabrikanten voegen hier echter caseïnaat aan toe waardoor er wel stremming optreedt.’
Een derde optie is melkpoeder voor een deel opgebouwd uit plantaardige eiwitten. Deze zijn volgens Kramer echter het minst waardevol omdat het maag-darmstelsel in de eerste maanden alleen voor het verwerken van melk is ingericht.
‘Met plantaardig eiwit kan het kalf de eerste vier weken niets. Om die reden moet je in de eerste maand ook niet veel groei van brok verwachten. Melkveehouders verkijken zich daar vaak op. Om kalveren te leren krachtvoer op te nemen, is het desalniettemin gewenst om hun meteen jongveebrok aan te bieden.’
Marijn van Brakel werkt als jongveespecialist bij Denkavit. Hij nuanceert de laatste opvatting van Kramer: ‘De meeste opname van voedingstoffen gebeurt niet in de vier magen, maar op darmniveau. Plantaardig eiwit is wel benutbaar voor een jong kalf, maar het type plantaardige bron en het kwaliteitsniveau daarvan spelen een grote rol.’

Maatwerk

Van Brakel is het wel met Aagje Kramer eens dat een hogere concentratie melkpoeder in de juiste omstandigheden voor snellere groei zorgt, maar pleit voor maatwerk. ‘Er zijn veel facetten die de jongveeopfok beïnvloeden. Denk aan de temperatuur in de stal of schuur, de infectiedruk en de frequentie van voeren.’
Van groot belang is de opname van ruw- en krachtvoer, stelt Van Brakel. ‘Uit uitgebreide onderzoeken in ons eigen onderzoekscentrum blijkt dat je in het tweede deel van het voerschema tijdig de melkpoedergift terug moet schroeven om die opname optimaal te laten stijgen. Veel veehouders bouwen de melkgift af in een veel te korte periode. Hierdoor ontstaat een terugval direct na de melkperiode door een te lage ruwvoeropname.’
Waar Van Brakel en Kramer beiden op wijzen, is het belang van wegen en meten van jongvee. Groei tot een kilo per kalf per dag is mogelijk, maar bij veel veehouders blijft dit steken op 400 tot 700 gram. Kramer: ‘Wanneer je niet weet waar je staat en wat je resultaten zijn, dan kun je ook moeilijk aan verbetering werken.’
Deze stelling wordt volledig onderschreven door Joep Driessen van Vetvice. ‘De kennis van de groeicurve is nihil, omdat melkveehouders eigenlijk amper tot niet monitoren. Meten is weten en van groot belang. Belangrijker echter is om daarop het gedrag aan te passen.’
Volgens Driessen zijn er best bedrijven die een goede groei realiseren en pinken op 13 maanden op 370 tot 400 kilo gewicht krijgen. Dat in combinatie met een hoogtemaat van minimaal 1.30 meter en een conditiescore van 3 tot 3+ maakt dieren klaar voor inseminatie.
‘De belangrijkste winst haal je door biest en melk in de eerste weken goed te voeren. Dat betekent schoon werken en minimaal drie giften daags. Als het je dan lukt om de dieren op 13 maanden klaar te hebben voor inseminatie, moet je ook niet langer wachten. Anders heb je niet alleen hard en goed je kalveren gevoerd, maar loop je ook meer kans dat ze vervetten als ze later afkalven.’

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer