‘Steeds scherpere eisen bij pootgoed’

Aardappelhandelshuizen krijgen bij de afzet van pootgoed te maken met steeds meer kwaliteitseisen. Meer landen stellen steeds vaker scherpere eisen. ‘Nederland is een exportland. Niet meegaan met de kwaliteitseisen is geen optie’, zegt Harm Steenhuis van HZPC.

Han ReindsenTijdens het Bewaarsymposium Pootaardappelen van Profytodsd, George Pars Graanhandel, Agrico en HZPC in Bant en Metslawier ging het vorige week vooral om bewaring, bewaarziekten en kwaliteitsaspecten. ‘Niet meegaan met de kwaliteitseisen is als exportland geen optie’, zegt Steenhuis.
Bij HZPC gaat de helft van de rassen in 80 procent van de gevallen naar landen met scherpere importeisen. Het zijn onder andere landen in Noord-Afrika. ‘De rij met landen wordt alleen maar langer. Ze eisen maximaal 5 à 10 procent zilverschurft.’
Als voorbeeld noemt Steenhuis Algerije, waar in 2013 opeens de eisen voor zilverschurft omhooggingen. ‘Afzetlanden vragen steeds meer van ons. Met flexibiliteit bij de afzet van pootgoed proberen we het op te lossen. Samen met de telers hebben we het gered en dat is best knap.’
Landen als Algerije en Syrië hebben in principe dezelfde regels. Door verschil in interpretatie is export naar het ene land toch makkelijker dan het andere. Ook zijn er voorbeelden van landen die aan pootgoed uit Nederland hogere eisen stellen dan bijvoorbeeld pootgoed uit Ierland.
Ook afnemers in Europa stellen steeds meer eisen. Kleinverpakkers willen geen zilverschurft, de fritesindustrie wil stevige aardappelen en de consument dicht bij huis wil een aardappel zonder gebreken.

Bewaarziekten

Een goede opbrengst moet goed in de schuur komen. Bij het rooien en inschuren is het belangrijk om beschadigingen te voorkomen. Bij een behandeling tegen bewaarziekten is het van belang om te zorgen voor een 100 procent knolbedekking.
Steenhuis: ‘Spunta is vaak extra behangen met grond. Het advies is om Spunta toch te behandelen tegen bewaarziekten, want het is een gevoelig ras. Waar geen grond op de knol zit, is het eerste kans op beschadiging en daar is het effect van een behandeling het grootst.’
Klaas de Boer van George Pars Graanhandel stond tijdens het symposium stil bij rhizoctonia, zwarte spikkel, zilverschurft, fusarium en phoma. Per bewaarziekte besprak hij de kenmerken, schadebeelden en het knolbehandelingsadvies.
‘Bij bewaarziekten is niet alles chemisch op te lossen. Het is ook belangrijk om voorzorgsmaatregelen te nemen om zo problemen te voorkomen. De inzet van chemie is afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en de rassen.’

Kiemgroeiregulering

Voor een goede kwaliteit moet alles kloppen: perceelkeuze, grondbewerking, uitgangsmateriaal, groeiseizoen, oogst, inschuren en bewaring. In de bewaring en vlak voor het poten speelt kiemgroeiregulering een belangrijke rol.
Jozef Backx van Profytodsd constateert dat er jaarlijks een groeiende belangstelling is om aardappelrassen te onderwerpen aan kiemremmingsproeven. ‘Je kunt niet zeggen: die methode is het beste. Het is afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en de rassen.’
Gerekend over meerdere jaren en een groot aantal rassen blijkt Talent het relatief gezien het beste te doen. Over zes jaar en 120 rassen van HZPC geeft Talent gemiddeld 13,6 knollen, ongeveer 2 knollen meer dan ethyleen en mechanische koeling.
Bij 18 rassen van Agrico en 170 monsters over een periode van vijf jaar ziet Backx eenzelfde beeld. Talent geeft gemiddeld 8,5 knollen, terwijl dat bij de andere methoden 1 à 2 knollen minder is. ‘Niet alle rassen zijn geschikt om te behandelen met Talent. Er zijn rassen waarbij het risico op mutanten aanwezig is.’
Talent kost volgens Backx zo’n 40 euro per kist pootgoed. Bij ethyleen is dat 37,50 tot 40 euro per kist. Voordeel van ethyleen is dat het makkelijker toepasbaar is en de luchtverdeling in de bewaring minder belangrijk is. Het voordeel van Talent is de nevenwerking op zilverschurft.
Backx verwacht dat steeds meer telers bij Talent gaan overstappen van een week- naar een dagschema. ‘Een dagschema is regelmatiger en vraagt minder middel. Je hebt er wel een stuk automatisering bij nodig. Bij de volgende herbeoordeling zal het dagschema op het etiket komen.’
Uit het verhaal van Richard Mooijweer van Agrico blijkt dat rassen bij het aantal knollen duidelijk verschillend kunnen reageren op Talent, Restrain en mechanische koeling. Gemiddeld genomen geeft Talent in de maat 35/50 het grootste aantal knollen.
Het ras Colomba reageert goed op Talent en Restrain komt iets beter naar voren dan mechanische koeling. Ivory Russet laat geen goede reactie op Talent zien.
Agria is een slechte knolzetter en een ras dat goed reageert op Talent. Lucinda en Ambition reageren ook goed op Talent. Het ras Para Pura reageert slecht op Talent, met als gevolg minder knollen. Het ras Loreley verliest bij drie keer afkiemen soms te veel energie met als gevolg een onregelmatig gewas.
Mooijweer: ‘We kunnen op rasniveau advies geven over het effect van Talent, ethyleen, mechanische koeling en ook het aantal keren afkiemen. Een slechte opkomst van het pootgoed komt soms door een verkeerde voorbehandelingsmethode.’

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer